Een kaart van bomen en houtwallen
Den Haag
Genieten van een mooie omgeving tijdens een wandeling of fietstocht betekent in een vlak land als Nederland genieten van bomen, heggen en singels en watertjes die het landschap vormen. Zonder die rij oude knotwilgen langs de sloot, of de enorme kastanje die beschutting biedt aan het vee, zou het een saaie boel zijn. Deze landschapselementen zijn niet alleen stoffering van de landerijen, maar bieden kleine zoogdieren, vogels en insecten schuilgelegenheid en zijn daarom belangrijk voor de biodiversiteit.
LandschappenNL, het samenwerkingsverband van de provinciale landschappen en landschapsbeheerstichtingen, wil kleine landschapselementen behouden en beschermen. Deze bomen en struiken zijn tientallen, soms honderden jaren oud. Ze laten zien hoe onze voorouders leefden. Hoeken van landerijen waar boeren in een ver verleden aan miltvuur gestorven vee begroeven, zien er uit als vriendelijke bosjes. Kaarsrechte bomen rond boerderijen in Twente zijn geplant om later voldoende hout te hebben voor het herbouwen van de boerderij. Geriefbosjes leverden hout voor afrasteringen, gereedschap en brandstof.
Naast groene landschapselementen zijn er gebruikssporen die het reliëf van het land hebben veranderd. Denk aan vluchtheuvels, kleigroeven, legakkers voor het drogen van turf, dijken, dammen en kades. ‘Je kunt het landschap ‘lezen’ en zien hoe mensen vroeger leefden’, verklaart Judith Snepvangers. Zij is adjunct-directeur van het Landschap Overijssel, een van de twintig partners van LandschappenNL.
Je kunt iets pas beschermen als je weet dat het bestaat en dus vindt LandschappenNL het belangrijk de kleine elementen in kaart te brengen. Zo’n landelijke inventarisatie is er nog niet, al wordt er links en rechts wel wat bijgehouden.
inventarisatie
In opdracht van het ministerie van Economische Zaken onderzocht Wageningen Universiteit de mogelijkheden om de kleine landschapselementen in één systeem op te nemen. Dat lijkt gemakkelijker dan het is, blijkt uit de haalbaarheidsstudie ‘Samen naar een registratie van groene en blauwe landschapselementen’. Kaarten zijn allemaal op een andere manier gemaakt, voor andere doeleinden en op een andere schaal. Op de topografische kaarten van het kadaster ontbreekt tachtig procent van de solitaire bomen en boomgroepen, net als een derde van de houtwallen en singels.
Snepvangers, die aan de studie meewerkte, benadrukt het belang van de kleine elementen voor de biodiversiteit. ‘Het is geen vraagstuk van natuur versus landbouw, maar een samengaan van beide. Landbouw zonder natuur kan niet, de ruigte levert de economie een dienst door het herbergen van insecten die plagen bestrijden of voor bestuiving zorgen. Veel van wat we waarderen als natuur is eigenlijk extensieve landbouw.’
vergroening
Met de wens één landelijke database te maken sluit LandschappenNL aan bij de eis van de Europese Commissie (EC) om het agrarisch bedrijfsleven groener te maken. De EC wil de inkomenssteun die boeren krijgen niet alleen laten afhangen van hun productie, maar hun bijdrage aan de biodiversiteit ook belonen. Daarom moeten alle groene elementen binnen de ecologische aandachtsgebieden worden geregistreerd. Daarbuiten is dat een taak van de gemeenten, aldus het ministerie, dat zich nog over het rapport buigt. Het maken van zo’n kaart zou 4,8 miljoen euro kosten en het beheer 1,8 miljoen per jaar.
Agrarische natuurverenigingen die samen met boeren natuurlijke elementen beheren, hebben baat bij zo’n kaart, net als gemeenten en provincies. Boeren krijgen een betere prijs voor hun melk als ze aantonen dat ze hun vee duurzaam houden, ook dat wordt dan gemakkelijker.
Adriaan Ballast, medewerker openbare werken in de gemeente Wierden: ‘Aanvragen voor kapvergunningen komen bij ons binnen. Met zo’n kaart kun je gemakkelijk zien over welk bosje het gaat, nu tekent ieder zijn eigen kaartje.’ In combinatie met luchtfoto’s zie je hoe het landschap zich ontwikkelt, stelt hij: ‘De boer houdt niet van de onregelmatigheden die een landschap karakter geven. Toch moeten we die beschermen, anders zijn er straks alleen nog maar strakke rechte singels.’
Als gemeenten en provincies geen eigen kaarten maken, scheelt dat tijd en geld. Standaardisering maakt hun werk ook vergelijkbaar. De grootschalige basiskaart van Nederland, waarop alle kabels, leidingen en andere infrastructuur zijn ingetekend, kan als voorbeeld dienen, vindt hij.
Coördinator Wilfried Klein Gunnewiek van de Vereniging Agrarisch Natuurbeheer Berkel en Slinge in de Achterhoek: ‘We hebben zelf met een aantal verenigingen zo’n kaart gemaakt. We houden bij welke wilgenbosjes wanneer geknot moeten worden. Door registratie van struweelwallen met eikenbomen voorkomen we dat er ze verdwijnen.’
Overzicht maakt planning gemakkelijker, aldus Klein Gunnewiek. ‘Onderhoud kost altijd geld, maar goed onderhoud leidt tot verjonging en levert meer hout op. Daarmee kun je de kachel bij varkensfokkers en kalvermesters stoken en een deel van de kosten terugverdienen.’
Houtwal: Een aarden wal met een aaneengesloten beplanting van verschillende houtsoorten. Veelal ligt aan beide zijden een greppel, waardoor het lichaam steile kanten krijgt. Houtwallen werden opgeworpen als eigendomsgrens en om vee en wild te keren en de akkers te beschermen. De wallen liggen rondom akkercomplexen en waren belangrijk om verstuiving tegen te gaan, ook leverden ze vruchten en hout. Houtwallen zijn te vinden op de hoge zandgronden in oost- en zuid-Nederland.
Singel: Een met bomen beplante strook langs een sloot, bedoeld als veekering en eigendomsgrens. Singels werden vooral aangelegd toen er nog geen prikkeldraad bestond en leverden brand- en geriefhout op. De bomen boden beschutting tegen verstuiving van vruchtbare bodemdeeltjes. Houtsingels zijn vooral te vinden op de lagere zandgronden.
Haag: Een heg (of haag) is een veekering van struiken. Afrasteringen met palen vergden te veel onderhoud. Door meidoorns te planten en de takken in elkaar te vlechten ontstonden dichte, doornige vlechtheggen. Daartussen werden vaak bramen, rozen, sleedoorns, wilgen, eiken en essen geplant. Ze boden beschutting aan vee en gewas en leverden gerief- en brandhout, bramen en rozenbottels. Bij het verdelen van de gemeenschappelijke akker- en weidegrond in 1880 werden heggen aangeplant als afscheiding. Langs de rivieren remmen ze bij overstromingen het water af zodat vruchtbaar slib bezinkt.