Direct naar artikelinhoud
Column

Niet principes maar realisme pleit tegen de doodstraf

Niet principes maar realisme pleit tegen de doodstraf

De SGP schrok behoorlijk van het voorstel van één van haar afdelingen, de doodstraf opnieuw op te nemen in haar verkiezingsprogramma. Dat is begrijpelijk. Zelfs Gerrit Krol, die ruim een kwarteeuw geleden de vanzelfsprekende afwijzing van de doodstraf ter discussie stelde, moest constateren: 'In een beschaafd land is men tegen de doodstraf.'

Je kunt je afvragen waarom. Dat het menselijk leven moet gelden als een onaantastbare waarde, wordt nogal twijfelachtig wanneer een samenleving de gezondheidszorg geen onbeperkte middelen verleent. En het vrome uitgangspunt dat ieder mens het recht moet hebben op een toekomst, wordt hinderlijk doorkruist door de wetenschap dat moordenaars anderen nu juist zo'n toekomst hebben ontzegd.

Ironisch klinkt het wel, wanneer een partij die de heiligheid van het leven fel verdedigt, tegelijk de doodstraf omarmt. In het theocratisch wereldbeeld van de SGP is het leven het geschenk van God waarover geen mens zich zeggenschap mag aanmatigen. Behalve de overheid, die zelf de uitvoerende macht van God op aarde is. En een mens kan zijn recht op leven in het aangezicht van God verspelen. Wat je van het SGP-standpunt ook vindt, coherent is het wel.

In een beschaafd land is men tegen de doodstraf.
Gerrit Krol

'Passend' antwoord

Ook zonder God blijken wij die overtuiging meer toegedaan dan ons misschien lief is. Toen een jaar geleden in India drie mannen ter dood werden veroordeeld wegens een gruwelijke verkrachting en moord, was er ook bij ons nauwelijks een wanklank te horen. De Indiase wet moest er achteraf voor worden aangepast, maar zelfs die juridische doodzonde leidde hoogstens hier en daar tot een lauw protest. Veel krachtiger was de voldoening over dit 'passende' antwoord op een schrikwekkende daad.

Of je het nu wraak, genoegdoening of de verbeurdverklaring van het recht op leven noemt, wanneer het erop aan komt staat ook onze principiële afwijzing van de doodstraf een stuk wankeler dan de instemming van de SGP. Dan blijken onze overwegingen onthutsend pragmatisch en legt de beginselvastheid het af tegen de kracht van de verbijstering over een misdaad die het voorstelbare te buiten gaat.

Omarmen

Binnen een democratisch bestel gaat het bij de doodstraf bijna altijd om iets onduldbaars. Vaak komt dat niet voor, maar het bestaat - helaas. Precies op het moment waarop de afwijzing van de doodstraf betekenis krijgt, blijken we ons er het gemakkelijkst mee te verzoenen.

Voor wie het wereldbeeld van de SGP niet deelt, is er daarom maar één oplossing: de principiële afwijzing van de doodstraf in te ruilen voor de pragmatiek waarmee we haar de facto omarmen. De uitkomst is niet erg verschillend, maar wel robuuster, omdat hij niet langer berust op een wankelmoedig fundament.

Onschuldigen

De doodstraf vertoont immers nog een andere paradox. Ze is bovengemiddeld gevoelig voor juridische dwaling. In de afgelopen decennis is in de VS een groot aantal gevangenen in death row vrijgelaten omdat zij bij nader inzien onschuldig bleken. Voor de veroordeelden was dat misschien een schrale troost, maar niettemin een troost. De onschuldigen die vlotter waren geëxecuteerd, moesten het doen met postume rehabilitatie.

Dat hoge percentage dwalingen is minder bizar dan het lijkt. De misdaad schreeuwt om vergelding en genoegdoening. Dus om een dader. En dus om een rechtsgang die alles op alles zet om tot een vonnis te komen. Niet de kruimelmisdaad is het meest vatbaar voor juridische misgrepen, maar de monsterlijkheid die niemand onberoerd laat en niet ongestraft mag blijven.

Realisme

In plaats van die wraakzucht te negeren, kunnen we haar maar beter erkennen - inclusief de verblinding die haar urgentie met zich meebrengt. Precies op dat moment wordt de rechtspraak feilbaar. En dus moet zij behoed worden voor de fataliteit die zij later met zo'n hoge graad van waarschijnlijkheid zal berouwen.

Principes staan tegenover de roep om herinvoering van de doodstraf in hun inconsistentie tamelijk machteloos. Pragmatische overwegingen hebben althans een nuchter realisme aan hun kant. Dat moet voldoende zijn om deze weg niet in te slaan.