Direct naar artikelinhoud

'Ik wil voelen hoe Van Gogh zich voelde'

Tienduizenden keren heeft de Chinees Xiaoyong Zhao Van Gogh nageschilderd. Om zijn idool nog dichter te naderen kwam hij naar Amsterdam, gevolgd door filmmakers Haibo en Kiki Tianqi Yu. De bedevaart werd een schokkende ervaring.

Beeld uit de film China's Van Goghs. De schilders in Dafen moeten om rond te komen elk twintig reproducties per dag maken.

Xiaoyong Zhao (44) kent het gezicht van Vincent van Gogh beter dan zijn eigen gezicht. De blauwe ogen, de rossige baard, hij is vertrouwd met elke geschilderde versie: met strooien hoed, met vilten hoed, met pijp in de mond, doek om het oor. De indringende blik van de schilder, opgebouwd uit kleine kwaststreekjes, Zhao kan die dromen. En dat doet hij ook. Hij ontmoette Van Gogh op een nacht. Zhao stak zijn hand uit naar Van Gogh, maar die verdween en Zhao schrok wakker.

Wat doet het met een mens om jarenlang andermans zelfportret te kopiëren? Misschien ga je je vanzelf inleven in die ander, zoals bij Zhao gebeurt. Zijn bewondering voor Van Gogh lijkt in de twintig jaar dat hij reproducties maakt, kwast in de rechterhand, peuk in de linkerhand, alleen maar gegroeid. Liefst komt hij nog veel dichter bij zijn idool. 'Ik wil voelen hoe hij zich voelde', zegt Zhao. En daarvoor wil hij naar Amsterdam, naar het Van Gogh Museum, 9.000 kilometer weg.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Beeld uit de film China's Van Goghs.

'We hadden geen idee of hij echt naar Amsterdam zou gaan', zegt Kiki Tianqi Yu (31), 'we dachten eerst dat hij blufte.' Samen met haar vader, fotograaf Haibo Yu (54) volgde ze Zhao maandenlang voor hun documentaire China's Van Goghs. Ze keken mee met hoe de Chinese kopiist werkt en hoe hij zich voorbereidt op de reis naar Europa waar hij al jaren naar uitkijkt. Het moet een bedevaart en studiereis ineen worden. De schilderijen van Van Gogh kent Zhao alleen uit boeken en van internet. In zijn werkplaats houdt hij soms een afbeelding op zijn iPad naast een reproductie om de kleuren te checken.

Fotograaf Haibo komt al tien jaar in de schildergemeenschap Dafen in het zuiden van China. In 2006 werd de fotoreeks die hij over deze vreemde plek maakte bekroond met een tweede prijs bij de World Press Photo Award. Internationale opdrachten lonkten, vooral nadat Haibo in 2009 in het San Francisco Museum of Modern Art werd getoond in de expositie Photography Now.

Maar voor Haibo was het verhaal van Dafen, dat ligt in de miljoenenstad Shenzhen waar hij zelf woont, nog niet af. Zijn dochter tolkt als hij vertelt: 'Het is een onwerkelijke plek, je loopt er tussen de Rembrandts, schilderijen van Da Vinci en van Monet. En je ziet de laag betaalde arbeidersklasse tussen die wereldberoemde meesterwerken. En hun leven is écht, vol echte problemen en echte zorgen.' Zorgen om geld bijvoorbeeld. De schilders in Dafen moeten om rond te komen ongeveer twintig reproducties per dag maken. De huurprijzen zijn hoog. Voor 30 euro is zo'n schilderij vervolgens in een (online)winkel aan te schaffen.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Kiki Tianqi Yu en Haibo Yu.
Je ziet de laag betaalde arbeidersklasse tussen die wereldberoemde meesterwerken
Reproductie van een zelfportret van Vincent van Gogh, door Xiaoyong Zhao. V geschilderd door Mari Stoel.Beeld Marcel Wogram

Haibo maakt vooral sociaal geëngageerde fotoreeksen voor de krant Shenzhen Economic Daily. Zijn idealisme is in zijn woordkeuze te horen. Hij noemt het 'democratisch' wat in Dafen gebeurt. 'Deze schilders brengen wereldberoemde schilderijen bij gewone mensen thuis boven de bank. Het aura en de afstand verdwijnen.' De schilderkunst als massamedium heeft ook voordelen, wil hij benadrukken.

Nadat zijn dochter Kiki Tianqi in 2013 in Londen was gepromoveerd op hedendaagse Chinese documentaires, besloten vader en dochter samen Zhao te volgen. Haibo: 'Ik wist dat hij naar Europa wilde. Of hij nou zou gaan of niet, hij zou een mooi onderwerp zijn voor een documentaire. Ook omdat zijn levensloop symbool kan staan voor vele schilders in Dafen.'

Zhao komt van het Chinese platteland. Geld voor de middelbare school was er thuis niet. Begin jaren negentig kwam hij naar Shenzhen om aan de lopende band te werken in een fabriek. Een vriend van hem werkte in Dafen en toen hij hem bezocht, besloot Zhao meteen zijn fabrieksbaan op te zeggen. Als leerling-schilder woonde hij in een appartement met zeven anderen. Hij koos ervoor vooral te oefenen op de schilderijen van Van Gogh. De felle kleuren vond hij mooi. En zijn docent had beloofd dat Van Gogh het makkelijkst is om na te schilderen. Makkelijker dan Monet of Da Vinci.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Zeldzaam formaat

De reproductrie op de voorkant van de V (foto boven) is het grootste schilderij van een bestelling van bijna achthonderd kopieën, waar Zhao met zijn familie in de documentaire aan werkt. V kocht het op het Museumplein. Zelfportret met grijze vilthoed is 44,5 cm x 37,2 cm en zit in de collectie van het Van Gogh Museum. Het origineel past zestien keer in dit schilderij. 'Een zeldzaam formaat, voor een bijzondere klant', zegt Zhao in de film.

Winkeltje op het Museumplein in Amsterdam waar Xiaoyong Zhao's werk wordt verkocht.

Toch viel dat tegen. Bijna moest Zhao het schilderen opgeven: het duurde twee maanden voor hij een schilderij maakte dat verkoopbaar was. Inmiddels hebben hij, zijn vrouw, zwager en broer samen zo'n honderdduizend Van Gogh-kopieën gemaakt. Ze eten, slapen en werken tussen de schilderijen. Zhao heeft zijn vrouw het vak geleerd, Sterrennacht is haar specialiteit. Van Gogh schilderde het toen hij in 1888 was opgenomen voor psychiatrische behandeling, inmiddels is het een van de topstukken van het MoMA in New York.

De documentairemakers realiseerden zich dat de reis van Zhao niet zonder risico's was. Hij is geen schilderrobot. Hij loopt over van gevoel, vooral voor Van Gogh. Als hij in de documentaire vertelt over de droom waarin hij Van Gogh zag, is te zien dat die ervaring hem nog steeds betovert. Het is alsof hij Van Gogh écht ontmoet heeft die nacht.

'Ik maakte me wel zorgen om hem, voor we op reis gingen', zegt Kiki Tianqi. Zij was 20 toen ze in Groot-Brittannië ging studeren. Het was een behoorlijke shock om in het Westen te zijn: 'Het doet iets met je culturele identiteit, zo'n ervaring. Ik wist niet hoe dat voor Zhao zou uitpakken.'

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Zhao heeft zijn vrouw het vak geleerd, Sterrennacht is haar specialiteit
Beeld uit de film China's Van Goghs.

Vader en dochter waren ook benieuwd hoe veel ze van Zhao's gevoelsleven op camera konden vangen. 'Zhao is verlegen, net als alle schilders in Dafen,' zegt Kiki Tianqi. 'Misschien kiezen ze daarom wel een beroep waarbij je niet al te veel hoeft te praten.' Ze mochten steeds dichterbij komen. Uiteindelijk laat de schilder in China's Van Goghs alles van zichzelf zien: zweet, kots en tranen. De reis van de droomontmoeting met Van Gogh naar de werkelijke 'ontmoeting' met zijn kunstwerken blijkt er inderdaad een met een aantal schokken.

Dat Amsterdam zo klein is, bijvoorbeeld. Maar vooral: dat de schilderijen die Zhao met zo veel aandacht maakt worden verkocht in een souvenirshop. Hij loopt verdwaasd tussen de paraplu's, aanstekers, stickers en tulpenbollen. 'Ik dacht dat het een chique galerie zou zijn', zegt de schilder. Volgende teleurstelling: de hoge prijs. Verslagen rekent hij uit hoe vaak de prijs van zijn schilderijen tussen Dafen en Amsterdam over de kop gaat: acht à tien keer. 'We waren pas een paar uur in Nederland toen we het winkeltje vonden', zegt Kiki Tianqi. 'Bij toeval eigenlijk, bij het oversteken van het Museumplein. We zouden pas de volgende dag langsgaan.' Even lijkt de bedevaart van Zhao te stranden op het Museumplein, zijn droomreis lijkt in een nachtmerrie te veranderen.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Beeld uit de film China's Van Goghs.

Toch herpakt Zhao zich in de reis die volgt door Europa. De gevoelige schilder blijkt een opvallende veerkracht te hebben, juist doordat hij zo goed kan dromen. Haibo concludeert: 'Verbeelding is soms heel belangrijk om met de realiteit om te kunnen gaan. Alle mogelijkheden voor morgen liggen nog open. Dat geldt ook voor de toekomst van China.'

Met Zhao hebben de filmmakers nog steeds contact. Hij heeft zijn activiteiten na zijn reis uitgebreid en opende een nieuwe galerieruimte in Ningbo, een stad met een groeiende vermogende middenklasse vlak bij Shanghai. Hij verkoopt daar zijn kopieën en geeft bovendien schildercursussen: maak in een middag je eigen Van Gogh. Zodat ook de Chinese nouveaux riches zich even Van Gogh kunnen wanen, zoals Zhao dat al jaren doet.

China's Van Goghs, door Haibo Yu en Kiki Tianqi Yu. Vanaf 15/12 in de bioscoop.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Kunstenaarsdorp in miljoenenstad

Meer dan de helft van alle olieverfproducties wereldwijd worden gemaakt in één Chinees dorp: Dafen.

'We kopiëren niet alleen elk detail van het originele schilderij, maar vangen ook de ziel', belooft de website dafenvillageonline.com. Hier is op onderwerp, stijl en kunstenaar een olieverfschilderij te bestellen, rechtstreeks uit een van de honderden werkplaatsen van Dafen. Selecteer je valuta en het gewenste formaat: voor iets meer dan 30 euro heb je een miniatuurmeesterwerk in olieverf.

Het wordt een dorp genoemd, maar in feite ligt Dafen in Shenzhen, een stad met tien miljoen inwoners. Het district vol winkels en werkplaatsen beslaat maar veertig hectare, propvol schilderijen. De straten en steegjes ruiken naar olieverf, er worden lijsten getimmerd en geschilderd en er worden pakketten gemaakt. Meer dan de helft van alle olieverfreproducties wereldwijd wordt hier gemaakt door vijf- à tienduizend (die schattingen lopen sterk uiteen) schilders. Of schilder-arbeiders, zoals ze zichzelf noemen.

De geschiedenis van dit schildersdorp is jong. In 1989 vestigde een groep van twintig kunstenaars zich in Dafen. Onder aanvoering van een zakenman wisten zij een internationale afzetmarkt te bereiken. Zo werden deze olieverfschilderijen een van de vele massaproducten die vanuit China de wereld veroverden. Van Goghs, Monets en Picasso's zijn het meest in trek.

Op het hoogtepunt van de productie, voor de economische crisis, werden de schilderijen van Dafen vaak door meerdere schilders gemaakt. Een schilder zorgde voor de achtergrond, een ander bracht de voorgrond aan, de volgende een detail. Destijds ging meer dan 90 procent van deze werken richting Europa en de VS.

Fotograaf en documentairemaker Haibo Yu zag de veranderingen na de crisis van 2008 van dichtbij: 'Vooral de grote werkplaatsen zijn failliet gegaan. Die leverden bijvoorbeeld aan de Amerikaanse supermarktketen Walmart. De bestellingen stopten gewoon.' Veel schilders werden ontslagen, de kleinere familiebedrijven bleven over. Inmiddels zoeken de schilders naar alternatieve inkomstenbronnen. Ze maken bijvoorbeeld 'unieke werken', die ze aan toeristen verkopen. Lokale bestellingen, voor hotels maar ook voor woonhuizen, zijn belangrijker geworden.

Vorig jaar maakte BBC News een reportage in Dafen om te peilen hoe de schilders nu overleven. Een jonge schilder vertelde dat hij moest wennen aan de wensen uit de Chinese markt: 'De smaak hier is anders. Westerlingen houden van oude schilderijen, die vaak nogal donker zijn. Chinezen houden meer van vrolijke kleuren.' Op de toeristenwebsite TripAdvisor wordt een bezoek aan Dafen warm aanbevolen.

Dafen is een van de vele plekken in China waar op zeer grote schaal aan ambachtelijke producten voor de export wordt gewerkt. Een andere plaats is Jingdenzhen, bekend als porseleinhoofdstad. Hier liet de activistische Chinese kunstenaar Ai Weiwei begin deze eeuw 1.600 arbeiders meer dan twee jaar lang werken aan 100 miljoen handgemaakte porseleinen zonnnebloempitten. Die waren in 2010 te zien in een installatie in het Londense museum Tate Modern. Sunflower Seeds werd een van Ais beroemdste kunstwerken en gezien het aantal (spotgoedkope) arbeidsuren dat erin is geïnvesteerd, noemt Ai het zelf 'het meest kostbare kunstwerk ooit'.