Direct naar artikelinhoud

Joop Braakhekke (1941-2016): voor alles een gedegen restaurateur

Joop Braakhekke was een van de eerste Nederlandse tv-koks

"Iedereen houdt van Joop", zei collega-chef Robert Kranenborg ooit. Dat was misschien een onbedoeld neveneffect: Joop Braakhekkes doel was om juist zelf van iedereen te houden. Professioneel. "Want je moet zorgen dat de mensen bij je willen komen", zei hij. "Ik heb mijn hele leven genoten van dat playing with people."

"Een pilaar is weggevallen", zegt een aangedane hoofdredacteur Will Jansen van het cultureel-culinaire kwartaalblad Bouillon Magazine. Hij omschrijft de alom bekende kok als de vleesgeworden restaurateur, eerder dan een chef of een presentator.

"Mensen namen Joop misschien niet altijd serieus en dat riep hij misschien ook wel over zichzelf af, zo chaotisch als hij zijn tv-programma's presenteerde met de hele tijd dat glas wijn binnen handbereik. Maar man, wat hebben we vele uren zitten praten over het begrip gastvrijheid, hoe je dat invult. Het ging met Joop altijd over wat een restaurant precies moet zijn. Zijn tv-werk deed hij als trekker voor zijn eigen zaken. En soms om zijn deplorabele bankrekening te spekken."

Testosteronkookwedstrijdjes

Joop Braakhekke was in de jaren negentig een van de eerste Nederlandse koks op tv, met zijn programma 'Kookgek'. "Zijn aanpak was aards en vol genot", herinnert culinair recensente Petra Possel zich. "Heel anders dan die testosteronkookwedstrijdjes die je nu op tv ziet. Joop likte gewoon z'n vingers in beeld af, al lang voordat Nigella Lawson dat deed."

In Possels radioprogramma 'Mangiare' sprak Braakhekke een paar jaar geleden over het belang van de juiste sfeer: "Die is Nederland nog belangrijker dan wat er op een bord komt."

Over afscheid nemen zei hij toen dat hij dat niet moeilijk vond: "Als je het maar op tijd doet. En je kennis deelt met anderen." Eigenlijk verbaasde het hem dat iedereen steeds maar opnieuw zelf het wiel wil uitvinden.

Oog voor alles en iedereen

Zelf heb ik ook een warme herinnering aan Joop Braakhekkes oplettendheid en zorgzaamheid. Eind jaren tachtig bood hij me een lift aan in zijn kleine Porsche, van een vernissage in Gouda naar een volgend evenement in zijn eigen restaurant 'De Kersentuin' in Amsterdam.

Na anderhalf glas bubbelwijn op een lege maag ging ik bijna onderuit. Joop Braakhekke zag mijn bleek weggetrokken gezicht en vroeg wat er aan de hand was. Hij nam meteen maatregelen: hij zette me aan tafel achter een fatsoenlijk bord eten en regelde een hotelkamer in het aanpalende Garden Hotel. "Jij blijft hier lekker slapen."

Toen hield ik ook van Joop.

Lees ook

Geselecteerd door de redactie