Direct naar artikelinhoud
Column

Een doorschenker ben ik niet

Geven schijnt mooier dan nemen.

Hank Williams met 'de Hank'. Gekocht door Neil Young en gegeven of uitgeleend aan Bob Dylan.

Doorschenken, kent u dat woord? Euh, jawel, hoor ik u denken, ken ik wel. 'Schenk godverdomme eens dóór.' Dat roept u wel eens door café-bar De Blauwe Knoop, tegen het einde van de jaarvergadering van de Algemene Nederlandse Drankbestrijders Organisatie. Voor hun verenigingsblad, Nuchter bekeken, dat echt bestaat, schrijft u columns. Over alcoholvrije rum, hoor ik u nog steeds denken, over sapcentrifuges, over een fictieve kurkentrekker, krikkrikkrik, zó in de kloten van Ilja Gort!

Enfin, rond tienen komt er toch een fles jonge klare op tafel. Om het af te leren, haha. En tja, tempo zit er dan niet in, doorschenktechnisch. Bedoel je dat?

Nee.

Ik bedoel het doorgeven van cadeaus. Je krijgt iets en je geeft het weer weg. Vroeger, op de lagere school, toen ik nog kinderfeestjes frequenteerde, had ik een jarig klasgenootje dat zijn cadeautjes moest inleveren bij zijn ouders. Met het papier er nog omheen, dus. Later, wanneer de ADHD'ertjes waren afgevoerd, peuterde zijn moeder een hoekje los, heel voorzichtig, en bestudeerde wat er inzat, 'een bouwpakketje van een Spitfire, vader' en dan noteerde vader op een afneembaar stickertje 'Spitfire, bouwdoos', zodat mijn vriendje op een volgend feestje wist wat hij ten geschenke gaf.

Ik herinner me dat de jongen me een keer de hoge plank in zijn moeders kledingkast liet zien met erop de complete schat.

'Best slim hoor', verdedigde hij zijn ouders, wat ik wel aandoenlijk vind, inmiddels.

Een jarig klasgenootje dat zijn cadeautjes moest inleveren bij zijn ouders. Met het papier er nog omheen, dus.

Toch ken ik opwekkender gevallen van doorschenken. Ik denk nu aan de D-28 Martin-gitaar van Hank Williams aka the Hillbilly Shakespeare, de helemaal niet opgewekte maestro van de country & western, de man van My Son Says Daddy to Another Man, 'Neath a Cold Grey Tomb of Stone en There's a Tear in My Beer. Nobelprijsmateriaal, sinds kort, maar hij is dood, wat typisch Hank Williams is.

Zijn gitaar leeft nog, het ding kwam na omzwervingen in het bezit van Neil Young(!), die er platen mee opnam, en die de 'Hank', zoals hij het instrument doopte, uitleende/schonk aan Bob Dylan(!).

Kon geen bedankje af.

Hanks gitaar leeft nog, het ding kwam in het bezit van Neil Young die de 'Hank' uitleende/schonk aan Bob Dylan

Maar ik denk ook aan mezelf, lang geleden in Cork, een havenstad in Ierland. De jaarclub stond al bij de reisbus, we moesten terug naar Dublin. Gejaagd was ik een religieuze boekhandel ingelopen, de enige around, ik wilde per se een tweedehandsboek. Tussen de bijbels en New Age ontwaarde ik één plankje literatuur. Op dat plankje stonden twee Nederlandse dichtbundels, te weten Vijf Vijftigers, de beroemde bloemlezing, en Luceberts apocrief/de analphabetische naam. Mooi.

Pas in de bus zag dat er in apocrief een opdracht stond. 'Voor Geert, Cork 1957, van Lucebert.' Mooier!

Jarenlang leidde ik bezoek naar mijn kast, bundeltje eruit, waarna het bibliofiele opsnijden een aanvang nam. Zo ben ik. Maar ja, toen ik mijn contract ging tekenen bij De Bezige Bij, was er champagne, en wilde ik een cadeautje geven. Ik besloot apocrief door te schenken aan De Bezige Bij. Zo ben ik eigenlijk niet.

'Ja', zei Robbert Ammerlaan. 'Ja, dat klopt wel. Geert, dat is waarschijnlijk Geert Lubberhuizen, de oprichter van De Bezige Bij. Lubberhuizen is na zijn pensionering naar Cork verhuisd. Mooi verhaal!'

Het bundeltje verdween in zijn binnenzak. Meen ik.