Direct naar artikelinhoud
Column

Nooit gedacht dat er zaken zouden zijn die ik niet kan opschrijven

Theodor HolmanBeeld Wolff

Gek is dat. Nooit gedacht dat er zaken zouden zijn die ik niet kan opschrijven.

Zo kwam ik toevallig weer langs mijn ouderlijk huis, dat ze totaal aan het verbouwen zijn.

Ik kon er nauwelijks naar kijken. Ik voelde liefdesverdriet. Ik had het uitgemaakt, want het zou toch niets meer tussen ons worden, maar nu had ik toch verdriet omdat het uit was.

Liefdesverdriet om een huis. Bij geen enkel verdriet overlappen de woorden met wat je wenst uit te drukken.

De foto van mijn vader, genomen met een zelfontspanner, waarin hij ons allen voor het nieuwe huis had geplaatst.

De jaren vijftig toen de etenswaren nog buiten het raam werden geplaatst omdat we geen koelkast hadden.

Mijn vader die verliefd uit het benedenraam kijkt naar zijn Taunus.
De jaren zeventig: crisis in de familie omdat ik iemand had zwanger gemaakt. Ik was zeven­tien.

Ik fiets snel door en probeer deze rottijd uit mijn benen te fietsen. Niet klagen, maar dragen.

Op de hoek staat mijn dochter met de kleinkinderen op me te wachten, want we gaan naar haar huis.

"Ze zijn flink aan het verbouwen, hè?"

Ik knik. En vertel haar over mijn liefdesverdriet.

Bij geen enkel verdriet overlappen de woorden met wat je wenst uit te drukken

Ik zie hoe ze baalt van dit beeld, dat ze het aanstellerij vindt en dat ze vindt dat ik niet moet zeuren, want ik heb voor het huis immers 'goed geld' gekregen.

Ik hou me in en zwijg, zodat ik niet beledigend kan reageren. Maar zij: "Is er wel eens iets naars gebeurd dat je niet vergeleek met liefdesverdriet, pap? Toen je ontslagen werd, was het liefdesverdriet, toen je je auto wegdeed, had je liefdesverdriet, toen je fiets gestolen was, had je daar ook liefdesverdriet om. Vind je dat lite­rair of zo?"

Schaamte moet je niet te veel tonen: verdomme, waarom hebben jonge mensen toch zo'n goed geheugen? "Het sentimentalisme is de enige kunstvorm die ik goed beheers," zeg ik.

We fietsen de herfst in en de winter tegemoet.

Mijn vader - hij verdwijnt de laatste tijd niet uit mijn gedachten - kon ook zo sentimenteel zijn. Hij kon om alles huilen. "Boefje, het hondje van mevrouw Van der Horst, moet een pootje missen..." En de tranen stonden hem in de ogen.

Dat heb ik tegenwoordig ook.

"Ik heb je nooit gelukkig gezien in dat huis, pap."

Ik antwoord niet, maar knik onmerkbaar.

Reageren? t.holman@parool.nl

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column.

Waarom hebben jonge mensen toch zo'n goed geheugen?