Slachtofferhulp krijgt wetenschappelijke basis
Utrecht
Meer dan 200.000 slachtoffers van misdrijven, ongevallen, rampen en calamiteiten krijgen jaarlijks ondersteuning van Slachtofferhulp Nederland. Dat kan psychosociale hulp zijn, maar ook praktische of juridische bijstand. Dinsdag ondertekende de organisatie een samenwerkingsovereenkomst met Intervict, een expertisecentrum op het gebied van slachtofferhulp van de Tilburg University.
Waarom wordt wetenschap aan slachtofferhulp gekoppeld?
Sonja Leferink, onderzoeker en beleidsadviseur bij Slachtofferhulp Nederland: ‘Met behulp van wetenschappelijk onderzoek kunnen we het effect van onze hulp in kaart brengen en deze zo goed mogelijk laten aansluiten bij de behoeften van onze cliënten. We willen graag dat er een wetenschappelijk basis is voor onze manier van werken.’
Is op dit moment niet duidelijk hoe je het beste hulp kunt verlenen?
‘Er is heel veel wetenschappelijk materiaal beschikbaar, maar daaruit komt niet altijd een helder beeld naar voren. Uit de praktijk weten we welke vormen van hulp in het algemeen van nut kunnen zijn, maar dat verschilt per type slachtoffer en zelfs per individu. Met behulp van gericht wetenschappelijk onderzoek kun je deze verschillen in kaart brengen en proberen te verklaren, Daarop kun je vervolgens weer je hulpaanbod afstemmen.’
Wat wordt er onderzocht?
We kijken onder meer naar patronen in de gegevens in onze registratie. Bijvoorbeeld: nemen slachtoffers van geweldsdelicten andere diensten af dan slachtoffers van zedendelicten of vermogensdelicten? En wat betekenen eventuele verschillen? Of: welke groepen bereiken we goed en welke groepen bereiken we minder goed en wat kunnen we doen om het bereik te vergroten?’
Op de slachtoffers van welk type misdrijven richt het onderzoek zich in het bijzonder?
‘Op slachtoffers van gebeurtenissen met een grote impact: zware misdrijven, seksueel misbruik, verkeersongevallen. Interessant is om promotieonderzoek te doen naar de vraag wie gebaat zijn bij lotgenotencontact. Zelf denk ik bijvoorbeeld aan slachtoffers van datingfraude. Zij blijven vaak emotioneel en financieel geruïneerd achter. Daarbij komt ook nog eens de overweldigende schaamte: hoe heb ik zo stom kunnen zijn. Dat maakt iemand heel eenzaam. Het kan dan een enorme bevrijding en steun zijn als je anderen ontmoet die hetzelfde hebben meegemaakt.’
Lotgenotencontact en zelfhulp wordt een speerpunt in het onderzoek. Waarom?
‘We weten dat lotgenotencontact heel belangrijk kan zijn voor slachtoffers. Ze vinden er erkenning, herkenning en steun en het is een heel goed instrument om veerkracht en het natuurlijk herstelvermogen van mensen aan te spreken. We willen graag weten hoe het komt dat dit zo goed werkt. Daarnaar is nog weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan.’