Hoera, de olie is terug in het dorp
Schoonebeek
‘Yes, we mogen weer!’ Dat was het gevoel bij Wagenborg Foxdrill in Schoonebeek toen de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) vorige maand de oliewinning in het Drentse dorp hervatte.
‘Wij zijn groot geworden dankzij de NAM’, zegt locatiemanager Harm Jan Grijze. Sinds zeven jaar levert het bedrijf de technologie voor het onderhoud aan de pompinstallaties in het olieveld onder Schoonebeek. Wat begon met drie mensen is uitgegroeid tot een bedrijf met vijfentwintig medewerkers. Hoofdzakelijk uit de regio.
Maar de oliewinning lag het afgelopen anderhalf jaar stil. Er werd een lek ontdekt in de pijpleiding die het productiewater afvoert naar lege gasvelden in Twente. Ontslagen zijn er bij Wagenborg Foxdrill niet gevallen, zegt Grijze. ‘Maar het was kantje-boord.’ In Twente maken ze zich grote zorgen over de hervatting van de oliewinning. Onder meer de provincie Overijssel heeft een kort geding aangespannen. Dinsdag deed de rechtbank uitspraak: de winning is toegestaan. Dertig kilometer noordelijker is men opgelucht dat er weer gepompt wordt. De pijpleiding is voor Schoonebeek en omgeving een levensader. Het kort geding werd in de kantine van Wagenborg Foxdrill dan ook met argwaan besproken, zegt Grijze. ‘Onze mensen zitten in onzekerheid. Als de winning nog langer stilgelegd wordt, kost dat zeker banen. En die liggen hier in Zuidoost-Drenthe al niet voor het oprapen.’
Hij vindt het onterecht dat de oliewinning zo onder vuur ligt. ‘De olie- en gasbranche wordt weggezet als een criminele organisatie. Terwijl het bijna nergens zo netjes gebeurt als hier.’
afvalwater
Bovendien: de pijpleiding waarmee het afvalwater van Drenthe naar Twente wordt getransporteerd, werd vroeger gebruikt om afvalwater van de gaswinning in Twente naar lege gasvelden in Drenthe te vervoeren. ‘En toen hoorde je daar niemand over.’
Zijn bedrijf zet de kennis die het in Schoonebeek heeft opgedaan nu in van Saudi-Arabië tot Singapore. Een bron van innovatie en export, zegt Grijze. ‘Zonder deze kweekvijver was dat nooit mogelijk geweest.’
Schoonebeek is de bakermat van de Nederlandse olie- en gasindustrie. Het olieveld werd in 1943 ontdekt. Voor de exploitatie werd in 1947 door Esso en Shell de Nederlandse Aardolie Maatschappij opgericht. Honderden jaknikkers bepaalden decennialang het aangezicht van het dorp. De oliewinning was de kurk waar Schoonebeek op dreef. In de hoogtijdagen verdiende drie kwart van het dorp direct of indirect aan de oliewinning. ‘Bedankt NAM’, zeiden de Schoonebeekers als ze op vakantie gingen. ‘NAM en Schoonebeek, dat is een twee-eenheid’, zegt Henk Vredeveld, bestuurslid van Dorpsbelangen. Ook zijn vader werkte voor de NAM. Hele straten liet de NAM bouwen voor eigen personeel. De twee-onder-een-kappers in de Julianalaan voor de arbeiders, de semibungalows in de Norbruislaan voor de hogere functionarissen. Aan de rand van het dorp verrees NAM-recreatiecentrum De Boô met kegelbaan en zwembad – uniek in die tijd.
In 1996 werd de winning gestaakt, omdat exploitatie van de stroperige olie niet meer rendabel was. In 2011 kon de productie dankzij nieuwe technologie en een hogere olieprijs worden hervat. Door stoom uit de eigen warmtekrachtcentrale in de bodem te injecteren wordt de olie vloeibaarder.
domino-effect
De jaknikkers zijn sindsdien vervangen door moderne pompen, veel minder in getal. Maar de drie-eenheid van donkergroene pijpen – een voor olie, een voor gas, een voor productiewater – tekent nog steeds de akkers.
Het recente lek in de afvalwaterpijplijn was niet alleen voor de NAM een streep door de rekening. ‘Het is een domino-effect’, zegt Jojanneke Dijkstra, die het woord voert namens PRS International (dat pijpleidingen onderhoudt) en Oakite (dat olietoerustingen reinigt). ‘Iedereen heeft moeten besparen.’ Om de pijn ook voor toeleveranciers te verzachten is groot onderhoud door NAM naar voren gehaald. Op het terrein van de Oliebehandelingsinstallatie aan de rand van het dorp kondigen twee rookpluimpjes en het gezoem van de waterkrachtcentrale betere tijden aan. Al draait de installatie nog niet op volle toeren.
‘We zouden wel wat meer olie willen zien’, zegt Benno Beukema in de controlekamer. Nu worden 3600 vaten per dag geproduceerd. Ooit waren dat er drie keer zo veel. De afgekoelde bodem moet weer ontwaken uit een winterslaap. Ook de smallere afvoerpijp is een beperking.
Op winningslocatie 2900 staan de pompen daarom voorlopig stil. In de mobiele keet zitten Jan ter Luun (NAM) en Arend Slomp (Arcadis). Hun vaders, de buurman, de halve straat: bijna iedereen werkte voor de NAM of een toeleverancier. Slomp: ‘Wij zijn groot geworden met de olie. En Schoonebeek ook.’
dweilorkest
Zo groot als vroeger is de economische afhankelijkheid niet meer, mede vanwege de veel minder arbeidsintensieve winningsmethode. Maar de banden met de NAM zijn nog steeds warm. De Ölietappers heet het plaatselijke dweilorkest. Er is een boortorenwandelroute, mede mogelijk gemaakt door NAM. Hetzelfde geldt voor veel speeltuinen, sportvelden en de verbouwing van het oude gemeentehuis tot dorpshuis.
Het vertrouwen in de oliemaatschappij is groot. Ook al ging het eens mis. In 1976 werd het dorp door een ‘oliespuiter’ besmeurd. ‘Alles is toen keurig schoongemaakt en voor schades zijn vergoedingen verstrekt’, zegt Henk Vredeveld van Dorpsbelangen.
Nee, wanklanken hoor je hier niet. In ieder geval niet van Ria Kolkman. Haar schoonouders kwamen in 1946 uit Twente naar booming Schoonebeek om een bakkerij te beginnen. Ruim een halve eeuw later kwamen de taartjes om de hervatte oliewinning te vieren nog steeds hier vandaan. Vier vestigingen zijn er inmiddels.
Voor de etalage van de bakkerij annex lunchroom herinnert de laatste jaknikker van het dorp aan het verbond tussen Schoonebeek en de bodem. Kolkman wijst in de vitrine: vlaaipunten bedekt met gele room, kersen, slagroom en bovenop een jaknikker. Gemodelleerd naar de aardlagen die de voorspoed brachten. ‘We hebben er veel aan te danken.’ <