Direct naar artikelinhoud

Onderzoek: Shakespeare schreef lang niet alles alleen

De Stratfordians tegen de Marlovians: dat is een van de langstlopende literaire vetes in Engeland, tussen geleerden die geloven dat William Shakespeare inderdaad de schrijver is van zijn stukken en zij die denken dat ze eigenlijk zijn geschreven door zijn rivaal Christopher 'Kit' Marlowe. Een nieuw onderzoek wijst erop dat de laatsten, een minderheid, toch een beetje gelijk hebben. Marlowe krijgt nu de status van co-auteur van de Henry VI-trilogie.

William Shakespeare

Een gezelschap van 23 shakespearologen uit vijf landen heeft jarenlang alle stukken van The Bard nader bestudeerd voor de New Oxford Shakespeare, een studie die zal worden gepubliceerd door de Oxford University Press. Naast traditionele tekstanalyse hebben de vorsers gebruik gemaakt van hedendaagse computertechnieken. Voor eens en altijd moest duidelijk worden wat wel en niet geschreven is door de vierhonderd jaar geleden overleden toneelschrijver.

Het is een herziening van een soortgelijk project, dertig jaar geleden. Toen concludeerden de geleerden dat 8 van de 39 stukken niet helemaal door Shakespeare alleen zijn geschreven. Dat veroorzaakte veel commotie onder de Stratfordians, vernoemd naar de geboorteplaats van Shakespeare. Dit keer zijn er 44 stukken onder de loep genomen. Liefst zeventien daarvan vertonen sporen van samenwerking, bijvoorbeeld het onbekende werk The Arden of Faversham. In de meeste gevallen gaat het om anonieme co-auteurs.

Speciale aandacht was er voor Christopher Marlowe, de schoenmakerszoon uit Canterbury. Al op jonge leeftijd genoot hij veel succes in het theater, meer dan de twee maanden oudere Shakespeare, maar aan zijn leven kwam in 1593 een vroegtijdig einde bij een vechtpartij in een herberg in Zuidoost-Londen. Volgens de Marlovians was de dood van de toneelschrijver (en spion voor Elizabeth I) in scène gezet.

Christopher Marlowe krijgt nu de status van co-auteur van de Henry VI-trilogie

Woordkeuze

Ze zijn ervan overtuigd dat Marlowe de stukken van Shakespeare heeft geschreven. Zo verscheen de eerste publicatie van The Bard, het verhalende gedicht Venus en Adonis, kort na Marlowe's vermeende dood. De nieuwe studie verwerpt deze spannende theorie, maar suggereert wel dat Marlowe met zijn rivaal zou hebben samengewerkt. Dat geldt in het bijzonder voor de trilogie over Tudor-koning Hendrik VI, die geschreven is tussen 1590 en 1592.

Het voornaamste bewijs is de woordkeuze, waarop een kansberekening is losgelaten. Zo bestaan er tal van woorden en uitdrukkingen die indertijd typisch waren voor Marlowe, zoals: familiair spirit', 'cull out', 'droopeth to', 'curse', 'ugly', 'suddenly surprise' en 'enchantress'. De passage uit het eerste deel van Henry VI, waarin Jeanne d'Arc vraagt om de hulp van duivelse geesten, zou geheel van Marlowe zijn.

Of het laatste woord gesproken is over deze kwestie blijft de vraag, zei onderzoeker Gary Taylor tegenover The Guardian. 'Je kunt niets over Shakespeare beweren zonder dat iemand het met je oneens is.' Dat bleek. Shakespeare-expert Carol Rutter weigert te geloven dat Marlowe het co-auteurschap verdient. 'Marlowe was dé ster onder de toneelschrijvers. Waarom zou hij hebben samengewerkt met een toen nog onbekende acteur?'

Je kunt niets over Shakespeare beweren zonder dat iemand het met je oneens is
Onderzoeker Gary Taylor