8 maanden voorwaardelijk voor tienermoeder van dode baby Breda

De rechtbank acht bewezen dat het meisje haar baby opzettelijk heeft gedood. Omdat het meisje kon weten dat het kind onder die omstandigheden kon overlijden, is ze schuldig aan kinderdoodslag. Dat wetsartikel bekijkt de strafbaarheid van een moeder die haar kind tijdens of kort na de bevalling van het leven berooft uit angst voor de ontdekking van haar bevalling. Kinderdoodslag is minder strafwaardig dan 'gewone' doodslag.

Volgens deskundigen was het meisje verminderd toerekeningsvatbaar. Omdat bovendien het Openbaar Ministerie lang wachtte met vervolging, krijgt ze geen onvoorwaardelijke straf. Het meisje stond veertien dagen terug achter gesloten deuren voor de kinderrechter. Bij de uitspraak was ze niet aanwezig.

De destijds 14-jarige beviel op 27 december (Tweede Kerstdag) 2014. Het meisje was bij de vriendin van haar vader toen ze vruchtwater verloor. Zonder dat iemand het wist beviel het geschrokken meisje op het toilet van het jongetje. Vervolgens deed ze het kindje in een vuilniszak, trok ze een joggingbroek aan en zette ze de vuilniszak op de galerij van de flat. Daarna ging ze naar bed. Volgens de rechtbank handelde ze uit vrees voor de ontdekking van de bevalling.

Verstikking
De tienermoeder verklaarde in de rechtbank dat haar kindje na geboorte niet bewoog en ook geen geluid maakte. Uit forensisch onderzoek bleek dat het kindje moet zijn overleden door verstikking in vuilniszak, onderkoeling of gebrek aan voeding.

Het jongetje werd op 30 december gevonden door een bewoner van de flat aan de Ganzerik in Breda. De vondst leidde destijds tot veel beroering in Breda. Buurtbewoners legden op de plaats waar de baby was aangetroffen knuffels en bloemen neer.