Direct naar artikelinhoud
Klimaatverandering

"Kleine groep Congolezen verantwoordelijk voor grootste deel ontbossing"

"Kleine groep Congolezen verantwoordelijk voor grootste deel ontbossing"

De ontbossing in de Democratische Republiek Congo is het werk van een heel kleine groep landbouwers. Ze doen dit om de extra gewassen die ze kunnen telen, te verkopen. Dat blijkt uit het doctoraatsonderzoek van bio-ingenieur Pieter Moonen (KU Leuven) die een jaar lang veldonderzoek deed in 27 Congolese dorpen.

Moonen ondervroeg 270 Congolese gezinnen. De meeste ondervraagde huishoudens doen aan landbouw, maar slechts de helft ontbost ook zelf. 

Slechts een heel kleine groep - het gaat om de iets rijke boeren - is echter verantwoordelijk voor het gros van de ontbossing. In tegenstelling tot wat de overheid beweert, is hun beweegreden volgens Moonen niet zelfvoorziening. "Ze willen de gewassen op de markt verkopen, want dit is immers een van de weinig manieren om aan cash te geraken. Dat geld hebben ze nodig om de stijgende kosten voor onderwijs en gezondheidszorg te dekken of om westerse consumptiegoederen aan te schaffen. Er wordt daarnaast ook ontbost om de eigendomsrechten te claimen op de vrijgekomen grond", aldus de onderzoeker.

CO²-reservoir

De bevindingen zijn van belang voor het ontbossingsprogramma van de Verenigde Naties, het zogenaamde REDD-project. De VN wil ontwikkelingslanden financieel stimuleren om de ontbossing te vertragen of te stoppen. Ontbossing draagt bij tot klimaatverandering want eeuwenoude bossen zoals die in het Congobekken zijn enorme CO²-reservoirs. Congo wil deelnemen aan het programma en vraagt middelen om de landbouw te intensifiëren. Moonen waarschuwt echter dat dit de beter gegoede boeren, die aan commerciële landbouw doen, kan aanzetten om nog meer te ontbossen. 

Hij pleit ervoor dat overheden met lokale gemeenschappen afspraken maken over welke bossen beschermd moeten worden en middelen vrijmaken om de ontwikkeling te steunen zowel inzake basisvoorzieningen als het creëren van mogelijkheden om ook buiten de landbouw inkomsten te genereren.