Direct naar artikelinhoud
Opinie

'Een parkeervergunning in Centrum is uit de tijd'

Het is prettig om je auto voor de deur te kunnen parkeren, maar in de binnenstad is dat volgens Tim Klein Schiphorst niet langer houdbaar. Hij stelt vijf maatregelen voor om het centrum drastisch autoluw te maken.

Parkeergarage De Kolk, Nieuwezijds VoorburgwalBeeld anp

Als bewoner van Amsterdam-Centrum geniet ik nog dagelijks van de mooie stad. Meestal verplaats ik me per fiets en zeker met mooi weer geniet ik van de gebouwen en de sfeer. Het internationale karakter van de stad is er nog altijd en de pont naar Noord geeft me het gevoel van weidsheid, het gevoel in een wereldhaven te ­varen. Kortom; ik woon op één van de mooiste plekken ter wereld.

Ook vind ik het heel prettig dat ik mijn auto voor de deur kan parkeren, dan kan ik die gebruiken wanneer ik wil. Echter, ik denk dat dat niet langer kan, willen we de binnenstad leefbaar houden.

Fijne stad
Dat niet alleen ik de de stad fantastisch vind, blijkt uit het feit dat het steeds drukker wordt. Dagelijks wordt de stad gevuld door (dag)toeristen en vooral het centrum is langzaam aan het veranderen in één groot pretpark. Dit zorgt ervoor dat de stad langzaam verandert in een plek waar het niet prettig wonen is.

Een fijne stad is een stad met leuke en kwalitatief goede winkels met een divers aanbod en horeca die aan dezelfde eisen voldoet. Dit kan alleen met vaste klanten, bewoners en mensen die in de buurt werken. Daarnaast geeft een fijne stad je de mogelijkheid je van A naar B te verplaatsen in een voorspelbare tijdspanne.

Leefbaarheid
Eén van de grootste vullers van de openbare ruimte is momenteel nog steeds de auto. De meeste auto's die in de stad staan zijn van bewoners, en deze auto's staan daar het grootste gedeelte van de tijd stil. Hetzelfde geldt voor de auto's van dagjesmensen en toeristen, ook zij kunnen hun auto gewoon in de stad kwijt, en worden dus bij het bezoeken van de binnenstad in ruimte beperkt door hun eigen auto's.

Maar bedrijven in het centrum kunnen nauwelijks bezoekers ontvangen. Je kunt zomaar vast ­komen te staan op de grachten en je weet nooit waar je je auto kwijt kunt.

Daarom pleit ik ervoor dat de stad autoluw wordt gemaakt door:

1. Bewoners niet meer via vergunningen in de binnenstad laten parkeren, maar in garages net buiten het centrum,

2. Ook auto's van dagjesmensen en toeristen in deze garages op te vangen,

3. Het aantal parkeerplaatsen drastisch terug te brengen,

4. Parkeerplaatsen in de binnenstad alleen te reserveren voor kort parkeren,

5. Alleen de binnenstad in te mogen rijden om een bewoner of bedrijf te bezoeken. Kom je voor horeca, een winkel of entertainment, dan mag je niet in de stad parkeren en rijden. Dan maak je gebruik van het ov.

De meeste auto¿s in de stad zijn van bewoners en staan daar het grootste deel van de tijd stil

Doordat minder auto's in de stad rijden en parkeren is er meer ruimte voor bewoners, werkers en toeristen om zich voort te bewegen in de stad. Dit bevordert de leefbaarheid, maar zorgt er ook voor dat bedrijven zich weer in de stad willen en kunnen vestigen.

Meer bedrijven zorgen voor meer vaste ­klanten en die zorgen voor een leuker en aantrekkelijker winkel- en horeca-aanbod. Dit alles is mogelijk door parkeermogelijkheden voor bezoekers én bewoners te creëren net buiten het centrum (op fiets- of loopafstand, dus net buiten de echte binnenstad).

Zo houden we de Amsterdamse binnenstad aantrekkelijk, omdat het een gebied blijft waarin wordt gewerkt en geleefd, een echte stad. Daar voelen toeristen zich ook prettig bij: een mooie stad met veel erfgoed waar ook echt ­geleefd wordt. Amsterdam verdient het om Amsterdam te blijven en geen Disneyland te worden.

Tim Klein Schiphorst, bewoner van Amsterdam-CentrumBeeld -