Minder gekukel beter voor de mens
Barneveld
Op de Postweg tussen Lunteren en Barneveld staan we even stil en luisteren naar de mobiele telefoon van Luuk van der Veer, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren in Gelderland. ‘Dit is een gebied met 26 megastallen’, zegt het blikken stemmetje. ‘In een omtrek van 10 bij 10 kilometer lopen hier 154.000 koeien, 272.000 varkens, 190.000 eenden en 4,9 miljoen kippen.’
We rijden met de auto door de Gelderse Vallei en laten ons leiden door een app die de partij van Van der Veer heeft gemaakt. Hierin zijn alle veehouderijen in het gebied opgenomen; komen we langs een bedrijf dan geeft de telefoon met een dierengeluidje aan welke beesten daar worden gehouden en hoeveel.
Onderweg tussen Lunteren en Barneveld kukelt, knort, loeit en blaat de telefoon van Van der Veer aan een stuk door. Rechts van de weg is een bedrijf met vierduizend varkens, een stukje verderop zit een kippenhouderij met 141.000 leghennen. Overal waar je kijkt staan schuren, stallen en voedersilo’s.
De Gelderse Vallei zit vol, aldus Van der Veer, zeg maar overvol. Niet met mensen, maar met dieren. In de driehoek Barneveld, Ede en Scherpenzeel wonen volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) 240.000 koeien, ruim 400.000 varkens en bijna 7 miljoen kippen. Dat is ruim 60.000 dieren per vierkante kilometer.
Meer dan genoeg, vindt Van der Veer. ‘Wij pleiten voor een stop op het aantal dieren in de Gelderse Vallei. Laat bedrijven niet verder groeien.’ Zo’n stop opleggen is mogelijk met de nieuwe Wet dieraantallen en volksgezondheid waar staatssecretaris Martijn van Dam aan werkt. Die geeft provincies de mogelijkheid een maximum te stellen aan het aantal dieren in een regio.
overlast
Wat de Partij voor de Dieren betreft mag die wet voor de Gelderse Vallei liever vandaag dan morgen van kracht worden. Want de intensieve veehouderij zorgt nu al voor aanzienlijke overlast. Barneveld en Scherpenzeel staan in de landelijke top van gemeenten met de meeste uitstoot van geur, ammoniak en fijnstof. Dat kan serieuze gezondheidsklachten veroorzaken bij omwonenden blijkt uit onderzoek van onder andere het RIVM (Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).
Van der Veer laat een kaart zien waarop hij de hoeveelheden uitstoot van fijnstof door Gelderse veehouderijbedrijven met rode cirkels heeft ingetekend. De Gelderse Vallei is donkerrood. Het ‘Sodom en Gomorra van Gelderland’ noemde Van der Veer de Gelderse Vallei in een commissievergadering. ‘Ik dacht aan as en zwavel.’ Woensdag stond het onderwerp op de agenda van Provinciale Staten.
Maar de provincie Gelderland is tegen de wet. Die helpt niet en kan zelfs averechts werken, zegt gedeputeerde Jan Jacob van Dijk (CDA). Van Dijk ontkent niet dat er problemen zijn met de luchtkwaliteit in de Gelderse Vallei. ‘Maar als ik daar iets aan wil doen, dan moet ik juist in contact met de sector.’
Door op voorhand een stop af te kondigen op het aantal dieren, gooi je de discussie in het slot. ‘Dan gaat niemand meer investeren in maatregelen voor schonere lucht.’ Boeren die willen investeren in milieumaatregelen moeten die ook kunnen terugverdienen, vindt Van Dijk. Bijvoorbeeld door hun veestapel juist uit te breiden.
De CDA-gedeputeerde is ook niet overtuigd van de risico’s van concentratie van vee op de volksgezondheid. ‘In Barneveld en omstreken is de veestapel de afgelopen jaren nauwelijks gegroeid. Toch is de luchtkwaliteit aanzienlijk verslechterd. Dat moet met iets anders te maken hebben.’
economisch belang
Wellicht, suggereert Van Dijk, zorgt de groei van biologische bedrijven met kippen die buiten lopen voor meer fijnstof. Quatsch, zegt Van der Veer. Onder de twintig Gelderse bedrijven die de meeste fijnstof uitstoten zit maar één biologisch kippenbedrijf. ‘De provincie laat de economische belangen van de landbouw prevaleren boven de gezondheid van de inwoners.’
Dat vindt ook Volkert Vintges, directeur van de Gelderse Natuur en Milieufederatie. ‘Je gaat meer dieren houden om het milieu te verbeteren. Dat klinkt raar.’ Dat bedrijven milieu-investeringen pas doen als ze die kunnen terugverdienen, klinkt logisch. Maar de praktijk is anders. ‘Boeren die nieuwe stallen bouwen, laten de oude meestal ook gewoon staan. Daardoor wordt de uitstoot niet minder.’
Vintges verwijt Van Dijk dat hij de gezondheidsproblemen van burgers niet serieus neemt. ‘Met gezondheid moet je niet marchanderen. De normen voor fijnstof in de Gelderse Vallei worden nu al overschreden. Dit is puur een lobby van de landbouw.’
Brabant is voor
Brabant, dat de gevolgen van veel dieren op elkaar aan den lijve heeft ondervonden met plagen als Q-koorts en varkenspest, is juist vóór de wet, benadrukt Vintges. Zijn organisatie is een petitie begonnen om staatssecretaris Van Dam te steunen zijn plannen door te zetten. Op die manier kan een einde komen aan de ‘ongebreidelde groei met hogere dierenaantallen en dalende beloning voor de boeren’.
Van Dijk wil de problemen geenszins bagatelliseren, bezweert hij. ‘De gezondheid van burgers staat bij ons hoog in het vaandel. Maar als we deze wet gaan gebruiken heb ik meteen de hele landbouwsector tegen mij. Terwijl ik draagvlak nodig heb.’ Juist door uitbreiding toe te staan, kan hij wat terugvragen van bedrijven.
Ook binnen de sector dringt het besef door dat het zo niet langer door kan gaan, benadrukt hij. ‘De dreiging van dit wetsvoorstel helpt daarbij. Als dat de bedoeling was van Van Dam, dan is hij daar alvast in geslaagd.’
Voor de Partij voor de Dieren ligt de oplossing op een heel ander vlak, zegt Van der Veer boven zijn kakelende en knorrende app uit. In plaats van door te gaan op kwantiteit, kunnen Nederlandse boeren beter investeren in kwaliteit: minder maar beter. ‘Je kunt beter overschakelen op scharrel biologisch. Dat geeft de boeren ook hogere marges.’ <