Direct naar artikelinhoud
Column

Moderne baas blijft zonder dreun op tafel de baas

"De roep om eerherstel van de oude baas is niet modern maar nostalgisch."

Een pleidooi voor eerherstel van de klassieke baas is net zo kansloos als een pleidooi voor eerherstel van de klassieke vader.

"Een moderne baas heeft oog voor zijn mensen maar geeft af en toe een ouderwetse dreun op tafel." De organisatiedeskundigen Edward van der Kruijk en Gersom Smit bepleitten vorige week in Trouw eerherstel voor de klassieke baas.

Puik idee. Maar hun pleidooi gaat nog niet lang niet ver genoeg. Niet alleen de moderne baas verdient eerherstel, de moderne vader ook: een moderne vader heeft oog voor zijn kinderen maar geeft af en toe een ouderwetse dreun op tafel. Ik doe dat geregeld. Het effect is groots: mijn met liefde geperste jus golft over mijn verse krantje, en aan de overkant van de tafel fronzen twee pubers hun wenkbrauwen. Relax man!

Nostalgisch
De roep om eerherstel van de oude baas is niet modern maar nostalgisch. Behalve de directiekamers domineerde dezelfde hiërarchie ook de huizen. Vaak waren het dezelfde mannen; ondergeschikten haalden thuis hun gram. Net als de baas had de vader automatisch gezag. En zo niet, dan sloeg hij met de vuist op tafel. Die tijd is voorbij en komt niet meer terug - hoe modern organisatiedeskundigen de bazige baas ook willen maken.

Vier soorten 'zin'

In deze columns zal Peter Henk Steenhuis vaak verwijzen naar de vier soorten 'zin' die filosoof en voormalig Denker des Vaderlands René Gude (1957-2015) onderscheidt.

De eerste noemt Gude het Zinnelijke, het lekkere, het lijfelijke aspect, het lustvolle. De tweede het zintuiglijke, het esthetische. De derde het zinrijke. Gude: 'We ervaren zin, doordat we volzinnen maken, in staat zijn te verwoorden wat we beleven, ervaren, maken, doen. Dit is de meest letterlijke vorm van zingeving door betekenisgeving.' Als laatste onderscheidt Gude het zinvolle, dat je bijvoorbeeld achter de doelstelling staat van de ondernemingen waar je werkt.

Is dat erg? Wel als dit leidt tot de besluiteloosheid waarover Kruijk en Smit schrijven: "Wat als een team tot twee gelijkwaardige opties komt? Als er tegengestelde belangen spelen? Of iemand zich niet aan afspraken houdt? Vroeg of laat kijkt iedereen naar de baas. En dan komt-ie niet meer weg met een complimentje."

Het lijkt me inderdaad een drama als de leidinggevende of baas op zo'n moment een complimentje uitdeelt. Maar is dat het noodzakelijke gevolg?

Is dat erg? Wel als dit leidt tot de bange manager waarover Kruijk en Smit schrijven: "Managers moeten duidelijkheid verschaffen maar zijn bang geworden om mondige medewerkers voor het hoofd te stoten en de verbinding met het team te verliezen. Hun standpunt hangt daardoor vaak af van wie ze als laatste hebben gesproken."

Managers moeten duidelijkheid verschaffen maar zijn bang geworden om mondige medewerkers voor het hoofd te stoten
Edward van der Kruijk en Gersom Smit

Het valse dilemma
Nogmaals: is dit het noodzakelijke gevolg? Kruijk en Smit bedrijven in hun verhaal een veelgebruikte retorische truc: de drogreden van het valse dilemma. Alsof er geen alternatieven zijn voor de baas die niet meer met zijn vuist op tafel slaat.

Die zijn er wel. Mooi voorbeeld daarvan toonde het VPRO-programma Tegenlicht van 15 februari 2015. Het programma ging grotendeels over Het Nieuwe Werken, over de manier waarop de fysieke werkplek laatste jaren is veranderd, over experimenten met nieuwe vormen van verantwoordelijkheid, van samenwerking, van leiding geven.

Ze toonden ook het Belgische Ministerie van Sociale Zekerheid. Daar had secretaris-generaal van dat ministerie, Frank van Massenhove, zijn departement op de schop gegooid door er Het Nieuwe Werken rigoureus te introduceren. Hij zei: "Het ligt toch niet voor de hand dat werk iets zou moeten zijn dat je tegen je zin doet." Van Massenhove ging het anders doen. Dit betekende onder meer: "Wij bepalen niet wanneer, waar en hoe zij (de medewerkers) zelf resultaten behalen, ze weten dat beter dan de baas." "De bazen worden geëvalueerd door hun eigen mensen. Geen goede chef? Dan blijft hij of zij geen leidinggevende en wordt weer een expert."

Het ligt toch niet voor de hand dat werk iets zou moeten zijn dat je tegen je zin doet
Frank van Massenhove

Van Massenhove's herinrichting van het departement is niet vaag, niet slap, geen voorbeeld van gepolder. Het is eerder bij uitstek een voorbeeld van zingeving van werk, passend bij het zinrijke, Z3, uit de categorie van Gude: ben je in staat te verwoorden wat je doet? Frank van Massenhove: "Dit gaat over de vraag: hoe organiseer je een organisatie? Het is het herdenken hoe je met een pak mensen resultaten krijgt."

En als dit leidt tot 'voortslepende discussies', zoals Kruijk en Smit veronderstellen dan doe je het niet goed. Betekent dat dan dat we terug moeten naar de baas die met de vuist op tafel slaat? Nee, zingeving is lastig, het is hard werken. Elke dag opnieuw. Dat merk ik ook in mijn gezin. Autoriteit wordt niet meer met een klap op tafel afgedwongen.

Soms ontdek ik een manier die goed werkt, soms is mijn aanpak een grandioze sof. Dan is het zaak hard na te denken en iets nieuws te verzinnen, zodat ik wel voor elkaar krijg wat er moet gebeuren. Dat nadenken, dat ambachtelijk zingeven heeft meer zin dan een treurzang aanheffen over mijn verloren gegane positie.

Betekent dat dan dat we terug moeten naar de baas die met de vuist op tafel slaat? Nee, zingeving is lastig, het is hard werken