Op 13 augustus 2014 reed de zeventiger samen met zijn vrouw langs de Klokkehofstraat in Kortessem, toen plotseling een auto, die zich wilde parkeren, half het fietspad oprijdt. De bestuurster doet aan de aankomende fietsers een teken en zegt dat ze verder mogen rijden. Die boodschap komt verkeerd aan bij de bejaarde man en uit protest rijdt hij met zijn fiets opzettelijk tegen de bumper van de auto. Eén van de twee passagiers stapt vervolgens uit om de schade aan de auto te gaan bekijken. Als hij zich wil omdraaien kan hij nog net een uithaal met een klein mesje afweren. De zeventiger raakt met zijn mes verschillende pezen in de arm waardoor de man aan de steekpartij een invaliditeit van tussen de 8 en 10 procent op werk, economisch en huishoudelijk vlak aan overhoudt. Voor deze invaliditeit vraagt de dertiger een schadevergoeding van meer dan 37.000 euro.

De zeventiger zegt dat hij uitgelokt werd door de dertiger, omdat zijn vrouw een duw van hem zou gekregen hebben waardoor die viel. De dertiger ontkent dat en beweert dat de vrouw een duw kreeg van de andere passagier uit de auto. Toen hij zijn vrouw op de grond zag zitten wilde de beklaagde zijn gsm uit zijn fietstas pakken om de politie te bellen, maar greep hij per ongeluk het mes dat daarnaast stak.

De advocaat pleitte dat de bejaarde man handelde uit zowel uitlokking als zelfverdediging. Volgens de procureur en de advocaat van het slachtoffer kan er echter geen sprake zijn van uitlokking, omdat het de vrouw was die een duw van de dertiger of de andere man kreeg en niet de zeventiger die zich in Tongeren moest verantwoorden.

Om hun gelijk voor de rechter te halen schermden de twee partijen met verschillende verklaringen van getuigen. Die velt op 24 oktober een vonnis, maar gaf de bejaarde man nu al de goede raad mee om geen mes meer mee te nemen op zijn fietstochten.