Meer dan honderd veteranen die in 1995 zijn uitgezonden naar de “onmogelijke missie” in Srebrenica hebben zich de afgelopen maanden aangesloten bij de claim tegen de Nederlandse staat. Een aantal van hen was leidinggevende. Dat laten hun advocaten Michael Ruperti en Klaas Arjen Krikke maandag weten.
De veteranen van het bataljon Dutchbat III vinden dat de overheid “ernstig nalatig en onzorgvuldig is geweest”, omdat ze op een missie zijn gestuurd die onuitvoerbaar was. Nadien zijn de oud-militairen twintig jaar lang verantwoordelijk gehouden voor het falen in Srebrenica, zeiden de advocaten eerder tegen ANP. Dat heeft geleid tot onherstelbare financiële en emotionele schade.
Na pas twintig jaar openlijke steun
Het besluit om de rechtszaak aan te spannen kwam enkele dagen nadat de regering voor het eerst openlijk haar steun uitsprak voor de veteranen. Tijdens de Veteranendag erkende minister Hennis (Defensie, VVD) dat de missie op “reeds op voorhand – onuitvoerbaar was”.
De militairen van Dutchbat III hadden de opdracht om in VN-verband de moslimenclave Srebrenica in het voormalige Joegoslavië te beschermen. In 1995 lukte dat niet langer en verliet het bataljon de basis. Srebrenica viel daarop in handen van Bosnisch-Servische troepen, die toen bijna 8.400 moslimmannen en –jongens hebben vermoord.
Karremans definitief niet vervolgd
Of ook voormalig commandant Thom Karremans zich inmiddels heeft aangesloten bij de claim is niet duidelijk. De advocaten achter de claim waren maandag niet bereikbaar voor uitleg of een toelichting. Toen de claim werd ingesteld zei Karremans dat hij niet uitsluit in de toekomst ook juridische stappen te ondernemen. Hij zei het initiatief van de rechtszaak te steunen.
Lees ook: Srebrenica, 20 jaar later: en toch zijn wij ook schuldig.Vorige week werd al duidelijk dat overste Karremans definitief niet vervolgd hoeft te worden voor zijn rol in het drama bij Srebrenica. Nabestaanden van drie slachtoffers hadden daartoe een beroep ingediend Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Ze vonden dat het besluit om Karremans niet te vervolgen voortkwam uit politieke druk.
Volgens het Europese Hof is de klacht van de nabestaanden echter ongegrond. De hoogste Europese rechter volgt daarmee het besluit van het Openbaar Ministerie, dat in 2013 besloot Karremans niet te vervolgen, omdat de commandant geen blaam betrof. Ook het gerechtshof in Arnhem liet dat besluit vorig jaar al in stand.