Direct naar artikelinhoud
Opinie

Leerlingen van alle niveaus door elkaar? Alsjeblieft niet

Zouden persoonlijke vorming en het aanleren van sociale vaardigheden minder goed gaan in klassen waar leerlingen van hetzelfde niveau bij elkaar zitten?

In het rapport van het CPB 'Kansrijk Onderwijsbeleid' staat dat leerlingen beter af zijn als ze op jonge leeftijd bij leerlingen van hetzelfde niveau in de klas worden geplaatst. Met 'beter af zijn' wordt dan bedoeld dat dit goed is voor hun intellectuele ontwikkeling.

Niet iedereen is het daarmee eens. Paul Rosenmöller van de VO-raad stelt dat het op school om veel meer gaat dan de cognitieve ontwikkeling alleen. Kinderen moeten ook leren samenwerken, sociale vaardigheden verwerven en leren omgaan met verschillen. Het onderwijs moet hen vormen tot verantwoordelijke burgers die de democratie en de rechtsstaat respecteren. En dit alles bij voorkeur in heterogene klassen, dus klassen met verschillende niveaus.

Sociale vaardigheden
De vraag is echter of dat in de praktijk zo werkt. Zouden persoonlijke vorming en het aanleren van sociale vaardigheden minder goed gaan in klassen waar leerlingen van hetzelfde niveau bij elkaar zitten?

Deze discussie lijkt een beetje op de wens van de overheid om de kloof tussen rijk en arm te verkleinen door koop- en sociale woningen in één wijk te bouwen. De beleidsmakers gaan er dan van uit dat als de buurtbewoners elkaar op straat ontmoeten er wederzijds begrip komt en misschien wel verbroedering.

Auteur Vincent Fiddelaar is docent geschiedenis op het voortgezet algemeen volwassenonderwijs.

Jaloezie
In de praktijk zijn de kinderen van minder gefortuneerde ouders jaloers op het dure speelgoed van de buren in een koopwoning en hun vaders op de auto van de buurman. Zo gaan de voorstanders van heterogene klassen ervan uit dat de slimme kinderen de minder begaafde kunnen en willen helpen. En dat die laatste groep daar welwillend tegenover staat.

De praktijk die ik zelf dagelijks meemaak in het voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (vavo) is dat slim vaak last heeft van dom om het maar even simpel en misschien wel politiek incorrect te stellen.

Onrustig
In de examenklas van de havo zitten leerlingen die van het vmbo zijn doorgestroomd en leerlingen die vanaf de brugklas al op de havo zitten. Tieners met een vmbo-achtergrond zijn over het algemeen gewoon veel drukker en onrustiger. Dat is niet alleen mijn eigen waarneming, de leerlingen zeggen het zelf ook tegen mij.

De praktijk die ik zelf dagelijks meemaak in de klas is dat `slim¿ vaak last heeft van `dom¿.

Wangedrag, agressie, spijbelen, geweld, sociale problematiek; het komt veel meer voor op de lagere niveaus dan op de hogere niveaus. Dat verklaart deels ook de impopulariteit van het vmbo en het streven van ouders hun kind op de havo of het vwo te krijgen.

Het is daarom een goede zaak dat in Nederland vanaf groep acht de wegen zich scheiden en de slimste kinderen naar het gymnasium kunnen en de minder begaafden naar vmbo-basis.

Denkers en doeners
Je hebt nou eenmaal doeners en denkers met bijpassend gedrag. Ik herinner mij wat een jongetje zei in groep acht toen ik op een basisschool als opleidingsdocent van de pabo op stagebezoek was. Het was april en inmiddels was de Citotoets geweest. Hij zei dat hij geen zin had om die opdrachten te maken, want hij ging toch naar de 'KB'. Hij bedoelde de kader beroepsgerichte leerweg op het vmbo.

Het is een goede zaak dat in Nederland vanaf groep acht de wegen zich scheiden.

Minder begaafde leerlingen zijn vaak veel drukker in de klas, onrustiger en hebben een hele korte spanningsboog. Zij hinderen door hun gedrag de slimmere kinderen die vaak ook meer belangstelling hebben voor de aangeboden leerstof.

Daar komt het aspect van de jaloezie nog bij. Het is mij opgevallen dat te slim zijn in de klas, altijd het antwoord weten op vragen van de juf of meester, irritatie en soms zelfs agressie oproept bij de anderen. Met name in het basisonderwijs kan dit leiden dit tot pesten.

Ongelijkheid
Is ons huidige systeem daarom oneerlijk, biedt het ongelijke kansen? Ongelijkheid bestaat nu eenmaal. Kinderen van hoogopgeleide ouders hebben nu eenmaal een voorsprong. Maar in Nederland is onderwijs gratis, zelfs de boeken in het voorgezet onderwijs zijn gratis.

Rijk en arm hebben niet dezelfde startpositie, maar krijgen wel gelijke kansen. Daarbij komt dat wie hard wil werken op school en gemotiveerd en gedisciplineerd is in dit land kansen krijgt op te klimmen - stapelen heet dat in onderwijsland. Van het vmbo naar de havo, van de havo naar het hbo en van het hbo naar de universiteit. Ook via het mbo kunnen leergierige jongeren doorstromen naar het hoger onderwijs.

Ik zeg het ieder jaar weer tegen mijn leerlingen op het vavo: "Als je hard werkt, kun je veel bereiken".

Dus laten we de heterogeniteit die er nu ook al is binnen het onderwijs zo laten en niet vergroten door kinderen van alle niveaus maar 'gezellig' bij elkaar te zetten, want dat komt de arbeidsvreugde van docenten en de ontwikkeling van veel tieners niet ten goede.

Wie hard wil werken op school en gemotiveerd en gedisciplineerd is in dit land kansen krijgt op te klimmen - stapelen heet dat in onderwijsland.