Direct naar artikelinhoud
Column

We willen met iemand zijn die we niet verdienen

De in Amsterdam geboren en getogen schrijver James Worthy (36) probeert in Het Parool van maandag, woensdag en vrijdag iets van het leven te begrijpen.

James WorthyBeeld Agata Nowicka

Hij fietst en zij kijkt omhoog. De wind laat haar oor­bellen rinkelen. "Muntstukken in een draaiende wasmachine," zegt hij, terwijl een lege nachtbus langs een verlaten halte rijdt. Haar armen zitten zo stevig om zijn middel heen dat hij zijn tenen niet meer voelt.

Voor een kroeg staan drie studenten te roken. Ze schreeuwen obsceniteiten naar iedereen die langsfietst. Hij wil afstappen, maar zij houdt hem tegen. Hij wil de fietspomp pakken en hun schedels lek slaan, maar zij fluistert kalmerende lettercombinaties in de oren waar zojuist nog stoom uitkwam.

Hij wil alle spaken van zijn fiets in hun nekken rammen, hij wil zee-egels van hun adamsappels maken, maar haar stem is een verdovingsgeweer en zijn woede is een uit de dierentuin ontsnapte sneeuwpanter. "Als je een echte man zoekt, moet je nu afstappen," vervolgt het geteisem.

Even is hij bang dat ze afstapt, maar daarna is hij nog banger, omdat hij voelt dat hij wil dat ze afstapt. Het is niet dat hij haar wil verliezen, maar mede dankzij het gevoel dat hij haar kan verliezen, is hij in staat om haar te behouden.

Ze streelt met haar handen over zijn wangen. Haar koude vingers ruiken naar zijn aftershave.

"Het klinkt misschien gek, maar ik wilde net afstappen," zegt ze.

"Ik wilde het ook."

"Wilde je het lang?"

"Nee, maar ook niet kort."

"De vaas is het mooist als hij valt."

"Hoe bedoel je?" vraagt hij.

"Dat zegt mijn vader altijd. Mooie dingen zijn het mooist net voordat ze
kapot gaan."

"Weet je wat mijn vader altijd zegt?"

"Nee."

Als je een echte man zoekt, moet je nu afstappen

"Mijn vader zegt altijd dat hij zich twaalf uur per dag te goed voor mijn moeder voelt en dat hij zich de andere helft van de dag te min voor haar voelt. En dat dat precies goed is."

"Jij verdient mij niet," zegt zij.

"En jij verdient mij ook niet."

"Maar ik wil ook helemaal niet met iemand zijn die ik verdien."

"We willen met iemand zijn die we niet verdienen."

Hij fietst en zij kijkt omhoog. Ze telt de sterren en ­begint over die nieuwe aarde-achtige planeet: "Proxima b, ik begrijp die namen nooit zo goed. Het lijkt net alsof de naamgevers van sterren en planeten nooit verliefd zijn."

"De naamgevers van kometen en orkanen daarentegen lijken constant verliefd."

"Over verliefd gesproken, ik voel weer wat," zegt ze.

"Ik ook. Ik voel een meteorenregen in mijn buik."

"Teruggooien."

"Wat, schat?"

"Een vis die je vangt, gooi je terug. Wij hebben elkaar vannacht teruggegooid en vanochtend hebben we elkaar weer gevangen. Dat is wat liefhebben is. Elkaar iedere dag weer proberen te vangen."

Ze maakt een haak van haar wijsvinger en drukt deze tegen de binnenkant van zijn wang aan. Hij spartelt niet tegen.

Reageren? james@parool.nl

Het lijkt net alsof de naamgevers van sterren en planeten nooit verliefd zijn