Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Milieu en natuur

Lucy is hard uit de boom gevallen

Paleontologie Het type breuken in het skelet wijst op een val van grote hoogte. Leefde onze voorouder nog in de bomen?

Het aapmensje Lucy is 3,2 miljoen jaar geleden uit een boom gevallen. Ze maakte een flinke smak, brak meerdere botten en stierf. Dat heeft een Amerikaans team van wetenschappers afgeleid uit het breukenpatroon in Lucy’s skelet. Het onderzoek is maandag in Nature gepubliceerd. De onderzoekers noemen het „ironisch” dat ze hiermee aantonen dat Lucy een deel van haar leven in bomen doorbracht.

Botsplinters

Kappelman zag dat onder meer Lucy’s enkels, heup, ribben, knieën en schouders gebroken waren. Op sommige plekken staken nog botsplinters en -schilfers in de breuk.

Die botbreuken moeten rond Lucy’s dood zijn ontstaan. De fijne botsplinters zouden niet in de breuk blijven steken als het zachte weefsel al was vergaan. En er was ook geen sprake van genezing: daarvoor waren de randen te scherp.

De meest overtuigende aanwijzing dat Lucy is gevallen is een viervoudige breuk aan het uiteinde van het opperarmbeen. Zulke breuken ontstaan wanneer mensen hun armen uitstrekken om hun val te breken. Het opperarmbeen klapt dan ‘als een hamer op een aambeeld’ op het schouderblad en breekt.

Lucy is het wereldberoemde skelet van een Australopithecus afarensis, een vroege mensachtige met aap-achtige trekjes. Het skelet werd in 1974 in Ethiopië opgegraven en maakte in 2008 een tour langs Amerikaanse musea. John Kappelman van University of Texas maakte toen CT-scans van Lucy’s botten.

500px_lucie

Ook andere breuken wijzen op een val, zoals in het dijbeen. Het uiteinde van het dijbeen is gebroken door grote kracht in de lengterichting van het bot. Dat betekent volgens de onderzoekers dat Lucy haar benen gestrekt hield, met haar voeten voor het eerste grond raakte. De onderzoekers hebben ook andere botbrekende scenario’s overwogen, zoals een overstroming of vertrappeling door dieren, maar dat past niet bij een breuk in de lengte-as van het bot.

De boom waaruit Lucy is gevallen stond waarschijnlijk naast het water: Lucy lag begraven in de bedding van een ondiepe stroom. Ten tijde van haar val stond het riviertje misschien droog, opperen de onderzoekers, en maakte ze een flinke smak op de harde ondergrond.

Fruit verzamelen

Maar waarom zat Lucy in de boom? Misschien verzamelde ze fruit of sliep ze in de boom, zoals moderne chimpansees doen. Chimpansees bouwen hun boomnesten tussen de 8 en 21 meter hoog en klimmen tot maximaal 35 meter hoog om fruit te verzamelen, een hoogte vergelijkbaar met de twaalfde verdieping.

Een chimp die uit z’n nest valt bereikt een valsnelheid van zestig kilometer per uur. Dat is genoeg om orgaanschade op te lopen. De longen kunnen bijvoorbeeld geplet raken tussen borstbeen en ruggengraat.

„Een fascinerend verhaal, dat zeker controversieel zal blijken”, vindt Nancy Lovell, emeritus-hoogleraar antropologie. Lovell heeft zelf onderzoek gedaan aan botbreuken bij apen. “Niet alle verwondingen hoeven het gevolg te zijn van een klap op de grond, bij een val uit een bom raak je waarschijnlijk ook takken op de weg naar beneden.”

Carel Goslings, traumachirurg bij het AMC, spreekt van een ‘mooie en gedegen analyse, die natuurlijk wel speculatief blijft’. „De fracturen in het bekken en heiligbeen zijn wel erg verbrijzeld. Zelfs in een traumacentrum zoals het AMC, waar wij regelmatig mensen na vallen (of sprongen) van grote hoogte behandelen, zien we maar zelden een breuk met zo veel fractuurlijnen en fragmenten. Ik sluit niet uit dat een deel daarvan toch na de dood is ontstaan.”

Paleo-antropoloog Chris Stringer van het Natural History Museum in Londen vindt het aannemelijk dat Lucy in bomen klom. „Gezien hun bovenlijf waren australopitheci betere klimmers dan wij”, zegt Stringer. „Tegelijkertijd zie je in het onderlijf aanpassingen aan het rechtop lopen, ze hadden minder sterke grijpvoeten dan chimpansees. Het is goed mogelijk dat ze meer gevaar liepen uit een boom te vallen dan chimpansees.”