Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Terrorisme

VS uiten kritiek op handelen Turkije in Noord-Syrië

De Verenigde Staten vinden de gevechten tussen het Turkse leger en Koerdische rebellen “onacceptabel”.

Turkse legertanks op weg naar Jarablus vier dagen geleden.
Turkse legertanks op weg naar Jarablus vier dagen geleden. Foto Reuters

De Verenigde Staten vinden de aanhoudende gevechten tussen het Turkse leger en de door Koerdische rebellen gedomineerde Syrische militie SDF “onacceptabel”. De VS willen dat de gevechten, die al enkele dagen voortduren sinds de inval van Turkije in Noord-Syrië, zo snel mogelijk stoppen.

Turkse strijdkrachten voerden de afgelopen 24 uur 61 beschietingsacties uit rond de stad Jarablus en raakten daarbij twintig doelwitten, verklaarde het Turkse leger maandag.

Vooral het feit dat door Turkije gesteunde troepen steeds dieper het noorden van Syrië binnendringen, zorgt voor kritiek van de NAVO en de Verenigde Staten.

Zeker gevechten op plekken waar Islamitische Staat (IS) niet aanwezig is vormen volgens de Amerikaanse afgezant voor de wereldwijde coalitie voor de strijd tegen IS, Brett McGurk, “een bron van grote zorg”. Hij schreef op Twitter:

Twitter avatar brett_mcgurk Brett McGurk DOD: We want to make clear that we find these clashes -- in areas where #ISIL is not located -- unacceptable and a source of deep concern.

Later op de dag liet ook het Witte Huis weten niet achter de aanvallen van Turkije dieper in Syrië te staan. Dit zou het vormen van een gemeenschappelijk front tegen IS bemoeilijken, zo luidde de verklaring.

Operatie Eufraat-schild

SDF is de belangrijkste tegenstander van IS in het noorden van Syrië. Koerdische strijders van de militie YPG domineren SDF. En daar heeft Turkije moeite mee. NRC-redacteur Toon Beemsterboer legde dit onlangs in de krant al uit:

“Turkije stuurde tanks en militairen naar Syrië om de rebellen te helpen bij de inname van Jarablus, een grensstad die in handen was van de terreurbeweging Islamitische Staat (IS). De operatie werd ‘Eufraat-schild’ gedoopt. Daaruit bleek dat Turkije nog een ander, belangrijker doel had: Koerdische troepen terugdringen ten oosten van de Eufraat [rivier].”

De Turken wilden met hun inval voorkomen dat Jarablus zou worden ingenomen door de YPG, schreef ook NRC-redacteur Floris van Straaten. Want daarmee zouden de Syrische Koerden een in Turkse ogen verontrustend groot deel van Noord-Syrië in handen krijgen.

“Tot vrijwel elke prijs willen ze vermijden dat de 2,5 miljoen Syrische Koerden een eigen autonoom gebied krijgen, zoals de Iraakse Koerden. Nieuwe successen voor de YPG zouden PKK-strijders nieuwe inspiratie kunnen bieden die in het zuidoosten van Turkije het laatste jaar weer een felle strijd voeren tegen het Turkse leger.”

Militaire raad van Jarablus kondigt terugtrekking aan

Turkije leek aanvankelijk bij zijn inval te worden gesteund door de Verenigde Staten. Dat land ziet in zowel Turkije als SDF een bondgenoot. Maar de Amerikanen lijken klem te zitten en waarschuwen Turkije nu dus alsnog na de eerdere steunbetuigingen.

Het Turkse leger dreigde maandag juist met extra aanvallen als de terugtrekking van SDF niet “onmiddellijk” plaatsvindt. Strijders die worden gesteund door SDF kondigden later op de dag aan zich op zijn minst een stuk terug te willen trekken. Zij stelden in een online geplaatste verklaring:

“Wij, de Militaire raad van Jarablus en het omringende platteland, kondigen aan dat onze strijdkrachten zich terugtrekken tot onder de Sajour rivier, om zo de levens van burgers te sparen en een aanleiding voor nieuwe aanvallen op dorpen en burgers weg te nemen.”

Turkije reageert fel op kritiek van VS

Het is echter de vraag of Turkije genoegen neemt met deze aankondiging.

Het land leek in ieder geval niet onder de indruk van de Amerikaanse kritiek op zijn handelen. Omer Celik, de Turkse minister van Europese Zaken, zei maandag op een persconferentie in Ankara:

“Niemand heeft het recht ons te vertellen welke terroristische organisaties we wel en niet mogen bestrijden.”

Maandag werd ook bekend dat de Amerikaanse president Barack Obama en zijn Turkse collega Recep Tayyip Erdogan elkaar op zondag 4 september zullen ontmoeten. Zij zullen het dan ongetwijfeld ook hebben over de situatie in het noorden van Syrië.