‘Vet! Ik voel de grond trillen’
Soesterberg
‘Whoahhh!’, brult een joch van een jaar of acht naar zijn vader. Zijn ogen glinsteren. ‘Vet! Ik voel de grond helemaal trillen!’ In een wolk van stof scheurt een tank voorbij die van zijn geschutskoepel is ontdaan. Zo is er ruimte gemaakt om een handjevol bezoekers de ervaring te bieden van het rijden in een echte tank. De bezoekers moeten daarvoor een tientje per persoon lappen, maar dat deert niemand. De tankchauffeur heeft het de hele dag druk op het speciaal aangelegde circuitje tegenover de grote arena, die zonovergoten plaats biedt aan vijfduizend bezoekers.
Die zijn er. Het eerste TankEvent van het Nationaal Militair Museum in Soesterberg is volledig uitverkocht. Vijfduizend mensen op zaterdag, en nog eens vijfduizend op zondag. De speciaal voor dit doel aangelegde arena is het hart van het evenement. Op een klein circuit rolt hier een eeuw tankgeschiedenis voorbij. De eerste en oudste tank is eigenlijk vrij nieuw: het is een filmrekwisiet. De Mark IV is gebouwd voor de Amerikaanse oorlogsfilm War Horse, in opdracht van Steven Spielberg. Maar een kniesoor die erop let. Dichter dan dit kom je niet bij de allereerste Britse tank die op 15 september 1916 het slagveld van de Eerste Wereldoorlog op rolde.
Goed is te zien hoe traag en log het apparaat eigenlijk is. De bemanning moet het vreselijk gehad hebben, in die kleine ruimte, onder zwaar vijandelijk vuur, gassen inademend van het eigen geschut, omdat het apparaat nauwelijks geventileerd was. Maar het werkte. Engeland bouwde die oorlog nog duizend tanks.
David Willey, specialist van het Britse tankmuseum in Bovington, is spreekstalmeester. Hij vertelt dat de tanks nog notoir onbetrouwbaar waren ook. ‘De Duitsers bouwden er in de hele oorlog maar twintig. Ze hebben vooral Britse tanks gebruikt die ze hadden opgelapt nadat ze op het slagveld kapot waren gegaan.’
Bij de Russische T34 – een icoon van een tank – is de speaker vol lof. ‘Dit is een van de beste tanks die er ooit gemaakt zijn. Het ding is zo simpel, zo ruw gebouwd dat een Duitse ingenieur het nooit uit zijn fabriek had laten rollen. Maar van deze tank zijn er tachtigduizend gemaakt, en er zijn er bijvoorbeeld in de Balkanoorlogen van de late jaren negentig nog enkele ingezet.’
tankloze natie
De ironie van de dag is natuurlijk dat Nederland sinds kort een tankloze natie is. Alles is wegbezuinigd. Nu ja, we hebben sinds kort met enig schaamrood weer een paar leasetanks: Leopard II A6 tanks van de Duitsers. Een ervan staat op het terrein, een stroom van kinderen staat te wachten tot ze er een kijkje binnenin mogen nemen. De militairen helpen ze naar binnen en vertellen ze alles wat ze weten willen.
oudere man
Even verderop staat een militair uitleg te geven aan twee jonge kerels bij een wat ouder exemplaar, een Leopard II A4. ‘In Afghanistan mochten we de tanks óók al niet inzetten. Dat zou te agressief overkomen. Hebben ze óók spijt van gekregen. De Nederlandse tanks zijn alleen bij de missie in Bosnië ingezet.’ De militair zucht, en maakt zich op voor de onvermijdelijke conclusie: ‘Het is allemaal politiek.’
Even verderop laat een oudere man zich door zijn zoon fotograferen bij een tank. Zijn ogen zijn vochtig. ‘Hier heb ik op gediend.’ <