Direct naar artikelinhoud

Tegen de afspraak in worden er steeds meer flexibele arbeidscontracten afgesloten

Vooral in de thuiszorg zijn flexibele contracten schering en inslag. Foto dient als illustratie, de personen op de foto hebben niets met het verhaal van doen.

Het aantal mensen dat op oproepbasis werkt, veelal met een nulurencontract, is vorig jaar verder gestegen met 20.000 naar 551.000. In 2010 waren er nog 400.000 mensen die geen enkele zekerheid hebben over wanneer ze moeten werken en hoeveel uren. Daarbij verdienen ze veel minder per uur dan hun collega's met een tijdelijk of vast contract.

Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) die Trouw heeft opgevraagd. Werkgevers, vakbonden en minister Asscher van sociale zaken spraken in 2013 nog af dat het werken op oproepbasis een halt moest worden toegeroepen. Daar is dus nauwelijks gehoor aan gegeven, blijkt nu.

Minister Asscher zag destijds af van ingrijpen nadat werkgevers en werknemers afspraken om in cao's passages op te nemen over oproepcontracten. Zo staat er bij veel arbeidsovereenkomsten in de zorg dat in 2015 wordt gestopt met nulurencontracten. Deze werknemers moeten een ander contract krijgen. "Dat is ook gebeurd", weet FNV-bestuurder Maureen van der Pligt. "Alleen kregen veel werknemers toen een éénurencontract. Daar schiet je niet veel mee op."

Veel werknemers kregen in plaats van een nulurencontract een éénurencontract. Daar schiet je niet veel mee op
Maureen van der Pligt, FNV

Vooral in de thuiszorg zijn flexibele contracten schering en inslag. "Wat we ook veel zien zijn de min-max-contracten. Daarin staat dat iemand bijvoorbeeld minimaal vier uur per week werkt en maximaal twintig uur. Die bandbreedte willen we kleiner krijgen. Mensen weten nooit hoeveel uren ze moeten werken en dus ook niet hoeveel geld er aan het einde van de maand op hun rekening staat", aldus Van der Pligt.

Goedkoper
Naast de zorg komen oproepcontracten veel voor in de horeca en de handel. Het is wel te begrijpen dat een strandtent minder personeel nodig heeft als het plenst en dat een ijsverkoper het druk heeft op hete zomerdagen, maar flexibele contracten worden ook ingezet omdat het simpelweg goedkoper is dan een tijdelijk of vast contract.

De gemiddelde beloning in de horeca ligt voor vaste krachten op ruim 14 euro per uur. Voor tijdelijke krachten ietsje lager. Maar flexibele krachten in café, restaurants en hotels krijgen gemiddeld nog geen tien euro per uur. In de industrie is het verschil nog groter. Daar krijgt een vaste kracht ruim 22 euro, een flexibele kracht ontvangt 12,50 per uur, weet het CBS. Dat komt mede doordat de meeste werknemers met een oproepcontract in die sectoren jong zijn, nog geen 25 jaar.

In de zorg ligt het verschil in beloning op ongeveer 5 euro per uur. "De werknemers accepteren het omdat ze niet weten waar ze volgens de cao recht op hebben", zegt Van der Pligt. Een ander vervelend aspect van oproepcontracten, meldt de FNV, is dat deze mensen er geen baantje bij kunnen nemen omdat ze niet weten wanneer ze worden opgeroepen.

Minister Asscher (Sociale Zaken) greep vorig jaar niet in.

Volgens de Wet Werk en Zekerheid krijgen oproepkrachten na een half jaar meer rechten. Als iemand met een éénuurcontract toch telkens 20 per week werkt, dan kan deze werknemer na zes maanden eisen dat hij of zij voor 20 uur per week betaald krijgt. Bijna niemand weet dit, aldus de FNV.

De vakbonden hebben goede hoop dat in 2016 het aantal oproepkrachten wél afneemt. De ziekenhuizen hebben namelijk echt afscheid genomen van de nulurencontracten. Eind vorig jaar zijn er ook afspraken gemaakt in de cao's van de gehandicaptenzorg en de jeugdzorg. De Stichting van de Arbeid, het overlegorgaan van werknemers en werkgevers, zag begin dit jaar nog geen aanleiding om aanvullende maatregelen te treffen, of de minister hiertoe te adviseren.