Onbegrip bij Mokhtar A. over beschuldiging van bigamie
Utrecht
Mokhtar A. gaf het voor de rechtbank ruiterlijk toe: hij heeft een tweede vrouw getrouwd in Marokko, het land waar hij is geboren.
A. had al veel eerder van zijn eerste vrouw willen scheiden, met wie hij ruim twintig jaar getrouwd was. Hij wilde graag kinderen, en zij bleek die niet te kunnen krijgen. Toen zijn echtgenote een scheiding weigerde, wendde hij zich tot de rechtbank in Marokko. Die vonden het feit dat A. graag kinderen wilde zo zwaarwegend, dat hem een tweede huwelijk werd toegestaan.
Inmiddels heeft hij met zijn tweede vrouw een zoontje van twee; zij woont met de geremigreerde ouders van A. in Marokko. In 2014 is zijn eerste vrouw alsnog van hem gescheiden. Probleem opgelost toch?, vindt A., die door alle stress van de slepende rechtszaak zichzelf als grootste slachtoffer ziet. Daar denkt het Openbaar Ministerie anders over. De officier van justitie beschuldigt hem ervan dat hij op 3 oktober 2012 in Taza met een andere vrouw in het huwelijk is getreden, terwijl hij reeds getrouwd was. En bigamie is verboden bij de Nederlandse wet.
Zijn advocaat Boumanjal noemt het Nederlandse recht op dit punt ‘paternalistisch’. ‘In Nederland gaan veel mensen vreemd, als ze op hun partner zijn uitgekeken. Volgens de islamitische waarden is vreemdgaan verboden. Als die tweede vrouw instemt met het huwelijk, en er dus geen sprake is van dwang, waarom zou Nederland zich dan moeten bemoeien met wat er achter de voordeur gebeurt?’
strenger recht
De officier van justitie had eerder de zaak willen seponeren. Maar de eerste vrouw stapte naar het hof, waar ze een artikel-12-procedure begon, om het Openbaar Ministerie tot vervolgen te dwingen. Die procedure heeft ze gewonnen.
Dit is, voor zover Boumanjal bekend, pas de derde zaak over bigamie in Nederland. Het Nederlandse recht is bovendien strenger geworden op polygamie. Sinds 2013 kunnen niet alleen personen met de Nederlandse nationaliteit, maar ook ingezetenen van Nederland hiervoor worden aangeklaagd, ook als het tweede huwelijk in het buitenland is voltrokken.
Tegenover de rechter betoogde Boumanjal dat er in 2012, toen A. met zijn tweede vrouw trouwde, nog sprake was van rechtsongelijkheid. A. was strafbaar, omdat hij, naast de Marokkaanse, ook de Nederlandse nationaliteit bezit. ‘Maar een andere Marokkaans-Nederlandse man, die toen hetzelfde zou hebben gedaan, maar niet met de Nederlandse nationaliteit in Nederland woonde, zou toen hiervoor niet zijn aangeklaagd. Pas in 2013 is de wet veranderd.’
Met dit argument vraagt de advocaat aan de rechters om het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de deze zaak.
Volgens het Openbaar Ministerie is er geen sprake van rechtsongelijkheid maar van een ontwikkeling van het Nederlandse recht. ‘Zeker is, dat niet overal in de wereld op dezelfde manier over bigamie wordt gedacht. In sommige landen is het niet strafbaar’, aldus de officier van justitie.
De rechters nemen op 1 november een beslissing. <
Er zijn geen officiële cijfers, maar volgens vrouwenrechtenactiviste Shirin Musa van Femmes for Freedom komen bigamie en andere vormen van polygamie wel degelijk veel voor in Nederland, met name in de moslimgemeenschap. Zij kent tientallen schrijnende gevallen. ‘Er is veel verborgen onrecht en wanhoop.’ Aangifte doen van bigamie voelt beschamend en politie en justitie geven er weinig prioriteit aan.