De onderzoeksrechter preciseert in zijn verordening dat Adel Kermiche ervan “overtuigd was om zich te gedragen” en dat zijn familie bereid leek om “toezicht te houden en hem te begeleiden”. De jongeman werd sinds zijn zesde levensjaar regelmatig gehospitaliseerd wegens psychische problemen.

Het parket van Parijs besliste in beroep te gaan tegen de verordening van de onderzoeksrechter, die ze “weinig overtuigend” vond. Het parket voerde aan dat door de voorziene beperkingen van de juridische controle volledig naast de context van dit dossier wordt gegrepen. “Onder deze omstandigheden is het niet aangewezen een tweede kans te geven, want het risico op recidive is erg groot in geval van een invrijheidstelling”, meende het Openbaar Ministerie toen.

Advies niet gevolgd

De raadkamer volgde het advies van het parket niet. Adel Kermiche kreeg huisarrest bij zijn ouders en moest een elektronische enkelband dragen.

De jongeman werd in maart 2015 aangeklaagd wegens “criminele bendevorming in verband met terroristische activiteiten” omdat hij probeerde zich bij de jihadisten in Syrië aan te sluiten. Hij werd eerst onder gerechtelijke controle geplaatst, maar in mei 2015 opgesloten na een tweede poging om naar Syrië te vertrekken.

In de gevangenis deelde Adel Kermiche de cel met een Saoediër en maakte er kennis met een jonge Fransman die 18 maanden had doorgebracht bij de troepen van de ISIS, aldus de krant.