Direct naar artikelinhoud

Bovenop het nieuws, zonder journalisten

Illustratie

Met de smartphone zat je bovenop het nieuws in Nice of Ankara. Het Journaal bleek niet nodig om live mee te kijken. Livestreaming, de volgende stap in de ontwikkeling van sociale media, is een uitdaging voor de journalistiek.

De wereld kon zien hoe Philando Castile stierf. Zijn vriendin filmde hoe hij bloedend in de passagiersstoel hing, het pistool van de paniekerige Amerikaanse agent stak nog door het autoraampje.

Via tientallen mobiele telefoons kon iedereen waar ook ter wereld op de avond van de mislukte coup live de tanks door de Turkse straten zien rollen, nog voor de NOS melding maakte van schoten in Ankara.

Een avond eerder, op Quatorze Juillet, kon de hele wereld getuige zijn van de paniek op de promenade van Nice, nadat een witte vrachtwagen zich door een feestende menigte had geploegd. En afgelopen vrijdag waren er via sociale media al beelden te zien van de schietpartij in München nog voor er politie of journalisten in het winkelcentrum waren.

Je bent na twee drukken op de knop aan het filmen via Periscope, je volgers op Twitter krijgen een seintje wanneer je live bent

Laagdrempelig
Het is het gevolg van een nieuwe mediawerkelijkheid. Dat de nieuwsconsument veelvuldig naar sociale media als Twitter grijpt wanneer er iets groots in de wereld gebeurt, is al niet nieuw meer. Maar apps als Facebook Live, Live.ly en Periscope maken het nu mogelijk om vanuit de luie stoel ook direct mee te kijken naar livebeelden van rellen op het Taksimplein of een concert van Bruce Springsteen. En dat is wel nieuw.

Livestreaming wordt het genoemd. Telefoons worden steeds sterker, camera's steeds beter en internet steeds sneller. De nieuwe apps zijn bovendien ontzettend simpel, en laagdrempeligheid is onmisbaar, wil een app kans van slagen hebben. Je bent na twee drukken op de knop aan het filmen via Periscope of vergelijkbare apps, je volgers op Twitter krijgen een seintje wanneer je live bent. Andersom kun je met zo'n app zo via GoogleMaps een rood puntje uitzoeken op het Taksimplein of het Malieveld, en je ziet wat daar op dat moment gebeurt.

De livestream app Periscope

Concurrentie
Periscope is nu een jaar uit, Facebook lanceerde zijn live-functie in april. Google werkt momenteel aan een laagdrempelige livefunctie via YouTube. Inderdaad, dat zijn de techreuzen. Want dergelijke apps drijven op de bestaande sociale netwerken.

Delen is de sleutel tot je publiek: Facebook geeft je een seintje als een van je vrienden live gaat. Wanneer die stream interessant genoeg is - zeg, een schietpartij in de straten van Dallas - zal dat direct gedeeld worden. Er ontstaat een sneeuwbaleffect, in een mum van tijd kijken er een miljoen mensen door de camera van jouw smartphone.

Er is een wereld in aantocht waarin iedereen met een smartphone alles kan delen - zo'n dictatuur van transparantie als schrijver Dave Eggers al voorspelde in zijn roman 'The Circle'. Die dystopie blijft voorlopig uit, maar de journalistiek heeft er geduchte concurrentie bij nu iedereen een cameraploeg in zijn broekzak heeft.

De journalistiek heeft er geduchte concurrentie bij nu iedereen een cameraploeg in zijn broekzak heeft

Journalistiek
En zo is dus opeens iedereen verslaggever. Wat betekent dat voor de journalistiek? AvroTros-journalist Lammert de Bruin is sociale media-redacteur bij Een Vandaag. Hij (met tegen de 14.000 Twitter-volgers) gebruikt Periscope veelvuldig en zat in het testpanel van de app. Hij streamde zichzelf, winkelend, in de Kalverstraat in Amsterdam. Echt leuk werd het toen hij om de hoek stuitte op de bezetting van het Maagdenhuis door studenten, die toen net gaande was.

De Bruin: "Dat was mijn eerste journalistieke Periscope. Vroeger had je een straalwagen nodig om live te gaan. Nu is het ontzettend makkelijk om als er iets gebeurt dat direct online te gooien. Daarbij is de interactie het mooie van de app: kijkers kunnen via dezelfde stream chatten. Zo kunnen ze bijvoorbeeld vragen of je even de camera naar links kan draaien."

Het is eigenlijk heel simpel, vervolgt De Bruin: "Mensen hebben de sterke behoefte om iets zo snel mogelijk te zien als er iets belangrijks gebeurt in de wereld. Ik kan me nog herinneren dat kort na de lancering van Periscope de Jumbo in Groningen werd ontruimd wegens een bommelding. Er stond een jongen dat allemaal te streamen met zijn telefoon en die kreeg toen nota bene van RTV Noord een batterij te leen om te kunnen blijven filmen." Journalisten moeten al die livestreams niet zien als bedreiging voor hun werk, maar ze moeten het wel goed in de gaten houden, meent hij.

(tekst loopt door onder de afbeelding)

Journalisten moeten al die livestreams niet zien als bedreiging voor hun werk, maar ze moeten het wel goed in de gaten houden
Lammert de Bruin, social media-redacteur
Illustratie

Tegenstrijdig
Die discussie of iets als Periscope een bedreiging vormt voor traditionele journalistiek is eigenlijk al zo oud als de sociale media, zegt Mark Deuze, hoogleraar mediastudies aan de Universiteit van Amsterdam. "Het valt op dat de opkomst van sociale media voor twee tegenstrijdige, maar elkaar versterkende bewegingen in het medialandschap heeft gezorgd. De gevestigde journalistiek valt steeds meer terug op slow journalism, vandaar de zogeheten longreads en de reconstructies of ook de toegenomen populariteit van documentaires. Maar daartegenover zie je steeds meer snelle realtime-journalistiek."

Bij dat laatste begeven ook niet-journalisten zich op het verslaggeverspad, zegt Deuze. "Soms onbedoeld, maar vaak wél bedoeld, zoals die vrouw die de dood van haar vriend op Facebook zette. Dat heeft weer het effect dat die gebeurtenis is gevormd doordát ze het via Facebook uitzond."

Livestreaming zal niet verdwijnen, verwacht Deuze. "Je kunt het als professionele journalist dus maar beter omarmen, bedenken wat je ermee kunt. Dat gebeurt ook al. Zo ontstaan er nieuwe genres als liveblogs op internet. Internetredacteuren die op Twitter, Instagram, Facebook en ook Periscope relevant materiaal verzamelen. Dat gebeurt vooral in de sportverslaggeving, kijk naar de liveblogs rondom de Tour de France, maar ook rond de Republikeinse Conventie in de Verenigde Staten."

Leren omgaan met al die informatie zou eigenlijk een schoolvak moeten zijn
Mark Deuze, hoogleraar mediastudies

Overbodig
Maar één op één doorplaatsen van al die beelden die via sociale media verspreid worden blijft lastig, zegt Deuze. "Zelf zullen journalisten direct roepen dat dat met ethiek te maken heeft. Met professionele afwegingen. Maar het gaat hier ook gewoon over hun bestaansrecht. De journalistiek claimt dat zij zaken ontsluit die moeilijk toegankelijk zijn. Maar het simpel doorplaatsen van wat iemand op straat filmt, waar iedereen al toegang toe heeft, maakt de rol van die redacteur als curator eigenlijk overbodig."

Daarom belde de NOS tijdens de ingelaste live-uitzending rondom de Turkse couppoging met oud-correspondenten die toevallig in de buurt zijn, denkt Deuze. Hij noemt het een genre-truc: "Met het inschakelen van een professional geven ze aan nog steeds relevant te zijn. Bedenk: verreweg de meeste mensen gaan níet actief op zoek naar streams als er een ramp gebeurt. Die zetten nog gewoon de televisie aan."

Context
Maar maken journalisten zichzelf niet overbodig als ze als bron voor iedereen toegankelijke livestreams gebruiken? Niet per se, denkt Deuze. "Maar het Journaal of de krant moet er waarde aan toevoegen. Door context aan te brengen bijvoorbeeld. En het is ook bij uitstek de taak van journalisten om te checken of die stream inderdaad op dat moment op het Taksim-plein wordt opgenomen."

Daarin verschilt een verslaggever ook van een 'burger' met een smartphone, vervolgt Deuze. "Het gaat vooral om de mate van verantwoordelijkheid. De burger-met-de-smartphone gaat er niet van uit dat hij wordt aangesproken op wat hij filmt. Maar journalisten maken een afweging, kiezen wat ze laten zien, vanuit ethische gronden, of goeie smaak."

Want dat miljoenen ogen op de wereld gericht zijn, wil nog niet zeggen dat de werkelijkheid wordt weergegeven. En als iedereen filmt, valt nooit meer het kaf van het koren te scheiden, meent Deuze. "Daarbij: door die overdosis aan informatie kun je je eigen werkelijkheid samenstellen. Wat dat betreft zou in dit informatietijdperk kritisch leren omgaan met die informatie eigenlijk een schoolvak moeten zijn."

Journalisten maken een afweging, kiezen wat ze laten zien, vanuit ethische gronden, of goeie smaak

Empathiemachine
Inderdaad, de opkomst van livestreaming heeft niet alleen gevolgen voor journalisten, maar ook voor nieuwsconsumenten en dus voor elke burger, ziet ook Philip Brey, hoogleraar ethiek en technologie aan de Universiteit Twente. Livestreaming werkt verdere globalisering en de mediatisering van de wereld in de hand, zegt hij. "Alles komt dichterbij, alles is steeds meer met elkaar verknoopt. We hebben direct toegang tot steeds meer plekken in de wereld. En dat heeft positieve en negatieve gevolgen."

Je kunt zeggen: meer transparantie is goed. "Vanuit een democratiseringsideaal is het natuurlijk geweldig dat iedereen toegang krijgt tot een wereld die normaal ver van je bed blijft." Daar kun je alleen maar van leren, zou je zeggen. Niet voor niets noemde technologieblog TechCrunch een smartphone in combinatie met Periscope al eens een 'empathiemachine': je ziet de wereld vanuit de ogen van een ander.

Haken en ogen
Maar Brey ziet ook haken en ogen. "Ten eerste: het privacyvraagstuk. Ja, de openbare ruimte is openbaar en dan maakt het niet uit dat iemand aan de andere kant van de wereld meekijkt. Maar als jij op straat loopt, verwacht je niet dat je voor een publiek van duizenden mensen gefilmd kunt worden." Brey noemt de aanslag in Nice, waarbij beelden van slachtoffers werden verspreid voordat familieleden er überhaupt van op de hoogte waren gebracht. "Bij livestreams kun je mensen niet op schokkende beelden voorbereiden. Het kan politieonderzoek tegenwerken of hulpdiensten in hun werk belemmeren."

Waarom wíllen we eigenlijk zenden en ontvangen? Brey: "De mens is een sociaal wezen dat tegenwoordig leeft in een sterk geïndividualiseerde maatschappij. De sociale contacten zijn verarmd, maar via sociale media kun je wél binding met gelijkgestemden vinden. En mensen plaatsen zichzelf nu eenmaal graag op een voetstuk. We willen graag erkend worden."

Bij livestreams kun je mensen niet op schokkende beelden voorbereiden