Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Milieu en natuur

Nieuw-Zeeland wil per 2050 helemaal rattenvrij zijn

De Nieuw-Zeelandse regering wil vogels als de kiwi beschermen. Het uitroeiingsproject gaat miljarden kosten.

Flickr/Peter Pearson (CC BY-SA 2.0)

Over 34 jaar moet er in Nieuw-Zeeland geen levende rat, wezel of koeskoes (een soort wasbeer) meer te vinden zijn. Tenminste, als het aan premier John Key ligt. Maandag kondigde hij een verstrekkend plan aan, dat ervoor moet zorgen dat Nieuw-Zeeland in 2050 vrij is van roofdieren die er niet oorspronkelijk voorkomen.

Het ongedierte moet weg omdat het schade aanbrengt aan de Nieuw-Zeelandse fauna en economie. Jaarlijks komen volgens Key zo’n 25 miljoen vogels om het leven door toedoen van ratten, wezels en koeskoezen, die de vogeleieren opeten en concurreren om voedsel. Vooral de Nieuw-Zeelandse kiwi heeft het zwaar. Er leven nog zo’n 68.000 van deze loopvogels in het wild, waarvan er volgens de Nieuw-Zeelandse regering zo’n twintig per week sterven.

Tekst gaat door onder de video.

Het project wordt aangezwengeld met de oprichting van een landelijk uitroeiingsbedrijf, dat 28 miljoen Nieuw-Zeelandse dollar kost (17,8 miljoen euro). Verder zal het de Nieuw-Zeelandse economie jaarlijks 3,3 miljard dollar (ruim 2 miljard euro) gaan kosten om het land te ontdoen van het ongedierte. Het plan is om met gif te strooien en vallen te zetten, terwijl jagers op wezels en koeskoezen gaan schieten.

Geiten op de Galapagos en de slang van Guam

Premier Key is hoopvol, en noemt het uitroeiingsproject een “wereldprimeur”. Nieuw-Zeeland heeft een goede reputatie; het land slaagde er eerder al in om kleinere eilanden rattenvrij te maken. Zo werd het 113 vierkante kilometer grote Cambell Island, ten zuiden van Nieuw-Zeeland in 2003 ‘schoon’ verklaard.

Uit andere voorbeelden blijkt vooral hoe lastig het is om een diersoort uit te roeien op een klein gebied. Op het eiland Guam (544 vierkante kilometer) wordt al sinds 1994 geprobeerd de Bruine Boomslang weg te krijgen. Om van een geitenplaag af te komen, werd op de Galapagoseilanden vanuit helikopters met machinegeweren op geiten geschoten.

In het geval van Nieuw-Zeeland (271.000 vierkante kilometer, ongeveer net zo groot als het Verenigd Koninkrijk) gaat het om drie diersoorten - die bovendien ook in bewoond gebied leven. Wetenschapsredacteur Lucas Brouwers ziet het als onbegonnen werk.

“Op kleine, onbewoonde eilanden is het uitroeien van diersoorten goed te doen. Ook als je met relatief grote dieren te maken hebt, zoals geiten op de Galapagoseilanden. Maar op grote, bewoonde eilanden lijkt uitroeien me bijna onmogelijk. Zeker als je bedenkt dat er voortdurend nieuwe verstekelingen aankomen die met mensen meereizen.”