Levensader Ameland slibt dicht
Hollum
Als een penthouse met uitzicht rondom torent het stuurhuis van de Oerd uit boven werelderfgoed. Voor de boeg van het schip glinstert een rimpelende Waddenzee. Aan dek spoeden passagiers zich naar de reling voor zeehonden aan bakboordzijde.
‘Die krijgen ze er gratis bij’, zegt kapitein Simon Visser (60). Al 42 jaar is hij in dienst bij Wagenborg Passagiersdiensten, de rederij die het veer tussen Holwerd en Ameland verzorgt. In 1974 begonnen als matroos, sinds 2002 kapitein. Met zo’n werkomgeving ogenschijnlijk met weinig reden tot klagen.
Maar meteen nadat de boot van half elf de veerdam van Ameland heeft verlaten, leidt de slingerende vaargeul de Oerd weer terug richting het eiland. Dat stoort Visser. Hij wijst: ‘Ik moet naar Holwerd, niet naar Hollum.’
Tot voor kort kon hij hier bij hoog water nog doorsteken. Maar de geul heeft een meter diepte verloren. Afsnijden zou vijf minuten schelen, weet Visser. ‘Maar Rijkswaterstaat vertikt het te baggeren.’
Om de nek van de kapitein hangt een kettinkje met een klein roer – symbool voor zijn liefde voor de vaart. Belangrijker nog is zijn gouden polshorloge. ‘Wij leven met de klok. Elke minuut is er één.’
Juist die minuten komen Visser en zijn collega’s steeds vaker tekort. Volgens de dienstregeling vaart de veerboot om het uur af. Dat wordt steeds vaker niet gehaald. Door verzanding verliest de vaargeul diepte en de binnenbochten slibben dicht. Schepen moeten snelheid minderen en zijn veroordeeld tot de buitenbochten.
groene lijn
Visser wijst op een groene lijn op de monitor. De trek heeft hij onlangs weer moeten aanpassen. Opnieuw 70 meter langer is de ideale vaarlijn geworden. 11,8 kilometer is de geul nu. Vroeger 8. ‘Toen waren we in een half uur in Holwerd.’
Nu worden de 45 minuten die voor de overtocht staan zelden gehaald. En dan moeten de schepen – die steeds groter zijn geworden om 600.000 toeristen per jaar te vervoeren – ook nog lossen en laden.
Het leidt regelmatig tot een kettingreactie aan vertragingen en ergernis onder eilanders. Ze komen te laat op hun werk of voor een ziekenhuisbezoek. Vorig jaar wachtte een volle kerk op een uitvaart: de pastoor zat op de verlate boot.
Sinds kort wordt geregeld een tweede schip ingezet om vertragingen in te lopen. Ook vandaag. Maar dat kost een hoop geld, zegt Visser. En in weekenden in het hoogseizoen zijn de Sier en Oerd al beide in de vaart.
‘Hoe zit het met de stress?’, vroeg Vissers huisarts laatst. Hij laat zich niet gek maken. ‘Wij doen wat we kunnen.’ Het gemopper, zegt de kapitein, komt vooral van zijn mede-eilanders. ‘Toeristen vinden wat langer wachten niet zo’n probleem.’
Om 11.35 uur meert de Oerd af in Holwerd. De afvaart van half twaalf? Dat wordt zeker een kwartier later. Visser: ‘Het is zoals het is.’ De mensen zijn veeleisend geworden, vindt hij. ‘Vroeger liepen we soms vlak voor Holwerd twee uur vast. Dan gingen we in afwachting van hoog water de motor schilderen. Niemand klaagde.’
Dat is nu wel anders. De afhankelijkheid wreekt zich, zegt burgemeester Albert de Hoop (D66). ‘Amelanders hebben maar één weg: de vaarweg.’ Afspraken aan de wal worden tegenwoordig weer gemaakt op basis van de getijden. Terug naar de tijd van de Enkhuizer Almanak, aldus De Hoop.
Met de vaargeul verzandden ook de verhoudingen tussen het eiland, rederij Wagenborg en Rijkswaterstaat. Daarom werd Marc Jager vorig jaar ingeroepen als bemiddelaar. De frustraties waren hoog opgelopen, zegt hij. Net als de druk op het personeel van Wagenborg, dat hoofdzakelijk uit eilanders bestaat. ‘Sommigen gaan liever niet meer naar verjaardagen.’
afsnijden
Voor de korte termijn ziet Jager vijf oplossingen. Eén of meerdere bochten afsnijden, beter baggeren, een andere dienstregeling, efficiënter laden en lossen en een sneldienst.
Maar aan alles hangt een prijskaartje. Minister Schultz (Infrastructuur) rekende voor dat een bocht afsnijden 1,5 miljoen euro kost voor 3,5 minuten tijdwinst. Alleen wijzen naar Rijkswaterstaat is bovendien niet terecht, zegt Jager. ‘Bijna nergens wordt zoveel gebaggerd als hier. We moeten dealen met de elementen.’
Vorige week ging Jager naar buurthuis Ons Hol in Hollum om te horen hoe de eilanders erover denken. Die willen vooral een betrouwbare verbinding, zo blijkt daar. ‘De veerboot is onze levensader, maar we kunnen er niet van op aan’, zegt horecaondernemer Klaas-Theo Akkerman.
Rudolf Teuben zou liefst een eigen veerdienst beginnen, naar Texels voorbeeld. Maar de concessie van Wagenborg loopt nog tot 2029. Daarom heeft het raadslid van Ameland ’82 annex buschauffeur zijn zinnen gezet op een alternatieve dienstregeling met afvaarten om de 75 minuten. ‘Dan ben je altijd op tijd, behalve bij laag water en oostenwind 7. Met deze vaargeul, deze schepen en deze dienstregeling gaat het binnen een uur nooit lukken.’
Na afloop van de bewonersbijeenkomst overdenkt Gerbrand Bruin aan de bar de problematiek. 36 jaar werkte hij als machinist voor Wagenborg. Bochten doorsteken? Hij ziet er weinig in. Wie hier scheep gaat weet: het wad geeft, het wad neemt. En laat zich moeilijk temmen. Zeker niet met het wantij voor Holwerd, waar de getijdenstromen samenkomen. ‘Stilstaand water verzandt, daar doe je niks aan.’
In 1983 is de passage voor Holwerd al eens 18 meter uitgediept. Binnen een maand was het weer dichtgeslibd. ‘We moeten flexibeler worden, net als het wad. Van de natuur verlies je uiteindelijk toch.’ <