Minstens veertien doden bij aanslag Bagdad
Een zelfmoordaanslag bij een veiligheidscontrolepost in het noorden van Bagdad heeft zondagochtend minstens veertien mensen het leven gekost. Dat hebben de Iraakse autoriteiten gezegd.
De aanslagpleger, die te voet was, liet een bom ontploffen bij een van de drukke ingangen van het sjitische district Kadhimiyah, waarbij minstens acht burgers en drie politieagenten omkwamen. Tenminste 32 anderen raakten gewond, volgens een politieofficier. In een westelijk gelegen voorstad van Bagdad, Abu Ghraib, vielen zondag ook nog drie doden en elf gewonden bij een bomexplosie op een markt.
De aanslag is opgeëist door terreurorganisatie Islamitische Staat. Controleposten en publiek toegankelijke gebieden, vaak in sjiitische buurten, zijn een geliefd doelwit voor de extremistische groep dat de controle heeft over een aantal gebieden in Noord- en West-Irak.
Sinds vorig jaar is IS flink wat gebied verloren. Het meest recente verlies werd geleden in Falluja, waar Iraakse strijdkrachten ze wegjaagden nadat ze de stad twee jaar in handen hadden gehad. Falluja, ongeveer zeventig kilometer ten westen van Bagdad, is na de Noord-Iraakse stad Mosul de belangrijkste basis van IS in Irak. De internationale coalitie tegen IS, onder leiding van de VS en Frankrijk, bereidt inmiddels een aanval voor op Mosul.
Toch blijven IS-strijders aanvallen uitvoeren in en rondom Bagdad, alsmede in andere landen.
Lees ook
De focus van de anti-IS-coalitie ligt op de wederopbouw van Irak en Syrië als het kalifaat eenmaal uiteen valt.
Maar IS is nog niet verslagen. Bij een aanslag door de terreurorganisatie tijdens een demonstratie in Kabul zijn zaterdag zeker 80 doden gevallen.