Ouders aan het werk, kind op kamp
Drie jongens van 13 met strakke kapsels chillen gebroederlijk in een wiegende hangmat. Op de achtergrond strijden uitgelaten meisjes op een met groene zeep ingesmeerd zeil fanatiek om het kampioenschap ‘sokkenworstelen’. Wie erin slaagt in vijf rondes alle sokken van haar tegenstanders uit te trekken, heeft gewonnen. Dat lukt Floor, die in de finale zelfs de grotere en sterkere leidster te snel af is.
Het is de derde dag van het eerste zomerkamp dit seizoen. Een stralende zonnige dag aan de Noord-Hollandse kust in het buurtschap Camperduin. Een eldorado voor stadskinderen, want dat zijn de meeste deelnemers die deze week logeren in Strandhuis Camperduin aan de duinrand, op loopafstand van de zee. De jongste groep bestaat uit enkel meisjes van 8 tot 12 jaar. Dit onderonsje is logisch, want zij zitten op het Tina-kamp: een week van knutselen, strips leren tekenen van een striptekenaar, spelletjes, surfles, fietstochtjes en hooggeëerd bezoek van de Tina-redactie zelf.
Lara (12) uit Utrecht heeft zelf om deze vakantieweek gesmeekt. ‘Ik las erover in de Tina en vroeg mijn moeder of ik mij mocht opgeven en ze zei gelukkig ja.’ Het is haar eerste zomerkamp. De eerste dag vond ze nogal spannend. ‘Iedereen was in het begin heel stil, maar dezelfde dag nog werd het heel gezellig.’ Of haar ouders moeten werken nu zij in de duinen vakantie viert, weet ze eigenlijk niet. ‘Ik denk het wel, want ze hebben geen zes weken vakantie zoals ik.’
Nu steeds meer vaders en moeders beiden een betaalde baan hebben, vinden zomerkampen in Nederland meer aftrek. Vinea en Simbo, onder de grootste aanbieders, zien de afgelopen jaren het aantal inschrijvingen groeien, met zo’n 5 procent per jaar, zegt manager Hein Roovers van de twee samenwerkende organisaties. Dat constateren concurrenten ook, blijkt uit een enquête onder 49 aanbieders door het Steunpunt Kindervakanties. Roovers: ‘Veel werkende ouders staan in schoolvakanties voor een logistieke uitdaging. De groei zit vooral in kinderen van deze groep. Ouders willen hun een leuke en leerzame tijd bezorgen terwijl ze zelf nog moeten buffelen.’
techneuten
Opvallend is het overweldigende – de teller staat bij het Steunpunt op 250 aanbieders – en diverse aanbod, in zowel thema als prijs. Kinderen kunnen voor een paar tientjes in de week worden vermaakt met spelletjes en vrij spelen in bos en duin. Of voor vijfhonderd tot duizend euro op een beach active-vakantie in Spanje, een dance camp met eigen badkamer en workshops van professionele dansers, of een vliegkamp op vliegveld Lelystad, waar jonge deelnemers de stuurknuppel leren bedienen in sportvliegtuigjes.
In opmars zijn ook techcamps van Tweehek en van de Technische Universiteit Delft. Op zo’n kamp leren jonge techneuten hun eigen longboards of robots maken. Ook steeds meer sportclubs springen in het gat in de markt met voetbal-, hockey- en tenniskampen, met of zonder overnachting. Voor gamende jongeren zijn er gamevakanties waarin deelnemers worden verleid gamen af te wisselen met sportieve activiteiten.
Nederland heeft minder dan omringende landen een zomerkamptraditie. Ondanks de kentering bespeuren organisatoren nog een zekere huiver om kinderen over te laten aan ‘vreemden’. Dat kan verklaren waarom menig kamp de optie heeft deelnemers elke dag thuis te laten slapen.
Piet Jan van Wier in Amsterdam is actief bij de stichting Licht en Lucht, die elke zomer drie weken lang gratis een grote tent mag opslaan in de Kennemerduinen. Daar worden bleekneusjes uit de hoofdstad elke dag per bus naartoe gebracht om zich voor 20 tot 60 euro per week te vermaken. ‘Een simpel kamp, zonder stromend water en elektriciteit, waar kinderen de hele dag kunnen spelen in de natuur en aan activiteiten kunnen meedoen. Telefoons laten ze thuis.’
steunpunt
Dit jaar waren de kaarten voor de 280 deelnemers per week binnen vijf minuten na opening van de inschrijving uitverkocht. Een unicum, zegt Van Wier. Veel ouders bellen twee tot drie keer met vragen over de veiligheid en betrouwbaarheid van de leiding, voordat zij hun kinderen inschrijven, vertelt Van Wier. Worden zij elke keer geduldig te woord gestaan, dan is dat een goed teken, zegt bestuurslid Froukje Hajer van het Steunpunt Kindervakanties. Als brancheorganisatie werkt het steunpunt aan de kwaliteit van vakantiekampen. Het probeert het ondoorzichtige woud aan aanbieders in kaart te brengen en de organisaties ertoe te stimuleren om de kwaliteit te laten toetsen. Om die te waarborgen, en ouders houvast te geven bij het maken van een keuze, geeft het steunpunt keurmerken uit.
Na grondig onderzoek, onder andere op het gebied van sociale veiligheid, hygiëne en de kwaliteit van de begeleiding, kan een organisatie zo’n keurmerk verdienen. Tot nu toe hebben elf organisaties na een aanvraag zo’n goedkeuring gekregen. Hajer: ‘Het is een hulpmiddel om te zien of de mooie verhalen op de websites hout snijden.’
De drie 13-jarige jongens in de hangmat in Camperduin zijn zomerkampveteranen. Annes uit Wassenaar gaat nu voor de zesde keer. Sinds een paar jaar maakt hij zijn eigen keuze en dat is meestal een sportief kamp, zoals nu het beach active camp, waar hij van gediplomeerde instructeurs leert golfsurfen, branding-raften en power-kiten.
Annes: ‘Op elk kamp leer ik iets wat ik normaal nooit doe. Toen ik jong was, kamperen en zelf een vuurtje maken. Nu allerlei watersporten. Maar net zo belangrijk vind ik chillen en nieuwe vrienden maken.’ ?
Dit zijn de organisaties van kinderkampen die het Keurmerk van het Steunpunt Kindervakanties in bezit hebben:
Beware beach / O’Neill Summer Camps
Club Adventure Jeugdvakanties
Sportivun
Stichting Boemerang / Okee vakantiekampen
Stichting Happy Days
Stichting Heppie
Summer CampsHolland
Tweehek-recreatie
Vakantiekind
Vereniging Humanitas
Ycamps