Direct naar artikelinhoud

Brouwerij uit 16e eeuw gevonden bij Spuistraat

Op de plek waar jarenlang de gigantische autogarages van Hendrik Tabak in de Spuistraat werden geëxploiteerd, is door de stadsarcheologen van Amsterdam een zestiende eeuwse brouwerij gevonden.

De gevonden resten van de oven van de zestiende eeuwse brouwerij Het Delffse Wapen.Beeld Rink Hof

Stadsarcheoloog Jerzy Gawronski, net terug van vakantie in Italië, stond donderdag in de regen met zijn laarzen in de zestiende eeuwse bagger rond de voormalige brouwerij 'Het Delffse Wapen'. Hij genoot, ondanks het slechte weer.

"Dit is oude industrie, die destijds midden in de stad stond," aldus Gawronski. Na de brouwerij kwam er op de locatie een zeepziederij, die de oven en waterbakken van de brouwerij gebruikte.

Kleine fabriek
Aan de Goudse pijpen die Gawronski in de grond vond, zag hij hoe oud de bouwresten zijn. Amsterdam kende in de zestiende eeuw meer dan vijftien brouwerijen op enkele honderden meters afstand van elkaar. Iedereen in de stad dronk bier of met water aangelengd bier tegen besmetting en ziektes.

Dat overblijfsels van de oude brouwerij zo goed bewaard zijn gebleven is voor Gawronski een verrassing.

"Normaal graven we woonhuizen op. Als we een scheepswerf vinden is dat al bijzonder." Zo'n kleine fabriek in het centrum van de stad, industriële hallen eigenlijk, compleet met loden leidingen en bakstenen gootjes, is volgens Gawronski uniek.

Waterkelder
De brouwerij van IJsbrant Ben dateert van ongeveer 1510 en werd via via in 1608 onder de naam 'De Witte Eenhoorn' doorverkocht aan Pieter Jacobszn Elias, ondernemer, en die maakte daar de zeventiende eeuwse zeepfabriek De Clock.

Gawronski baseert zich op historische bronnen, onder meer archiefstukken van historicus Bas Dudok Van Heel. "We hebben de prachtige oude oven in redelijke staat gevonden, met zelfs de ijzeren deur er nog in. De oven is rond 1680 buiten gebruik geraakt."

Gawronski kan op de vindplaats allerlei details aanwijzen, zoals loodgieterswerk en de nog intact gebleven ingang van een waterkelder.

"Later werd over het puin een afdekvloer gelegd, waarop pakhuizen werden gebouwd, die in de twintigste eeuw weer werden omgevorm tot garages."

Slangenpand
De fabrieksgebouwen stonden wel op de historische kaarten, onder meer van Cornelis Antonisz uit 1544, maar dat wil niet zeggen dat er bij opgravingen iets van is terug te vinden.

Elias heeft het pand kleiner gemaakt. Hij heeft er ongeveer een derde van de brouwerij afgehaald, om daar zeep te maken. Aan de voorkant, aan de zijde van de Wijdesteeg, werden huizen gebouwd.

Na 1680 werd de fabriek gesloten. De ronde oven werd opengebroken om ruimte te bieden voor een 'poer', de basis voor pijlers, die het fundament vormde voor het staketsel van het pakhuis dat er op kwam. Omdat er een vloer overheen werd gelegd bleven de ovenresten goed bewaard.

De resten kwamen naar boven na de sloop van de garages en de Tapakspanden naast het Slangenpand, waar groepen krakers en tijdelijke huurders nog tot vorig jaar woonden.

Normaal graven we woonhuizen op. Als we een scheepswerf vinden is dat al bijzonder.
Stadsarcheoloog Jerzy Gawronski
Een van de gietbakken van de brouwerij, later gebruikt door de zeepziederij.Beeld Rink Hof
Jerzy Gawronski met rechts de oven en links de ingang van de waterkelderBeeld Rink Hof