Direct naar artikelinhoud

Marten en Oopjen: opgedoft, maar niet dolverliefd

Marten en Oopjen zijn te zien in het Rijksmuseum

Morgen stellen ze zich voor aan het Nederlandse volk: Marten Soolmans en Oopjen Coppit, het veelbesproken paar van 160 miljoen van Rembrandt.

Is het haar kleine voetje dat net onder haar jurk uitsteekt? Of hoe ze kijkt? Het is niet de pose die je verwacht van een mondaine vrouw die haar rijkdom etaleert. Een Franse kunstcriticus noemde haar vanwege haar melancholische uitstraling de Mona Lisa van de Lage Landen. Dat is wat overdreven.

Maar hoe langer je naar Oopjen Coppit kijkt, hoe meer je met haar te doen krijgt. Ze mag zich dan presenteren als een vorstelijke dame met haar modieuze zijden japon, kostbare sieraden en schoonheidsvlekje op haar linker slaap  - om haar bleke huid beter te laten uitkomen. Blij en gelukkig ziet ze er niet uit.

Haar echtgenoot Marten Soolmans daarentegen pronkt trots en zelfvoldaan in zijn dure extravagante pak. Van top tot teen maakt deze opgedofte dandy een statement: van zijn dubbele onderkin tot de enorme rozetten - groter dan op welk 17de-eeuws schilderij ook - op zijn schoenen met hoge hakken.

Hoe langer je naar Oopjen Coppit kijkt, hoe meer je met haar te doen krijgt

Uitzonderlijke portretten
Gisteren werden ze opgehangen, vanaf morgen presenteert dit 'miljoenenpaar' zich voor het eerst aan het Nederlandse publiek: in de eregalerij van het Rijksmuseum in Amsterdam, naast de Nachtwacht. Voor 160 miljoen euro kochten Nederland en Frankrijk samen deze twee huwelijksportretten.

Sinds Rembrandt ze in 1634 schilderde, waren ze altijd in privébezit. Slechts één keer, in 1956, waren ze te zien, op een tentoonstelling in het Rijksmuseum. Marten en Oopjen gaan heen en weer reizen tussen het Rijks en het Louvre in Parijs. Over de aankoopsom was veel te doen. Volgens Rembrandt-kenner Ernst van de Wetering zijn ze zoveel geld waard, omdat ze van Rembrandt zijn en een uitzonderlijk formaat hebben (210 x 135 cm). Ook komt het zelden voor dat portretten van paren eeuwenlang bij elkaar blijven.

Oog in oog met Marten en Oopjen zullen veel bezoekers  zich niet alleen vergapen aan alle blingbling, maar zich ook afvragen wie deze mensen waren. Net als de hoogste Europese adel lieten ze zich 'ten voeten uit' portretteren om uit te stralen dat ze tot de upper class behoren. Ze betaalden Rembrandt, de meest succesvolle portretschilder van die tijd, misschien wel 1000 gulden voor de twee portretten, meer dan drie keer het jaarsalaris van een geschoolde vakman. Hoe kwamen ze aan die rijkdom? Waren ze van het oude geld of nouveaux riches? En hoe liep het met hen af: leefden ze nog lang en gelukkig?

(tekst loopt door onder afbeelding)

Marten en Oopjen gaan heen en weer reizen tussen het Rijks en het Louvre in Parijs
De portretten hangen in de eregalerij van het museum

Glamourpaar
Jonathan Bikker, conservator van het Rijksmuseum, verdiepte zich in hun familiegeschiedenis en schreef er een boek over. Hij ontdekte dingen die je toch anders laten kijken naar dit glamourpaar. Dolverliefd zien ze er niet uit, al zou het zou volgens Bikker een jeugdliefde kunnen zijn. De Soolmansen en Coppits kenden elkaar goed. Maar het zou ook om een gearrangeerd huwelijk kunnen gaan, omdat dat beide - steenrijke - families financiële voordelen bood. Het staat wel vast dat Marten en Oopjen zelf niets hebben bijgedragen aan de rijkdom die ze etaleren.

Oopjen kwam uit een oude Amsterdamse regentenfamilie die haar fortuin had verworven met buskruit en graan. Marten was een gesjeesde rechtenstudent uit Leiden. Daar heeft hij mogelijk Rembrandt al ontmoet, voordat de schilder naar Amsterdam ging. Marten teerde op de zak van zijn vader, een immigrant uit Antwerpen die in Amsterdam rijk was geworden met een suikerraffinaderij. Een leuke vader was Jan Soolmans niet, want hij sloeg zijn echtgenote en de dienstmeid. Dat blijkt uit verslagen van de gereformeerde kerkenraad die hem daarvoor regelmatig op het matje riep. Of Marten ook klappen kreeg, is niet bekend. Toen hij 13 was, overleed zijn vader.

Het staat wel vast dat Marten en Oopjen zelf niets hebben bijgedragen aan de rijkdom die ze etaleren

Kort sprookje
Rembrandt schilderde de huwelijksportretten toen Oopjen hoogzwanger was. Hun zoon Hendrik werd op 25 juli 1634 gedoopt in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, maar hij stierf voordat hij één jaar was. Oopjen en Marten kregen in 1936 nog een zoon, Jan, en een jaar later dochter Cornelia. Alleen Jan overleefde zijn kindertijd. In 1641 overleed ook Marten plotseling, op 28-jarige leeftijd. De oorzaak van zijn dood is niet bekend.

Jong en schatrijk in de Gouden Eeuw, met de hele wereld aan hun voeten. Zo portretteerde Rembrandt dit statusgevoelige paar. Zeven jaar later was het sprookje al uit. Ook hun vermogen zou verdampen. Toen Oopjen in 1689 stierf op 78-jarige leeftijd, was ze niet bijzonder welgesteld.  Haar nettovermogen werd op 12.000 gulden geschat. En dat van haar ongetrouwde zoon Jan, die belastingontvanger en toneelschrijver was, op 6.000 gulden.