Voordat je vertrekt

1. Programmeer belangrijke telefoonnummers in je gsm

Noodnummer 112, dat is in de hele Europese Unie het rechtstreekse nummer voor de hulpdiensten. Maar ook het nummer van de wegenwachter is belangrijk. In het buitenland is dat soms een ander nummer dan wanneer je vanuit België belt en sowieso begin je met landcode +32. Kijk na of de pechverhelping is opgenomen in je verzekeringscontract.

2. Stel medische koffer samen

Tekentang, zonnebrandolie en insectenspray: het zijn enkele zaken die niet mogen ontbreken in je koffer als je op vakantie vertrekt.

3. Check of je verzekering ook geldt op reis

Geldt jouw brandverzekering ook voor je vakantiehuisje? Is jouw familiale verzekering ook van kracht in het buitenland? En ben je met de auto gedekt in elk land waar je doorreist? Ga dat even na in je contracten, of vraag het aan je makelaar.

4. Hang je telefoonnummer aan je valies

Voorkom verloren bagage en hang een telefoonnummer aan je valies. Schrijf er, zeker als je met het vliegtuig reist, niet je hele adres op: mensen met slechte bedoelingen kunnen zo wel heel makkelijk te weten komen welk huis er de komende weken verlaten bij ligt.

5. Neem lader en ‘powerbank’ mee voor je gsm

Je smartphone doet tegenwoordig dienst als gps-toestel, zaklamp en als toeristische gids. Je zorgt er dus maar beter voor dat je hem ook werkelijk kan gebruiken tijdens de reis. Je lader mag je dus zeker niet vergeten, maar ook een ‘powerbank’ kan van pas komen: zo laad je hem op zonder stopcontact in de buurt.

6. Neem je bagagelijst mee voor de terugweg

Ongetwijfeld maakte je in de dagen voor je vertrek een lijstje met alle dingen die je zeker niet mocht vergeten mee te nemen. Neem datzelfde lijstje zeker ook mee op reis, zodat je dat voor je terugreis nog een keer kan overlopen. Want de favoriete knuffelbeer van je dochter laat je liever niet achter in een vakantiehuisje...

Ga je met de wagen op reis? Zo houd je het veilig

1. Pomp je banden op

De vaakst voorkomende vorm van pech bij lange autoritten? Een lekke band. Vaak komt dat door een te lage bandenspanning. Zeker als de auto volgeladen is. Warm weer verhoogt dan nog eens de kans op een klapband. Zorg er daarom zeker voor dat je je banden oppompt. Kijk daarvoor in het instructieboekje van de constructeur: met bagage mag de bandenspanning zelfs hoger zijn dan anders.

2. Zorg dat je auto vertrekkensklaar is

Neem zeker een paar werkhandschoenen en een zeemvel of spons mee: die zijn onmisbaar bij een kleine panne of controle. Kijk ook of je wagen volledig is uitgerust: fluohesjes, gevarendriehoek, reserveband, reservelampjes en eventueel een alcoholtest...

3. Parkeer de auto goed zichtbaar

Stop je tijdens de rit om te picknicken langs de snelweg? Houd je auto dan in het oog, want ook dieven weten dat er in deze tijd van het jaar veel volgeladen wagens passeren. Gebruik zeker geen handdoek om je waardevolle spullen onder te verbergen, want dat is een truc die het alleen maar aantrekkelijker maakt om te komen kijken. Als het mogelijk is, parkeer je de auto best met de koffer tegen een muur: zo maak je het moeilijker om binnen te breken.

4. Stop regelmatig om te rusten

Na enkele uren verslapt je aandacht. Voorkom gevaarlijke situaties en rust op tijd, of laat iemand anders even het stuur nemen.