Net als in december is de Partido Popular (PP) weer de grootste partij van Spanje. Met 90 procent van de stemmen geteld komt de conservatieve partij van premier Rajoy uit op 136 zetels. Tweede partij lijkt de socialistisch PSOE te worden met 86 zetels, de links-populistische Unidos-Podemos (UP) komt uit op 71. Hoewel de PP de grootste partij is, is er geen absolute meerderheid behaald in het 350 zetels tellende Spaanse parlement.
Linkse coalitie
Daarmee eindigen de Spaanse verkiezingen nagenoeg hetzelfde als die van een half jaar geleden. Na de vorige verkiezingen, in december, lukte het niet een regering te vormen. De PP werd bij die verkiezingen de grootste partij, maar toen ook al zonder absolute meerderheid. Pogingen van Rajoy om met PSOE en het liberale Ciudadanos toen een coalitie te vormen, liepen op niks uit. Ook de socialisten lukten het daarna niet een regering te vormen. Koning Felipe VI restte in april niets anders dan het uitschrijven van nieuwe verkiezingen.
Hoe verder?
De leiders van de vier grote partijen moeten nu wederom langs bij de Spaanse koning Felipe VI. Hij zal één van hen de opdracht geven een nieuwe regering te vormen. Dat hoeft niet per se de leider van de grootste partij te zijn, zolang er maar steun van 176 parlementsleden wordt verworven. Afgaande op de exitpolls kan dat dus ook een coalitie tussen de linkse partijen UP en PSOE worden.
Mocht ook dat niet lukken, dan krijgt de beoogde premier 48 uur de tijd om in een tweede onderhandelingsronde voldoende steun te vergaren. Hierbij kunnen partijen zich van stemmen onthouden om zo een minderheidsregering de kans te geven. Is er na twee maanden geen premier met voldoende steun, dan worden opnieuw verkiezingen uitgeschreven.
Lagere opkomst
Ruim 36 miljoen Spanjaarden konden vandaag gaan stemmen. De opkomst zondag was lager dan de opkomst een half jaar geleden. Volgens de Spaanse krant El Pais waren er zondag ruim 7 procent minder mensen gaan stemmen.