Direct naar artikelinhoud

Qawwali, de muziek die de stem van Pakistan het leven kostte

Sabri, vorig jaar.

Traditioneel en spiritueel, maar modern genoeg om door te kunnen gaan voor pop. Pakistaan Amjad Sabri groeide de afgelopen decennia uit tot een van de bekendste zangers van zuidoost-Azië. Woensdag kwam aan die carrière een abrupt einde: de Taliban schoten hem dood.

Sabri was in de stad Karachi onderweg naar een optreden toen twee mannen op een motor hem onder vuur namen. Een familielid dat met hem meereisde, raakte gewond maar overleefde. Sabri zelf overleed nog voor hij het ziekenhuis had bereikt. Dat is godslasteraars hun verdiende lot, stelt woordvoerder Qari Saifullah Mehsud van de Pakistaanse Taliban nu in lokale media. De organisatie heeft de aanslag inmiddels opgeëist.

Qawwali heet de muziek die Sabri maakte. Het genre kent een eeuwenoude traditie: het komt voort uit het soefisme, de grootste mystieke stroming binnen de islam. In de zeventiende eeuw traden qawwali-zangers op voor Mogol-keizers, die toen heersten over het gebied dat nu India, Pakistan en Bangladesh is.

Met hun muziek slaan qawalli-artiesten een brug tussen het wereldse en het bovenaardse. Hun teksten zijn poëtisch, hun nummers kunnen makkelijk tien minuten duren. Daarmee is de traditionele qawwali boven alles bedoeld als een spirituele ervaring. Wie zich laat meevoeren op de klanken, ritmes en het handgeklap, kan zo maar in hogere sferen raken. Dichter bij Allah.

De tekst loopt door onder de video

"Op de tranceverwekkende cadans van ritmisch handgeklap, een neuriënd harmonium en trappelende tabla's juinden de zangers elkaar op in felle beurtzangen", noteerde Trouw-recensent Stan Rijven twintig jaar geleden nadat hij in Paradiso de popgroep van Sabri's vader, de Sabri Brothers, had gezien. "Daaruit kringelde dan met een langgerekt 'aaaaaaaah' een koppige keelklank omhoog. De voorzanger bleef woordeloos roepen en stamelen." Het doel: een goddelijk geluid laten klinken, een geluid waarin de eenheid van Allah en de mens hoorbaar is.

Taliban houden niet van muziek
Amjads versie van de qawwali mocht dan moderner en toegankelijker klinken, zijn fundamentalistische landgenoten willen er dus niets van weten. Dat heeft te maken met diens soefistische oorsprong, maar ook met het feit dat Taliban sowieso weinig op hebben met muziek.

De meeste muziek is een onwelkome afleiding van de serieuze zaken in het leven, vindt de groep. Bovendien zou het uitnodigen tot bandeloosheid. Voor je het weet sla je uitbundig aan het dansen en laat je je lusten op de vrije loop. Eén muzieksoort is overigens wel toegestaan: religieuze hymnen zonder instrumenten. Maar qawalli-artiest Sabri maakte nu juist volop gebruik van instrumenten.

De Taliban mogen voor muziek dan bereid zijn om over lijken te gaan, de meeste Pakistanen lijken nog niet overtuigd van diens kwade invloed. In door de Taliban bezette gebieden bestaat al jaren een levende ondergrondse handel in cassettes, cd's en ontvangstapparatuur voor buitenlandse tv-zenders.

In gebieden waar de landelijke overheid het voor het zeggen heeft, komen de optredens van Sabri wel gewoon op televisie. Dit jaar was hij tijdens de ramadan zelfs dagelijks op tv.