Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Politiek

Het einde van de redelijkheid? Dat geloof ik helemaal niet

Opinie Hoe moet een genuanceerd politicus een populist verslaan? Alexander Pechtold (D66) over politiek en populisme. „Redelijkheid is een krachtig wapen.”

Illustratie Hajo

Het einde van de redelijkheid, dat ziet Stéphane Alonso aankomen (7/5). De NRC-correspondent in Brussel betuigt zijn medelijden met de „arme middle of the road-politicus, niet te ver links of rechts van het midden, pragmatisch, ambachtelijk, saai”. Zijn conclusie? „De consensuspolitiek zit in het verdomhoekje.”

Al heb ik niet direct het gevoel dat ik daar zit, de typering raakt me wel. Ik kan ook niet ontkennen dat de overtuiging dat we via de redelijkheid, de nuance en het compromis het verst komen – decennialang een onomstreden uitgangspunt –onder vuur ligt. Boris Johnson vergelijkt de Europese Unie met Hitler-Duitsland. Donald Trump wil een muur bouwen tussen Mexico en de Verenigde Staten. De bijna-president van Oostenrijk Norbert Hofer dweept openlijk met nazisymbolen. Geert Wilders wil in Nederland de grenzen sluiten voor moslims. Een conservatief, nationalistisch allegaartje zonder gemeenschappelijke idealen. Haat en angst is wat hen bindt.

Al tien jaar bestrijd ik het populisme van Wilders en van een groeiend leger politici van andere partijen dat in zijn kielzog meeloopt. Al ben ik ervaringsdeskundige, het bestrijden van populisme blijft lastig. Als ik niet op de kletspraat van Wilders reageer, ben ik een wegkijker. Als ik er niet serieus op reageer, ben ik elitair. Als ik er wel op reageer, heb ik louter electorale motieven. Intussen staat de PVV hoger dan ooit in de peilingen.

Tegenstanders zetten me graag neer als anti-Wilders. Alsof dat een belediging zou zijn. Opkomen voor beschaving zie ik als een plicht. En al vind ik de oplossingen van Geert Wilders onzinnig, zijn achterban neem ik serieus. Met zijn kiezers kom ik graag in gesprek. Voor mijn boek Henk, Ingrid & Alexander reisde ik dan ook stad en land af. Wat ik er van opgestoken heb? Dat er veel mensen zijn, meer dan ik dacht, die in de raderen van de samenleving zijn vastgelopen en soms alle reden hebben om boos en teleurgesteld te zijn. Velen leven met de angst dat ze huis en haard verliezen. Populisten spelen daar behendig op in, maar ik geloof stellig dat we als vertegenwoordigers van de vermaledijde nuance en het compromis die mensen meer te bieden hebben.

Wat ons te doen staat? Precies dat doen wat de populist niet doet. De populist gaat er prat op dat hij zegt wat hij denkt – maar dat doet hij juist niet. Hij weet heus wel dat zijn oplossingen niet werken. Hij weet alleen dat hij daarmee electoraal succes zou kunnen boeken. Eerlijk zeggen wat je denkt is – u verwacht het niet – juist dé troefkaart van de anti-populist. Zijn er onderwerpen onder het tapijt geveegd? Dan halen we die er onder uit. Taboes bestaan niet.

En taboes hebben verschillende kanten, maar laten wij dan álle kanten belichten. Dat hou ik mezelf voor, want het enige antwoord op een eenzijdige visie is de bereidheid om alle dimensies van een vraagstuk in beeld te brengen. De bereidheid door de muren van onze hokjesmaatschappij te breken en een poging te doen de ander te begrijpen. Toenadering en inlevingsvermogen in plaats van tweedeling en elkaar de rug toekeren.

De oneliner doet het goed op het moment zelf, maar de nuance gaat langer mee

De oneliner doet het goed op het moment zelf, maar de nuance gaat langer mee. Zo was daar recent plots weer de klassieker van de multiculturele samenleving. Die is mislukt, twittert de populist triomfantelijk. En gematigde politici retweeten dat weer. Ik betwist dat. Kijk alleen al hoe succesvol hele generaties jonge vrouwen met een allochtone achtergrond zijn in ons onderwijs en op de arbeidsmarkt. De veelkleurige samenleving redden we niet door mee te huilen met de wolven in het bos. Wel door de verworvenheden van de rechtsstaat krachtiger uit te dragen. Racisme en haat zaaien bestrijden we krachtig. Maar kwetsen en beledigen zijn toegestaan. Ben je dat niet gewend? Wen er dan maar aan, want Nederland was, is en blijft een vrij land.

Dat is één kant van de zaak. De andere is dat we harder optreden tegen discriminatie op de arbeidsmarkt, opkomen voor de gelijke kansen in het onderwijs en ruimhartiger en barmhartiger vluchtelingen opvangen en integreren. Met dat wenkend perspectief durf ik de strijd met de populist wel aan. Nog een verschil tussen de populisten en ons. De eersten grossieren in angstvisioenen; wij hebben idealen. Wat is aantrekkelijker? Het doemscenario over een kalifaat in de polder? Of het vooruitzicht van een vrije samenleving waarin iedereen meedoet?

Maar het belangrijkste verschil is ‘facts free’ of ‘facts based’. Steken we onze kop in het zand of zien we de feiten onder ogen? Nog fundamenteler: respecteren we de feiten of betwisten we die? Jeb Bush zei het onlangs in NRC zo: „Een gesprek over meningsverschillen is moeilijk als je het al niet eens bent over de feiten.”

Bekend is de vergelijking van de rol van de politicus met die van de dokter. Een zelfbenoemde dokter die wonderen belooft met brouwsels van eigen makelij, vertrouwen we niet. We kiezen massaal voor de gediplomeerde arts die onderzoekt of je wat onder de leden hebt en zo ja, wat er dan aan gedaan kan worden. Aan zo’n arts vertrouwen we ons leven toe. Ziehier zowel het voorbeeld als de uitdaging van de politicus van het midden: met eerlijke diagnoses van de samenleving en met feiten onderbouwde remedies het vertrouwen van mensen herwinnen.

Nuance is niet sexy. De redelijkheid misschien even niet in de mode. Dan ga ik maar tegen de tijdgeest in. Het is nog tien maanden tot de verkiezingen, pas dan gaat het er echt om. Dan moet het politieke midden winnen van de flanken. Politiek van vrijheid en barmhartigheid de baas zijn boven politiek van verdeeldheid en vervreemding.

Het einde van de redelijkheid? Ik geloof er niets van. De redelijkheid is een krachtiger wapen dan de populist denkt. Het gaat erom dat de zwijgende meerderheid in Nederland dat wapen zelfbewust opneemt. Als ik voor een keertje Emile Zola mag parafraseren: „De redelijkheid is onderweg en er is niets dat haar nog kan stoppen.”