Houtsmokkel naar China plukt meest beboste regio van Senegal kaal

De plundering van het bos in Casamance, dat grenst aan Gambia en te kampen heeft met een gewapende opstand, "heeft een beslissend punt bereikt en binnen twee jaar zal het te laat zijn". "We trekken daarom aan de alarmbel", zei Haidar El Ali, milieu-activist en gewezen minister van Milieu, op een persconferentie in Dakar.

"Senegal is meer dan een miljoen bomen kwijt sinds 2010, terwijl exploitanten in Gambia bijna 140 miljard CFA-frank (meer dan 213 miljoen euro) hebben verdiend aan de export van hout naar China. De vraag naar meubelen is er de voorbije jaren explosief gestegen", zei El Ali.

El Ali toonde verschillende foto's en video's om zijn uitspraken te staven. Hij haalde ook een grafiek boven om de explosie te tonen van de import van hout uit Afrika, gebaseerd op statistieken van de Chinese douane. De smokkel gebeurt volgens hem met medeweten van Gambianen en Senegalezen. "Maar er werken ook exploitanten en maffioze Chinezen aan mee die zich in de woestijn in ons land hebben gevestigd." Hij vermoedt de betrokkenheid van Gambiaanse verantwoordelijken.

Onherstelbare impact
"De vernietiging van de bossen zal een onherstelbare impact hebben op de vruchtbaarheid van de grond. De neerslag zal dramatisch afnemen en invloed hebben op de landbouw en het toerisme, in een van de armste delen van het land", zei El Ali, die aan het hoofd staat van Océanium, een Senegalese milieu-organisatie.

Hij voegt eraan toe dat de Senegalese regering te weinig onderneemt. "Het is geen makkelijk gevecht want de inzet is enorm. Het is een kwestie van politieke wil."