Eusebiuskerk Arnhem is steigers nog niet kwijt
Arnhem
In 2007 luidde de Eusebiustoren zelf de noodklok. Er viel een groot brok tufsteen omlaag. Niemand raakte gewond. Veel meer stenen zaten los. De gebruikte steen bleek zeer gevoelig voor vocht en temperatuurverschil. Sinds 2009 is eraan gewerkt. Begin jaren zestig kreeg de geschonden stad de toren als een baken terug, na twintig jaar herbouw.
Maar nu heeft de gemeente geen geld meer om de toren toekomstbestendig te maken. ‘Al heel lang zoeken we met Rijk, provincie en gemeente een oplossing’, zegt Hans Winters, voorzitter van de Stichting Eusebius Arnhem. ‘Het Rijk heeft in 2012 veel taken bij provincies en gemeenten gelegd, maar gaf geen spaarpotje mee voor grote projecten van nationaal belang, zoals dit soort rijksmonumenten van de buitencategorie.’ Gelderland moet per jaar 1,7 miljoen euro zien te verdelen over 8000 rijksmonumenten. Nu is alleen de bovenkant van de toren klaar.
Europa’s grootste en zwaarste carillon hangt erin, met 53 klokken.
glazen panoramalift
Kun je zo’n opknapbeurt niet gewoon een tijd stilleggen? ‘Jawel, maar dan moeten de steigers blijven staan en dat is niet gratis’, legt Winters uit. ‘Het gebouw wordt er niet beter op, de steen gaat verder achteruit. Dat maakt herstel duurder. En de specialisten zijn nú goed ingewerkt. Die ervaring krijg je niet zomaar terug. Echt heel vervelend.’
Leerlingen natuursteenbewerking, van het ROC Midden-Nederland in de Rijnstad, hebben veel baat bij dit oefenatelier. Voor Slotboom Steenhouwers uit Winterswijk – het enige bedrijf in Nederland dat zulke grote natuursteenprojecten aankan – is de onzekerheid fnuikend. Net als voor Winters’ droom van een Arnhem School of Heritage, voor natuursteenambachten.
De schuttingen, steigers en keten zijn niet gratis. ‘Ze laten staan, kost ons 10.000 euro per maand. We hopen dat er binnen een week of vier een kortetermijnoplossing is. Alle partijen kijken nu naar elkaar.’
De Eusebius staat niet op zich. ‘Eind juni moet een inventarisatie klaar zijn van soortgelijke situaties, rond monumenten in alle provincies. We hopen dat het ministerie dan alsnog de nodige middelen beschikbaar stelt.’
Hoog tijd voor poolshoogte. Nu staat de kerk als een eenzaam schaakstuk op een leeg veld. Een middeleeuws ruimteschip zonder veel zichtbare connectie met het centrum. Arnhem heeft, uniek voor een kerktoren in Europa, een glazen panoramalift tot 93 meter hoog. Wie geen hoogtevrees heeft, kan van boven de succesvolle stadsvernieuwing naar de kerk toe zien kruipen: het nieuwe cultureel centrum Rozet, het schitterende nieuwe centraal station. Des te meer valt dan op dat de kerk geïsoleerd staat, op een nietszeggend wederopbouwplein uit de jaren vijftig.
zwarte doos
Niet dat Arnhem van de Eusebius af wil. ‘Het is een monument van Wederopbouw na de oorlogsverwoesting, een icoon van onze stad. Dit moeten we bewaren, in conditie houden, het verhaal doorvertellen.’ Raadsfractievoorzitter Addy Plieger (ChristenUnie) sluit zich daarbij aan. ‘De kerk gaat ons aan het hart! De gemeente heeft in de buidel getast en zal dat blijven doen. Maar op het totaalbedrag is dat onvoldoende. De CU-Statenfractie heeft flink de nek uitgestoken om de provincie over de brug te laten komen. Helaas was er onvoldoende onvoorwaardelijke steun. Langzamerhand weet niemand het meer. Wij hopen dat het Rijk alsnog bijspringt.’
Ook D66 droeg de eigen Statenfractie op zich maximaal in te spannen om de restauratie te voltooien.
Hoe ziet de kerk er vanbinnen uit? De oude, gebrandschilderde ramen gingen verloren in 1944. Daardoor is het hoge schip nu erg licht. Een kerksfeer – nee, dat niet echt meer. Sacrale kunst ontbreekt, er zijn exposities, dictees, feesten, examens, congressen, beurzen, concerten, ontvangsten, noem maar op. Er ligt een enorme parketvloer in. ‘Deze ruimte is volop in gebruik bij burgers en bedrijven, en kán weer een bruisend middelpunt worden.’ Winters wil maar zeggen: een echte stad kan haar centrale monument toch niet laten vallen. ‘Kijk naar Canterbury, Salesbury, waar de nissen en kapellen in de kathedraal benut zijn om verhalen te vertellen. Dat willen wij doen met de canon van Gelderland, op moderne wijze.’
bewinkeling
Oud-burgemeester Paul Scholten noemde de verwaarlozing van de Eusebius ‘desastreus voor de binnenstad als geheel’. Hij vreest dat een kerk in verval ‘als een besmettelijke ziekte de hele stad langzaam maar onstuitbaar verziekt’. De stad heeft al veren moeten laten: V&D en de Bijenkorf sloten de deuren.
Net als veel andere steden heeft Arnhem moeite met de ‘bewinkeling’. Nieuwe aansprekende gebouwen moeten bezoekers verleiden langer te blijven, liefst een paar dagen.
Winters laat hoop doorschemeren. ‘Het dode punt is voorbij. Die steigers moeten ‘als de donder’ naar beneden, dat begrijpt iedereen heel goed. De kerk moet weer deel worden van de bebouwde omgeving, fysiek en psychisch beter bereikbaar zijn. Daarom willen we de entree aanpassen. Het is gelukt de kerk te promoten als icoon van Gelderland en Arnhem, er zijn maar weinig Arnhemmers die behoud verspilling vinden en denken aan sloop.’
Hij vestigt zijn hoop op herstel van het hele centrum. ‘Binnenkort stroomt de Jansbeek weer bovengronds, het Kerkplein wordt heringericht, er komt een filmhuis en de vooroorlogse structuur keert terug. Oude gebouwen gaan we slopen, er komen prachtige nieuwe voor terug. Zo ontstaat een nieuwe verbinding van winkelgebied naar Rijnkade. De nieuwe omgeving kan ook de Eusebius redden.’
Winters heeft een praktisch argument voor zijn hoop. ‘In 2019 herdenken we 75 jaar Slag om Arnhem. Dan komen er belangrijke gasten uit het buitenland, misschien Queen Elisabeth of Prins Charles! Het zou een blamage zijn als het dan niet af is.’ Plieger beaamt: ‘Het zou beschamend zijn als we dan nog in de steigers zitten … of erger.’ Winters: ‘Het overleg is nu volop gaande. Een broedende kip moet je niet storen.’ <
In de Eusebius is het oudste harnas van ons land te zien, van Karel van Egmond. Opzij van het koor staat het praalgraf van hertog Karel van Gelre (1467-1538), laatste zelfstandige heerser in de Nederlanden voor de Opstand tegen Spanje. Dit graf is gered door dr. Kalf van Monumentenzorg, die in 1944 aandrong op een betonnen beschermdak tegen bommen – net op tijd. Een steile trap daalt af naar klamme kelders. Achter een gesloten hek staan loden kisten. Hier zijn waarschijnlijk drie neven van Willem van Oranje bijgezet. Zeker is in elk geval, dat dat in deze kerk gebeurde. Philips graaf van Nassau en Ernst graaf van Solms sneuvelden in 1595. Lodewijk Günther van Nassau was een uiterst gedreven militair. Hij was luitenant-generaal van de cavalerie en vocht in 1600 aan de zijde van zijn neef Maurits bij Nieuwpoort. Hij is in 1604 in de Eusebius bijgezet, zijn echtgenote in 1606. Philips en Lodewijk Günther zijn de broers van Ernst Casimir en Willem Lodewijk; de laatste de stadhouder van Friesland en Groningen. Alle vier zijn zonen van Jan de Oude, een broer van Willem van Oranje. Ernst van Solms is de zoon van Elisabeth van Nassau, een zus van Willem van Oranje.
De Eusebius is een driebeukige kruisbasiliek in laatgotische stijl, gebouwd in 1452-1560. Bij de Slag om Arnhem (1944) is de kerk uitgebrand, de toren stortte in. De herbouw duurde van 1946 tot 1961. Eens per maand houdt de PKN er een viering. De beheerstichting verhuurt de kerk, met inzet van veel vrijwilligers. Maar dat dekt de kosten niet; het onderhoud kost elke dag duizend euro. Rijk en provincie gaven 10,1 miljoen euro uit aan de restauratie. Nog 24 miljoen is er nodig voor het schip en de toren, waarvan 19,6 miljoen te betalen door Rijk en/of provincie en 4,4 miljoen door sponsors en gemeente.