Direct naar artikelinhoud
Opinie

'Herbenoeming Nicolaï is de arrogantie van de macht'

De herbenoeming door minister Jet Bussemaker van oud-VVD-politicus Atzo Nicolaï als voorzitter van de raad van toezicht van de UvA-HvA is een minachting van de academische gemeenschap, aldus leden van actiegroepen aan de universiteit.

Minister Jet Bussemaker (Onderwijs) vorig jaar tijdens een bijeenkomst in het Maagdenhuis over rendementsdenken en kwaliteit van onderwijs.Beeld anp

Nederlandse universiteiten staan, zoals alle publieke instellingen, onder democratische controle. Althans in theorie. De bevoegde minister benoemt een raad van toezicht en die benoemt vervolgens een college van bestuur.

De leden van deze raden en besturen zijn echter met opvallende regelmaat afkomstig uit ­hetzelfde netwerk van (ex-)politici en zakenmensen dat met groot gemak partijlijnen overschrijdt. Als alerte burger en als academische burger van de Universiteit van Amsterdam vraag je je steeds weer af of het mogelijk is hier een eind aan te maken, en hoe een alternatief eruit zou zien. Zo zijn we het afgelopen jaar begonnen met het herontdekken van democratische verantwoordelijkheid. Hoe ziet dit er uit als het niet langer onder toezicht staat van een bestuurlijke elite die niets met de werkvloer te maken heeft, maar als er in plaats daarvan verantwoording wordt afgelegd aan diegene die het beleid uitvoeren?

Louise Gunning werd vorig jaar opgeofferd als voorzitter van het college van bestuur om de onvrede over de fouten van het management van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en de Universiteit van Amsterdam (UvA) te temperen. De voorzitter van de raad van toezicht, Atzo Nicolaï, ging verrassend genoeg vrijuit.

Gebrek aan transparantie
Een jaar later heeft de werkelijkheid hem ingehaald. Hij is verantwoordelijk voor de rommelige benoemingsprocedure van de nieuwe leden van het college van bestuur, een procedure die vanaf het begin ontsierd werd door lekken, het aftreden van vicevoorzitter Hans Amman en door een ondoorzichtigheid die symbool staat voor het gebrek aan transparantie en inspraak op de UvA. Dit gaf aanleiding tot een tot nu toe ongekende reactie: in een brandbrief hebben decanen en medezeggenschapsorganen unaniem gepleit voor een splitsing van de UvA en HvA. Nicolaï, als pleitbezorger van de fusie van deze twee instellingen, wordt in die hoedanigheid dan ook gemaand tot vertrek.

Maar verantwoordelijk minister Jet Bussemaker benoemt Nicolaï prompt zonder gêne opnieuw en zonder enige - wettelijk vereiste - consultatie van de medezeggenschapsorganen. Dit is een exemplarisch voorbeeld van de arrogantie van de macht: een minachting van de academische gemeenschap, een belediging van de representatieve democratie en een weigering om de eigen regels te volgen.

Enzo Rossi en Josef Früchtl, verbonden aan ­actiegroep ReThink-UvA, en Harriet Bergman, verbonden aan actiegroep Humanities Rally.

Het samenspel tussen Nicolaï (VVD) en Bussemaker (PvdA) maakt opnieuw duidelijk dat een beleid waar de ene hand de andere wast, desastreus is.

Schandelijke gevolgen
Deze gang van zaken is niet een uniek Amsterdams probleem of iets wat alleen speelt op de UvA-HvA. Het is slechts een van de vele schandelijke gevolgen van het afbreken van democratische verantwoordingsplicht en het najagen van economische belangen in de publieke sector. De controverse omtrent de UvA- HvA-fusie brengt ook de achterliggende en verder reikende problemen van de huidige wetgeving duidelijk aan het licht. 

Er is nu een raad van toezicht die eigenlijk bestaat uit twee raden die wederzijds 'adviseren'. Een verholen manier om de regels rond belangenconflicten te omzeilen. Zo is het mogelijk dat er leden in de raad van toezicht zitten die partijpolitieke functies hebben (Marleen Barth is voorzitter van de PvdA-fractie in de Eerste Kamer) of het aandeelhoudersbelang vertegenwoordigen van een bouwbedrijf dat zeer omvangrijke vastgoedoperaties voor de UvA uitvoert (Rinse de Jong, bestuurslid Stichting Aandelenbeheer BAM Groep).

Desastreus 
Het samenspel tussen Nicolaï (VVD) en Bussemaker (PvdA) maakt opnieuw duidelijk dat een beleid waar de ene hand de andere wast, desastreus is. Het hoger onderwijs is te belangrijk om over te laten aan zulke spelletjes. Eens te meer is het cruciaal dat de academische gemeenschap van de UvA het de komende maanden goed doet en een echt proces van democratische hervormingen tot stand brengt. De Amsterdamse lente is pas net begonnen.