Celstraffen voor Turkse journalisten Dündar en Gül

De Turkse journalist Can Dündar moet vijf jaar en tien maanden de cel in vanwege het lekken van staatsgeheimen. Dat heeft de rechtbank in Istanbul besloten, meldt Reuters. Zijn collega Erdem Gül heeft een gevangenisstraf van vijf jaar gekregen. Tegen Dündar, hoofdredacteur van de seculiere krant Cumhuriyet, werd aanvankelijk 25 jaar geëist, tegen Gül tien jaar. Ze werden vrijgesproken van een poging tot het omverwerpen van de Turkse regering.

De journalisten zijn veroordeeld vanwege een publicatie waarin zij de regering ervan beschuldigen wapens naar Syrië te vervoeren. Cumhuriyet publiceerde vorig jaar mei foto’s en video’s, die dateren van januari 2014, waarop te zien is hoe Turkse politieagenten bij de grens met Syrië trucks doorzoeken die een lading wapens en munitie vervoeren. Volgens de krant toont dat aan dat Turkse autoriteiten jihadisten in Syrië voorzien van wapens.

Voorafgaand aan de laatste procesdag werd een aanslag gepleegd op Dündar. Een man probeerde hem voor de rechtbank neer te schieten. Hij riep daarbij “verrader” vooraleer vijf schoten te lossen. Dündar raakte niet gewond, een andere aanwezige journalist wel, door een afketsende kogel. De schutter, die volgens Turkse media Murat Sahin heet en veertig jaar oud is, is aangehouden.

Veel media-aandacht

Dündar en Gül werden afgelopen november opgepakt. Tegen hen werd aanvankelijk levenslang geëist, maar het Constitutioneel Hof verwierp die claim. De journalisten hoeven niet meteen de gevangenis in en kunnen nog tegen hun celstraf in beroep gaan.

Het proces tegen de journalisten wordt met veel belangstelling gevolgd omdat het mogelijk een precedent zou kunnen scheppen voor de vervolging van andere media die materiaal publiceren dat belastend is voor president Recep Tayyip Erdogan en zijn regering.

Na zijn veroordeling bleef Dündar strijdbaar:

“Vandaag zijn er twee aanslagen gepleegd: een gewapende en een juridische. We moeten ons werk als journalisten blijven doen, ondanks alle pogingen om ons te muilkorven.”