Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Cultuur

Stedentrip naar Milaan? Zo beleef je de stad als een Milanees

Illustratie: Martien ter Veer

‘When in Rome, do as the Romans do.’ Aflevering 1 van deze gids leert je leven als een Milanees.

Modestad en financieel hart

Op Milaan word je niet meteen verliefd zoals op Rome of Florence. De eerste indruk kan wat grauw en onvriendelijk zijn. Anders dan in de rest van Italië ligt schoonheid hier niet voor het oprapen: het wordt gecreëerd door de bewoners. Niet voor niets is Milaan een internationaal centrum voor mode en design en bovendien het financiële hart van Italië. Dit is geen stad van dromers en filosofen maar van uitvinders en industriëlen. Een symbool voor dit moderne Milaan is de majestueuze Pirelli-toren uit 1959, een ontwerp van Gio Ponti dat Milanezen liefkozend Pirellone noemen.

Ontbijten aan de bar

De dag begint met een snel staand ontbijt in een koffiebarretje, gewoonlijk een cappuccino en een brioche (zo noemen de Italianen hun croissants). In buurten met veel kantoren vind je in eenvoudige lunchrooms een Pranzo di lavoro: een razendsnel opgediend lunchmenu met salade, voorgerecht, hoofdgerecht, wijn en espresso voor zo’n 12 euro. De populairste snack is een panzerotto, typisch Milanees: een gefrituurde deegbal gevuld met mozzarella en tomaat. Om zeven uur ’s avonds begint in bars de aperitivo, een soort happy hour met gratis hapjes. Het is prima om twee uur lang te sippen aan één negroni (een cocktail met gin, rode vermouth en Campari), terwijl je borden vol kleine hapjes naar binnen werkt.

Familie op één

Milaan is een bourgeois-stad bij uitstek en dat is terug te zien in de levenshouding van de bewoners. Ondanks de constante stroom bezoekers uit het buitenland zijn Milanezen niet zo kosmopolitisch als ze zich voordoen. De eigen (familie)kring is het belangrijkst. Wat werk-ethos betreft heeft Milaan meer gemeen met het degelijke München dan met het flamboyante Rome: als Milanees wek je altijd de indruk dat je iets belangrijks te doen hebt. Bij de talloze klassieke straatkiosken is bladeren in kranten en tijdschriften niet de bedoeling. Kiezen, kopen en doorlopen is het devies. In Milaan heerst een voorkeur voor het formele. Op straat en in winkels begroet je elkaar met het uit het Latijn afkomstige salve in plaats van met het populaire ciao.

Flamingo’s in de tuin

Met zomaar een blik om je heen op straat leer je Milaan nog niet echt kennen. Neem daarom een kijkje achter de statige gevels en smeedijzeren hekken . Dus: logeer bij een familie in plaats van in een hotel. Via Airbnb is er genoeg aanbod, bijvoorbeeld een kamer in een mondain appartementengebouw in de buurt van Porta Venezia. Als je vanaf je nieuwe logeeradres de binnenstad in wandelt, vergeet dan niet door de poort van Villa Invernizzi te gluren naar de flamingo’s in de tuin . Heb je genoeg van het ijdele en gepolijste Milaan? Zoek dan de buitenwijken op. De zondagse vlooienmarkt achter Piazzale Cuoco bestaat uit voetbalvelden vol rommelige kraampjes en families sjouwend met plastic tasjes. Je kunt hier alles vinden van versleten autobanden tot een vintage tas van Bottega Veneta.

Kleed je discreet

Milanezen hebben het goed met zichzelf getroffen en schamen zich niet om dat te laten zien. Stijl en smaak zijn hier een serieuze zaak. Kleed je liever discreet dan uitbundig, tenzij je werkt in de mode-industrie. Het kleurenpalet van de gemiddelde Milanese outfit (m/v) is behoudend: taupe, beige, donkerbruin, lichtblauw, donkerblauw en mossig groen. Milanezen doen per seizoen aan een garderobewisseling: alle winterkleren worden ’s zomers opgeborgen en andersom. Om zich aan te passen aan het weer gaan er simpelweg extra laagjes aan of uit.

Tips

Tips om mee te nemen naar Milaan