Direct naar artikelinhoud

Trouw weigert Belastingdienst Panama Papers te overhandigen

Dagblad Trouw is door de Belastingdienst benaderd om gegevens over te dragen uit de zogenoemde Panama Papers. De krant meldt zaterdag dat ze daar geen gehoor aan heeft gegeven. De Nederlandse autoriteiten namen genoegen met de verklaring dat Trouw geen eigenaar is van de gegevens.

Verslaggevers staan voor een opslagloods die toebehoort aan het bedrijf Mossack Fonseca in de hoofdstad van Panama.Beeld epa

Ook in andere landen wil de overheid documenten in handen krijgen. Zo wil de Finse regering dat publieke omroep Yle alle informatie overdraagt, maar Yle weigert dat. De omroep kan ook geen informatie delen, omdat de bestanden eigendom zijn van het ICIJ, het International Consortium of Investigative Journalists.

Trouw maakt samen met Het Financieele Dagblad deel uit van een internationale samenwerking van kranten die onthullingen doen over belastingparadijzen. Zij baseren zich op de uitgelekte administratie van het Panamese juridische advieskantoor Mossack Fonseca & Co.

De vele fiscale voordelen in doorsluisland Nederland

Hoewel de Panama Papers niet specifiek over Nederland gaan, vestigen zij nog eens de aandacht op de ruime mogelijkheden om via Nederland belastingen te ontwijken. (+)

De miljoenen onthulde documenten maakten duidelijk dat geen sector of land ongevoelig blijkt voor de verleiding zijn rijkdommen onbereikbaar te stallen. Het voetbal niet, democratisch gekozen politici niet en Russische machthebbers al helemaal niet, zoals blijkt uit de deze drie casussen.

Ondertussen is in Panama de commissie van onafhankelijke experts die orde moet scheppen in het financiële systeem van het land benoemd. De zevenkoppige commissie moet verhinderen dat het land in de toekomst voor witwaspraktijken en illegale belastingzaken wordt gebruikt, aldus president Juan Carlos Varela Rodríguez.

In de commissie zitten onder anderen de Amerikaanse Nobelprijswinnaar en econoom Joseph Stiglitz en de voormalige Panamese presidenten Nicolas Bardetta en Nicolás Ardito. De experts moeten binnen een halfjaar een rapport klaar hebben.