Direct naar artikelinhoud

Iedere Turk kan een klop op de deur verwachten

Ook in Turkije zelf groeien de zorgen over Erdogans lange tenen. Zelfs binnenshuis is het niet altijd veilig.

De Turkse president Erdogan.Beeld Mehmet Kacmaz / Hollandse Hoogte

Turkse burgers hebben leren leven met de vrees voor terreuraanslagen en met de gevolgen daarvan: overal camera's, detectiepoortjes en zwaarbewapende agenten die de inhoud van je tas controleren. Maar bij de angst voor aanslagen is een andere angst gekomen. Het kan slecht met je aflopen als je het waagt kritiek te leveren op de Turkse president Recep Tayyip Erdogan, grappen over hem maakt of begrip toont voor verboden bewegingen als de Koerdische PKK.

'Aanvallen vanuit het paleis'

Niemand zal zich beklagen over de steeds strengere veiligheidsmaatregelen nu aanslagen en terreurdreigingen door IS en de PKK aan de orde van de dag zijn. Waar men zich wel zorgen over maakt, zijn de aanvallen vanuit 'het paleis' (lees: president Erdogan en zijn entourage) op kritische geluiden uit de samenleving.

Vooral journalisten krijgen te maken met de lange arm van Erdogan. Kritische kranten en tv-stations zijn gesloten of door de staat overgenomen; tientallen journalisten zitten celstraffen uit en velen zijn in afwachting van mogelijke strafvervolging.

Lees ook:

In Nederland verliezen zaken van neutrale, Turkse ondernemers, van wie alleen in de gemeenschap bekend is dat ze Gülen-sympathieën koesteren, opvallend veel klandizie. De Volkskrant sprak met drie ondernemers, die allen uit angst voor represailles niet met hun naam in de krant willen.

Maar ook andere groepen worden aangepakt. Op 11 januari van dit jaar publiceerden 1.128 academici een verklaring met als titel 'Wij willen geen onderdeel zijn van deze misdaad'. Daarin werd de situatie in Oost-Turkije aan de kaak gesteld, waar hevige gevechten waren tussen Turkse veiligheidstroepen en de PKK. Inmiddels zijn 19 van de academici gearresteerd en vastgezet op beschuldiging van propaganda voor een terroristische organisatie. Tientallen hoogleraren zijn ontslagen, anderen worden bedreigd via de telefoon en sociale media.

Iedere willekeurige Turk kan op dit moment een klop op de deur verwachten. De zaak van Ebru Umar is wat dat betreft geen uitzondering. Sinds Erdogans aantreden als president in augustus 2014 lopen er bijna tweeduizend strafzaken voor het beledigen van hem.

Volgens het controversiële artikel 299 van het Turkse strafrecht kan de overtreder worden veroordeeld tot gevangenisstraf en een boete. Dat heeft voormalig topvoetballer Hakan Sukur niet afgewacht. Hij werd eind februari aangeklaagd voor het beledigen van Erdogan via Twitter en riskeert volgens de aanklacht vier jaar gevangenisstraf. Sukur is verhuisd naar Californië om daar een sportacademie op te zetten.

Hakan Sükür.Beeld epa

Willekeurige aanklachten en paranoïde reacties

Het geval-Sukur is breed uitgemeten in de Turkse media, evenals de zaak van de chauffeur die in echtscheiding ligt nadat hij zijn vrouw had aangeklaagd omdat ze steeds Erdogan uitschold zodra hij op televisie verscheen.

De lijst van willekeurige aanklachten en paranoïde reacties van zowel het publiek als de autoriteiten begint steeds langer te worden. Een 16-jarige jongen moet voor de rechter verschijnen omdat hij Erdogan in een baldadige bui een dief en een zakkenvuller noemde. Het stadsbestuur van Beyoglu laat uit vrees voor repercussies kindertekeningen weghalen bij een tentoonstelling, omdat er een Koerdisch vlaggetje te zien is.

In het openbaar praten of kritiek leveren op de president is riskant geworden. Dat gebeurt nu fluisterend in een hoekje van het café, of nog beter, in de veilige beschutting van de eigen huiskamer.