Direct naar artikelinhoud

Reistijd Amsterdam-Brussel moet half uur korter

De reistijd van de snelle treinen tussen Amsterdam en Brussel moet eind 2017 een half uur korter zijn. Dat is een van de afspraken die staatssecretaris Sharon Dijksma (Infrastructuur) maakt met de NS om het vervoer over de hogesnelheidslijn HSL-Zuid snel te verbeteren.

Reistijd Amsterdam-Brussel moet half uur korter
Beeld anp

Zij zet de NS daarbij onder druk. Als de NS nu faalt, kan de overheid ervoor kiezen te gaan samenwerken met een ander bedrijf.

Dijksma laat sowieso onderzoeken of een andere vervoerder het beter kan. Dat zet druk op de NS om beter te presteren. Ook de touwtjes bij spoorbeheerder ProRail worden aangehaald. Het wordt een zelfstandige overheidsorganisatie en kan zo scherper worden aangestuurd.

Door de NS op de huid te zitten bij de nieuwe poging om snelle treinverbindingen tussen Amsterdam en Brussel te realiseren, hoopt Dijksma hoopt het vertrouwen van de treinreizigers herstellen.

Fyra kwam jaren te laat
Dat vertrouwen kreeg een knauw door alle problemen met de Fyra. Ook de opvolger, Intercity Direct, valt veelvuldig uit. De Italiaanse hogesnelheidstrein Fyra kwam jaren te laat en reed uiteindelijk maar vijf weken tussen Amsterdam en Brussel.

De flitstreinen werden met mankementen teruggestuurd naar de fabriek. De flop kostte de NS ongeveer 800 miljoen euro.

De NS mag nog tot 2025 op de HSL rijden. Het kabinet reageerde vrijdag op de aanbevelingen van de parlementaire enquêtecommissie die het debacle met de Fyra onderzocht. De commissie oordeelde dat opeenvolgende kabinetten teveel oog hadden voor mogelijke opbrengsten van de HSL-Zuid, terwijl de NS vooral zijn eigen monopoliepositie veilig wilde stellen.

Scherpe afspraken met NS moeten tot meer tevreden reizigers leiden

Betaalbaar en zonder reservering
De opdracht is volgens Dijksma duidelijk. "Scherpe afspraken met NS moeten tot resultaten leiden, en tot meer tevreden reizigers. Dat is het doel." Dijksma wil dat de reistijd van de Intercity Direct vanaf volgend jaar met "ongeveer een half uur" wordt verkort. 

De reis moet betaalbaar zijn en moet zonder reservering gemaakt kunnen worden. Het kabinet bekijkt ook de toekomst van het spoor na 2024. Nog dit jaar worden verschillende scenario's uitgewerkt waarbij onder meer wordt gekeken naar de mate van marktwerking en de omvang van het hoofdrailnet. Dat laatste is nu in handen van de NS.