Direct naar artikelinhoud
Interview

Kunst in tijden van oorlog: het verhaal van achterblijvers

Een doordeweekse dag in Aleppo valt voor Issa Touma in twee delen uiteen. Tot twee uur 's middags is hij bezig met water. Water halen voor zijn moeder of voor hemzelf. Vaak is het goor en moet hij het met reinigingstabletten ontsmetten. Dan, als het sjouwen met jerrycans erop zit, gaat hij naar zijn kunstgalerie, Le Pont, waar Touma zijn foto's exposeert en workshops geeft aan jonge Aleppijnen. Te midden van de destructie en het gedreun houdt zijn galerie hem gaande. 'Kunst geeft hoop. Kunst verbindt. Met kunst willen wij Syriërs de wereld laten weten: wij willen niet als nummer in de media sterven.'

Issa Touma.Beeld Jiri Büller/de Volkskrant

Touma (53) zit woensdagmiddag in een Amsterdams café, zijn wollen trui nog geurend naar oorlog en met een vilten cowboyhoed op het hoofd. Aleppo is plots ver weg. Een busrit van 23 uur bracht hem afgelopen zondag in Libanon, daarna nam hij het vliegtuig. Touma is tien dagen in Nederland op uitnodiging van het documentairecollectief Paradox, en gaat daarna weer terug. Syrië definitief ontvluchten - dat nooit. Vurig: 'Als je om je land geeft, moet je blijven.' Hij zag veel collega-kunstenaars en -intellectuelen vertrekken. 'Eenmaal uit het land, verliezen ze het contact met wat hier gebeurt.'

In de belegerde stad Aleppo zijn beschietingen het nieuwe normaal. De stad is verscheurd tussen west (regime), waar Touma woont, en oost (oppositie). Volgens Touma vuurt de oppositie aanhoudend op burgerdoelen. 'Het aantal bombardementen is de laatste weken vertiendubbeld. Vorige week vrijdag waarschuwde een kind me dat mijn wijk beschoten werd. Uit voorzorg ben ik toen in de galerie gebleven tot tien uur 's avonds.' Bij een bomaanslag zag Touma een schoolvriend voor zijn ogen uiteengereten worden. Hij is het rennen voor de bommen beu. 'Ik vlucht niet meer', zegt hij nuchter. 'Wat gebeurt, gebeurt.'

Doorzetters

In 1996 opende Touma's galerie zijn deuren, als één van de eerste op fotografie georiënteerde expositieruimte in het Midden-Oosten. Hij organiseerde internationale festivals en ontving duizenden bezoekers van over de hele wereld. Zijn huis lag in de gemengde wijk Al-Jdeida, pal boven het oude centrum. Armeense christenen, moslims, maronieten en Arameeërs woonden er kriskras door elkaar. Het geweld deed in 2012 zijn intrede in de straten van Aleppo, toen gewapende mannen de revolutie kaapten. Vanuit zijn keukenraam legde Touma alles vast wat er gebeurde, wat resulteerde in het korte videologboek 9 Days - From my Window in Aleppo (2015).

Het verhaal dat zijn werk vertelt, is het verhaal dat het Westen volgens hem vergeten is: dat van de achterblijvers. De doorzetters. 'De Syriërs die een winkeltje openen, ook al hebben ze nauwelijks iets te verkopen. Dat zijn de helden. De studenten die ondanks de bombardementen naar de universiteit gaan. In de media gaat het alleen maar over het verwoeste Aleppo, maar de helft van de stad leeft nog. Dat verhaal moet ook verteld worden'.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Twitter bericht wordt geladen...

Issa Touma.

Met die gedachte in zijn achterhoofd coördineerde Touma het project Women We Have Not Lost Yet (2015): vijftien portretten van vrouwen die ondanks alles in Aleppo zijn gebleven. Ze leven nog, knikt hij. Onder de noemer Art Camping laat hij Syriërs van 15 tot 40 jaar oud experimenteren met kunst, en met elkaar in gesprek gaan. Touma: 'Mijn workshops trekken deelnemers van alle achtergronden. Pro-regime, pro-oppositie, noem maar op. Het is de enige plek waar die ontmoetingen plaatsvinden. De kunst maakt dat mensen elkaar respecteren.'

Over de Russische bombardementen en de vatenbommen die het Assad-regime boven Oost-Aleppo afwerpt, zegt Touma weinig. De gedrongen fotograaf bezweert geen aanhanger te zijn van Assad, maar zijn hardste kritiek reserveert hij voor de oppositie. Of hij op zijn woorden moet passen is niet duidelijk, maar zeker is dat harde woorden over Assad hem in West-Aleppo niet in dank zouden worden afgenomen.

'Jullie in het Westen zien maar één kant van het verhaal. De oppositie voert geen oorlog voor een vrij Syrië, ze voert een oorlog tegen burgers. Dat gaat al vijf jaar lang zo.' Door een alliantie te sluiten met de Golfstaten heeft het Westen volgens Touma de extremisten alleen maar versterkt. 'De oppositiestrijders zijn door jullie westerse regeringsleiders steeds romantiserend 'verzetsstrijders' genoemd. Cameron, Hollande, de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken: ze zouden allemaal voor het Internationaal Gerechtshof gesleept moeten worden.'

Is er nog een vreedzame oppositie in Aleppo? Natuurlijk, zegt hij, maar de activisten zijn zo geschrokken van hun gewelddadige medestrijders, dat ze schielijk hun intrek hebben genomen in de wijken van het regime. Touma ziet het als zijn taak te blijven, zolang als nodig. 'Er zijn zoveel intellectuelen gevlucht, de balans is weg. Vind je het gek dat er alleen maar jihadi's over zijn? Iedereen die nodig is om het land opnieuw op te bouwen, is vertrokken.'

Vind je het gek dat er alleen maar jihadi's over zijn?

Ontvang elke dag de Volkskrant Avond Nieuwsbrief in uw mailbox, met het nieuws van vandaag, tv-tips voor vanavond, en alvast zes artikelen uit de krant van morgen. Schrijf u hier in.