Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

Economie

De knappende zeepbel van de game-industrie

Game over? De prestaties en omzetten in de Nederlandse game-industrie blijken jarenlang te zijn opgeklopt – voornamelijk door de branche zelf. In werkelijkheid is de omvang van deze bedrijfstak eenvijfde tot eenzesde van wat in de publiciteit werd gebracht, zo concludeerde deze krant. Dat is niet alleen teleurstellend, het is ook laakbaar. Subsidies zijn verstrekt op basis van een omvang en groei die er niet blijkt te zijn. Jonge mensen zijn opgeleid voor een baan die niet bestaat. Jaarlijks komen er 1.600 leerlingen van de verschillende opleidingen, terwijl er maar zestig banen zijn.

De vraag is gerechtvaardigd of de bedrijfstak hier de enige schuldige is. Ook beleidsmakers laten zich kennelijk makkelijk meeslepen door de waan van de dag, zeker als het een tot de verbeelding sprekende activiteit betreft.

Hypes komen en gaan. Het innovatieplatform dat in 2004 door premier Balkenende werd ingesteld, gaf ten onrechte de indruk dat innovatie specifiek te sturen valt. De hype was gebouwd op een andere hype: Finland was het voorbeeld dat te volgen viel. Het vernieuwende imago van dat land was gefundeerd op de successen van telecombedrijf Nokia. Dat model werd gretig ter navolging gepropageerd. Toen Nokia in het ongerede raakte, werd het stil. Het vele gebruik (en misbruik) van ‘groen’ en ‘duurzaam’ in onder meer de nutssector leidde er intussen toe dat, volgens het recente energierapport van Economische Zaken, de gemiddelde Nederlander gelooft dat 40 procent van alle stroom duurzaam wordt opgewekt terwijl dat in werkelijkheid slechts 6 procent is.

Dat in het geval van de game-industrie kennelijk niemand vragen stelde bij de accuratesse van en de methodiek achter de omzet- en groeicijfers is veelzeggend. Het geldt voor subsidieverstrekkers, maar ook voor de opleidingsinstituten. Daar lijkt marketing het te winnen van inhoud. Zie ook de vele mediaopleidingen, waarvan de omvang niet in verhouding lijkt te staan tot de vraag naar werknemers – nog los van de vraag of iemand wel op die manier op te leiden is.

Generieke vaardigheden zijn meer waard, en toekomstbestendiger. Een van de belangrijkste van die vaardigheden: kritisch vermogen, het beter leren onderscheiden van werkelijkheid, overdrijving en verdichting.

Het moderne bombardement van sociale media, mening en marketing waaraan de burgers, jong en oud, dagelijks blootstaan maakt dat noodzakelijker dan ooit. Al was het maar om te voorkomen dat hij of zij duurzaam verdwaalt in het uitdijende grijze gebied tussen hype en werkelijkheid. Escape from the grey zone: het zou nog een aardige game opleveren ook.