Op bezoek in Oklahoma, het ‘Loppersum van de prairie’

Het is even voor elven als het Amerikaanse dorpje Prague in november 2011 getroffen wordt door een aardbeving. Vrij plotseling, want tot die tijd trilde de grond er zelden echt hard. Het blijkt de oorzaak van de vele boren naar olie en gas, een industrie die de regio tot dan toe alleen welvaart bracht.

In veel opzichten lijkt Prague op Loppersum, het Groningse dorp dat in het centrum van het aardbevingsgebied ligt. De grond heeft weliswaar een andere kleur, maar ook in de staat Oklahoma is het land vlak. Het Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant gingen op bezoek in “het Loppersum van de prairie”.

De beving van eind 2011, de zwaarste ooit in Oklahoma, is het keerpunt. Zoals de beving in Huizinge van augustus 2012 het kantelpunt was in Groningen. Toch duurt het lang voordat er iets verandert in de zuidelijke staat. Pas in augustus dit jaar geeft de gouverneur van Oklahoma publiekelijk toe dat er een verband bestaat tussen de bevingen en de boringen.

Een woud van oliebedrijven

Waar Groningers met hun schade kunnen aankloppen bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is het voor de bewoners van Prague en omstreken veel moeilijker om een vergoeding te eisen voor gescheurde muren en ingezakte fundamenten. In Oklahoma zijn namelijk honderden oliebedrijven werkzaam:

“Omdat er zoveel bedrijven zijn, kunnen oliemagnaten zich achter elkaar verschuilen. In Prague klop je met schade niet aan bij de NAM, maar verdwaal je in een woud van partijen.”

Desondanks lijken de Amerikanen beter om te kunnen gaan met de bevingen dan hun Groningse lotgenoten, zo schrijven beide kranten zaterdag in een longread.

Lees het gehele verhaal over Prague en de gasboringen in Oklahoma op de website van het Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant (Ongeveer 5.600 woorden lang, leestijd: 28 minuten).