Voor 14.000 asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen, worden extra semipermanente woningen gebouwd. Het kabinet, de provincies en de gemeenten hebben vanochtend opnieuw afspraken gemaakt om alle vluchtelingen die naar Nederland komen te kunnen huisvesten. Dat maakten premier Mark Rutte en de voorzitters van de Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg vanochtend bekend.
De afspraken gaan over vluchtelingen die al een verblijfsvergunning hebben maar vaak nog opvangplekken bezet houden voor nieuwe asielzoekers. Die vergunninghouders kunnen voortaan in “onzelfstandige woonruimtes” worden ondergebracht, waarbij ze voorzieningen met elkaar delen. Ook gaat het Rijk eigen vastgoed verhuren, voor een periode van tien jaar.
Voor het einde van het jaar moeten alle 25 veiligheidsregio’s 500 extra noodopvangplekken geregeld hebben, dat zijn dus 12.500 plekken voor asielzoekers die nog wel in afwachting zijn van hun procedure. Bovendien moet elke provincie vóór 1 februari volgend jaar een plan hebben voor nog eens 2.500 opvangplekken. Dat mag in grote ‘1.500+’-locaties, maar ook kleinschalige opvang van tweehonderd man of minder is goed. Deze opvang moet de crisisnoodopvang, waar nu veel gebruik van wordt gemaakt en waar de vluchtelingen in beginsel maar 72 uur kunnen blijven, overbodig maken.
Begeleidingsgeld
Naast de opvang en huisvesting zijn afspraken gemaakt over extra maatschappelijke begeleiding van de vluchtelingen die een vergunning hebben gekregen en dus de komende vijf jaar in Nederland mogen blijven. Het beschikbare bedrag daarvoor gaat omhoog, van 1.000 euro per persoon naar 2.370 euro per persoon. Dat moet de integratie en participatie aan de Nederlandse samenleving bevorderen.