Direct naar artikelinhoud

Kinderen mogen niet in armoede leven

Arme kinderen moeten onafhankelijk van hun ouders aanspraak kunnen maken op sociale zekerheid.

Kinderen in armoede
Beeld Geert van Kesteren

Deze week wordt in de Tweede Kamer de begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid besproken. Wij vragen het kabinet dit moment aan te grijpen en eindelijk een einde te maken aan armoede onder kinderen in Nederland. Dit kan door te beginnen hun een zelfstandig recht op sociale zekerheid te geven.

Bijna 400.000 kinderen in Nederland groeien op in armoede. Dat aantal is sinds 2007 met 124.000 toegenomen. Kinderen blijven een kwetsbare groep. De financiële beperkingen waar gezinnen met minderjarige kinderen mee kampen, leiden niet alleen tot een gebrek aan goed eten, kleding of andere elementaire zaken, maar ook tot sociale uitsluiting. Kinderen durven geen vriendjes thuis uit te nodigen, kunnen niet deelnemen aan schoolexcursies of doen niet mee aan sport en culturele activiteiten.

De gevolgen hiervan zijn, ook op lange termijn, groot. Kinderen die in armoede opgroeien, bereiken een lager opleidingsniveau en hebben relatief vaak gezondheidsproblemen. Daarnaast lopen zij 25 jaar later een twee keer zo groot risico om onder de armoedegrens te raken.

Het lijkt evident dat kinderen door wet- en regelgeving worden beschermd tegen deze vorm van tegenspoed. Op basis van artikel 26 van het VN-Kinderrechtenverdrag (IVRK) hebben kinderen inderdaad recht op sociale zekerheid. Nederland heeft echter als enige land ter wereld een voorbehoud gemaakt op dit artikel. Hierdoor hebben Nederlandse kinderen geen zelfstandig recht op sociale zekerheid.

Dit kan om meerdere redenen leiden tot schrijnende situaties, waarin jonge kinderen honger lijden of hun woning dreigen te worden uitgezet. Deze situaties kunnen uit de hand lopen, omdat deze kinderen geen zelfstandig beroep kunnen doen op de sociale zekerheid. Terwijl zij daar volgens het Kinderrechtenverdrag wel recht op hebben als hun ouders geen aanspraak kunnen maken op sociale zekerheid.

Kinderen zouden niet de dupe moeten worden van beperkingen in de situatie van hun ouders

De invoering van de kostendelersnorm per 1 juli van dit jaar, die het mogelijk maakt mensen te korten op hun uitkering als zij samen in een huis wonen, heeft het probleem alleen maar groter gemaakt. Gezinnen die reeds moeten rondkomen van een bijstandsuitkering, dreigen door de kostendelersnorm onder de armoedegrens te raken.

Destijds was de argumentatie voor het voorbehoud dat het er in de praktijk veelal op neerkwam dat de sociale zekerheid voor het kind is afgeleid van de sociale zekerheid die toekomt aan de ouders. Gegeven de huidige praktijk en de groeiende armoede onder kinderen is dit argument komen te vervallen. Niet voor niets krijgt de Nederlandse regering op het voorbehoud van artikel 26 van het IVRK al geruime tijd een rode kaart van het VN-kinderrechtencomité. Dit comité roept Nederland al jaren op het voorbehoud op artikel 26 IVRK in te trekken.

Wij sluiten ons aan bij deze oproep en vragen minister Asscher hieraan gehoor te geven. Het is onacceptabel dat kinderen in Nederland opgroeien in armoede.

Kinderen zouden niet de dupe moeten worden van beperkingen in de situatie van hun ouders. Zij zouden onafhankelijk van hun ouders aanspraak moeten kunnen maken op sociale zekerheid indien zij onder de armoedegrens vallen.

Minister Asscher beloofde na zijn aantreden 'het vuur uit z'n schoenen te lopen' voor kinderen die in Nederland in armoede opgroeien. Het afschaffen van het voorbehoud op artikel 26 van het Kinderrechtenverdrag zou hierbij gepast zijn.


Pim Kraan, directeur Save the Children Nederland. Aloys van Rest, directeur Defence for Children. Sadet Karabulut, Tweede Kamerlid SP en Linda Voortman, Tweede Kamerlid GroenLinks.