Hopen op een computer of een fiets
Utrecht
Een beetje schuchter laat de 40-jarige vader de twee vrijwilligers van Stichting Leergeld binnen in zijn portiekwoning in de Utrechtse wijk Kanaleneiland. Het bezoek komt met hem over zijn aanvraag praten voor een computer en een fiets voor zijn twee dochters; de ene zit in groep 6 en de andere in de brugklas van de middelbare school.
‘Ze hebben voor school een computer nodig en die hebben we niet’, vertelt hun vader. Hij serveert thee en koffie met koekjes in de sober ingerichte woonkamer. Het gezin leeft van een uitkering. Van een kennis had de man gehoord dat ouders met een smalle beurs bij Stichting Leergeld kunnen aankloppen voor een bijdrage aan zaken die voor de schoolcarrière van het kind noodzakelijk zijn. Hij voelt zich zichtbaar ongemakkelijk nu hij met onbekenden over zijn financiële problemen moet praten.
Vrijwilliger Bart vertelt de vader dat Leergeld één computer per gezin kan verstrekken en voor elk kind een fiets. ‘Er is nu een wachtlijst van ongeveer een jaar.’ Dat is langer dan de man had verwacht. ‘Bedankt, ik wacht af’, zegt hij.
Zo doen ze dat bij Leergeld Utrecht, een van de 86 van dergelijke stichtingen in het land. In 236 gemeenten hielpen die vorig jaar bijna 70.000 kinderen van onbemiddelde ouders: met bijvoorbeeld het betalen van de schoolkosten, een schoolkamp, een sportabonnement, een laptop of een fiets. Meestal wordt een aanvraag behandeld in twee tot drie weken, maar de Utrechtse stichting zit nu krap bij kas.
Bovendien is de gemeente Utrecht van plan om de jaarlijkse subsidie van 50.000 euro te stoppen. ‘Stichting Leergeld is van groot belang voor de stad. Maar een langdurige subsidie en structurele afhankelijkheid van de gemeente vinden we niet wenselijk’, zegt een gemeentewoordvoerder. De gemeente vindt dat de stichting zichzelf moet gaan bedruipen met sponsoring. Het is een van de veranderingen in het armoedebeleid. Dat moet van de gemeente eenvoudiger en meer de nadruk leggen op zelfredzaamheid. Morgen beslist de gemeenteraad over de nieuwe koers.
bijstand
Directeur Gaby van den Biggelaar van de landelijke vereniging Leergeld is verbaasd over de bezuiniging. ‘Steeds meer gemeenten zien Leergeld juist als een serieuze partner in het armoedebeleid. En Utrecht was altijd begaan met armere kinderen.’
Steeds meer Nederlandse kinderen groeien op in een gezin dat moet rondkomen van een bijstandsuitkering, becijfert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In 2009 was dit 5,2 procent van de minderjarigen, nu is dat 6,5 procent, oftewel 223.000 kinderen.
Utrecht vindt dat kinderen van arme ouders ook zonder Leergeld genoeg gemeentelijke ondersteuning krijgen. ‘Met een U-pas voor minima hebben deze kinderen een bedrag van ongeveer 300 euro per jaar tot hun beschikking dat kan worden ingezet voor bijvoorbeeld sport, schoolspullen, een computer of een fiets’, zegt een gemeentewoordvoerder. ‘Op hun twaalfde, als kinderen naar de middelbare school gaan, krijgen ze 575 euro voor de extra kosten.’
vrijwilligers
Coördinator Hilde Lorier van Leergeld Utrecht weet niet of de stichting door kan gaan, vertelt zij in het bescheiden kantoor van de stichting. Alleen zij krijgt deels betaald voor haar werk, de huisbezoeken, de administratie en het telefonische spreekuur doen de vrijwilligers. ‘Sponsoren willen wel betalen voor computers en fietsen, maar niet voor de kantoorkosten.’
En dat terwijl de stichting de wachtlijsten alleen maar ziet stijgen. Dit jaar helpt ze in Utrecht ongeveer vijfhonderd kinderen. Omdat de overheid minder schoolkosten vergoedt en ook omdat steeds meer scholen bijvoorbeeld een laptop verplicht stellen, groeit het aantal aanvragen, vertelt Lorier. ‘Zonder onze stichting hebben arme kinderen straks minder kansen.’
Vrijwilliger Bart moet deze ochtend veel bellers teleurstellen, die bijvoorbeeld vragen om een bijdrage om hun kind te laten sporten. Ook de kas van het Utrechtse Jeugdsportfonds is leeg, al sinds eind september. Dat komt doordat Utrecht daarin met een jaarlijkse bijdrage van 30.000 euro aanzienlijk minder geld steekt dan andere Utrechtse gemeenten, vertelt een woordvoerder van het Jeugdsportfonds Provincie Utrecht. Ook daar is een wachtlijst, van 150 kinderen.
Ondertussen meldt zich een nieuwe vrijwilligster op het Utrechtse kantoor van Leergeld. Het is een 38-jarige alleenstaande moeder van drie kinderen, die zelf twee jaar geleden een beroep heeft gedaan op de stichting. ‘Toen de jongens naar de middelbare school gingen, kon ik het even niet bolwerken om het schoolgeld te betalen en computers te kopen’, vertelt ze. Ze vond het moeilijk om hulp te vragen. ‘Ik ben blij dat mijn kinderen niet de dupe zijn geworden van de situatie. En nu wil ik graag als vrijwilliger wat terugdoen.’ <