De wetsdokter somde woensdag aan de hand van autopsiefoto’s de verschillende verwondingen bij het slachtoffer op. Mohammad had twee letsels boven zijn linkeroog en op zijn linkerwang, die veroorzaakt werden door schampschoten.

Zijn linkervoorarm werd doorboord door een kogel en in zijn borstkas had hij nog twee ingaande schotwonden. Eén van die kogels werd in zijn linkerbovenarm teruggevonden, de andere in de rechterzijde van de buikholte.

“Dat laatste projectiel had het hart, het middenrif, de lever en een nier geraakt en was dus ook potentieel dodelijk. Het slachtoffer was na dat schot echter niet meteen gestorven, want hij had nog inwendig gebloed. Daarom kan ik besluiten dat het nekschot, waarbij de kogel in de schedelholte werd aangetroffen, als laatste werd toegebracht”, aldus de wetsdokter.

Kraslijnen

Daarna was het de beurt aan de wapendeskundige. Hij getuigde dat de vijf kogelhulzen, kaliber 7.65 mm browning, die in de studio van Mohammad werden terug gevonden, waarschijnlijk met hetzelfde wapen werden afgevuurd. De hulzen en de kogelfragmenten stemden qua uiterlijke kenmerken overeen met de 36 patronen die bij Nima Shatzadeh in beslag werden genomen.

“Die inbeslaggenomen patronen vertonen, zij het gedeeltelijk, wapensysteemsporen die zeer waarschijnlijk dezelfde oorsprong hebben als de wapensysteemsporen op de hulzen van het plaats delict. Die sporen, kraslijnen als het ware, ontstaan tijdens het doorladen van de munitie in het wapen”, aldus de deskundige.

De drie pistolen die bij Nima Shatzadeh in beslag werden genomen, hadden de kogels echter niet afgevuurd die het slachtoffer gedood hadden. Het moordwapen werd nooit gevonden.

Donderdag komen nog meer deskundigen aan het woord.